L A F R A N C E in optima forma |
Even geen Caraibisch voedsel |
Lekker voetballen dans la place du Sainte Anne |
BOULANGERIE
De avond voor Hedda's verjaardag komen we in Frankrijk aan en 's ochtends spoeden Quirijn en ik ons naar de Boulangerie voor vers stokbrood, croissants en Gebak. Met een hoofdletter ja. Zelfs nadat alle gebakjes (a 3,80 euro) omgekeerd op de grond belandden smaakten ze nog zalig.
Hedda's verjaardag vieren we groots. Nu ja? We begroten iedere maand van onze reis om de kosten in de hand te houden en deze maand kan onze boekhoudster (Hedda dus) 'tevreden zijn'... de kostenpost 'cadeau / etentje verjaardag Hedda' valt een stuk lager uit dan vooraf begroot... :-)
VIVE LA FRANCE!
En dan dat verkeer... We rijden rechts, sturen links en schakelen rechts en met de hand. Vierbaanswegen. Straatnaamborden. Wegbewijzering. Strepen op de weg. Afritten. Klaverbladen. Peugeots, Citroens, Renaults. Hotel de Ville. La Poste. We zien een Carrefour. Een Hyper U. Gallerie LaFayette. De Decathlon.
'Hee... Decathlon zei je? Dan zijn we de afslag al voorbij. We moeten terug'. Er is simpelweg te veel Frankrijk, te veel Europa, te veel 'thuis' om nog goed op onze richting te letten. Rondrijden door Frankrijk is een feest als je al een jaar niet in Europa bent geweest.
Het is best druk op de (pre-)Peripherique van Parijs, ook al zijn we er na de spits. |
LA CAMPAGNE
Geen tropisch regenwoud, maar gewoon Franse weilanden |
Vanaf Pointe Dunkerque kijken we uit over de oceaan, de zee blijft trekken natuurlijk. Terug lopen we via het platte land. Over een Frans paadje, langs Franse weilanden, Franse koeien, Franse bomen en struiken. Electriciteitspalen van de EDF - de Franse energiemaatschappij. Zelfs de vogels fluiten Frans, volgens Hedda.
We genieten van het heerlijke zachte Frans najaarsweer en verbazen ons dat de bomen nog zo groen zijn in dit jaargetijde.
Een wandeling 'bij Hedda's ouders in Soulans'. |
'Bonjour monsieur, madame...' de postbode rijdt voorbij in zijn gele Renault Kangoo. 'Zou hij post hebben voor mijn ouders' vraagt Hedda zich af, 'dan kunnen we dat wel even voor hen meenemen. We lopen er toch heen'.
Quirijn moet lachen. 'Nou, dat is dan best ver lopen' roept hij en toont zich daarmee de enige van ons drieën die nog bij zijn volle verstand is;
... een kilometertje of vierduizend lopen waarvan 99,999999 procent over zee.
...want we zijn niet in Frankrijk zelf, maar in een Franse DOM (departement d' outremer).
... We zijn op Martinique.
Daar dus.
tekening en verjaardagscadeau van Quirijn... die natuurlijk meer oog heeft voor de taart |
Op Martinique kunnen we weer Europese producten kopen. Voor (bijna) Europese prijzen. |
Maar waarom dan zo lang radiostilte, zult u denken. Antares is in Europa, dus een berichtje op de website moet toch niet te veel moeite zijn? Toch wel, beste lezer, toch wel.
Het begon al op Hedda's verjaardag. Natuurlijk wilde ze haar e-mails met de verjaardagsfelicitaties van jullie allemaal lezen en uitgebreid Skypen met haar ouders. Weinig kans. Een internetkaart bleek niet te krijgen* dus moesten we uitwijken naar een café-met-internet. Maar, die waren allemaal dicht! Vanwege lunch (van het personeel dan), verbouwing, ziekte, vrijdag-zijn-we-altijd-gesloten, gewoon zomaar, vakantie en nog meer redenen. Uiteindelijk bracht Hedda haar verjaardag grotendeels in de Mc Donalds door om via een traag netwerk toch nog wat mailtjes te kunnen lezen.
Gelukkig weet Sinterklaas ons wel te bereiken. |
en maar wachten... |
Wat dat betreft hebben wij het nu gemakkelijk, al hadden wij op Martinique beter internet verwacht. Nee, dan Dominica, waar we eind november heen varen. We wandelen er door een Botanische tuin in hoofdstad Rouseau en 'plung!' zegt onze IPad. Als we eens goed om ons heen kijken, zien we op alle eeuwenoude bomen een bordje 'free wifi'. Gratis en voor niets, één en al WiFi-tree in dit park. Zo kan het dus ook!
*) in de Carieb kopen we op de diverse eilanden een lokaal telefoonnummer bij Digicel, waar we dan internetkaarten op kunnen kopen. Zo hebben we via onze mobiele telefoon internet en daarmee ook op de laptop en IPad. Meestal ontzettend traag, maar met veel geduld kunnen we dan iig mailtjes lezen. Op Martinique werd ons verzoek om een internetkaart beantwoord met 'non, pas possible'. Waarom dan niet, daar kon mevrouw geen antwoord op geven. Pas anderhalve week en vele pogingen bij diverse Digicel winkels later, bleek dat er al twee weken een netwerkstoring was bij Digicel Martinique.
DUIZEND EN EEN EN EEN HALVE ZEILBOOT
'En nog een boot en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en... <etcetera>'. Ik vroeg Quirijn hoeveel zeilboten hij denkt dat er op de ankerplaats bij Le Marin aan de zuidkant van Martinique liggen. Na een-en-twintig gaat hij over in de en-nog-een variant en houdt dat een tijd vol. Vermoedelijk weet niemand hoeveel zeilboten hier liggen. Het begint al met de afbakening; wat versta je (nog) onder zeilboot?
De Marina's (totaal ruim duizend ligplaatsen) is makkelijk. Het middengebied van de mooring- en ankerplaatsen (waar wij liggen) ook. Maar de randen van de baai zijn lastig. Waar je rond het Centraal Station van Amsterdam struikelt over de vergeten fietsen, wemelt het hier van de afgedankte boten.
We varen een volgend 'drijvend dorp' binnen en zien een half gezonken boot; de voorpunt onder water en dan vanaf midscheeps droog. De kuip torent schuin een eindje boven water uit... en in die kuip zitten twee mensen aan de koffie (we durven er geen foto van te maken)... Die wonen gewoon nog op die boot! Uhm... Tja, hoe tellen we die? Quirijn stelt voor om hem half te tellen. Na een middagje door de mangroves houden wij het op: (tien)duizend en een en een halve zeilboot. Zo veel als hier bij elkaar liggen, hebben wij in ieder geval in ons leven nog nooit gezien!
Na onze toer bezoeken we nog een verjaardagsfeestje op de haven van Le Marin. Er wonen hier veel mensen op hun zeilboot en dus ook veel kinderen. 's Ochtends is het een grote drukte op de ankerplaats. Dinghys vliegen over het water. Kinderen naar school brengen, naar het werk, de wat oudere kinderen varen met hun eigen dinghy naar de wal om naar school te gaan. We ontmoeten een Frans stel met twee kleine kinderen, we zagen hen eerder in Grenada al. De jongste wordt twee jaar en wij zijn ook uitgenodigd op de verjaardag.
BOUWEN IN STAAL
Hoewel het ons geweldig bevalt rond Le Marin en Sainte Anne, moeten we verder. Begin december krijgen we bezoek uit Nederland op Guadeloupe, beetje tempo maken dus en na een nachtje ankeren in super helder water bij Petite Anse d'Arlet gooien we vrijdag 20 november ons anker uit bij Fort de France, de hoofdstad van Martinique. Ach ja, van alles beleefd daar, maar om het blogbericht nog enigszins behapbaar te houden, laten we onze beschrijving over de stad en de geweldige hoeveelheid regen die er in korte tijd viel en zo maar achterwege.
Vrijdag en zaterdag bezoeken we nog eens Fort de France. Eerst de Digicel winkel. Nee, geen internet mogelijk, maar dat wist u al.
Gebouwd door de Eiffel Engineering Company. Na de tentoonstelling is het gebouw afgebroken, per schip naar Martinique gebracht en hier weer opgebouwd. Het leuke van het gebouw is, dat er veel staal in is verwerkt. Eind 19e eeuw was staal als bouwmateriaal revolutionair. Vernieuwend.
Lokale zeilboot. Geen zwaard; de opvarenden hangen aa peddels overboord om de boot rechtop te houden. |
REGENMETER
'Als we nu even snel boodschappen doen, kunnen we vanmiddag nog naar Trois-Ilets' zegt Hedda. Tussen hier en Guadaloupe ligt ook nog Dominica en dat willen we jog bezoeken voor ons bezoek in Guada arriveert. Als je bezoek krijgt, moet je altijd haasten. Het kan zo maar even tegenzitten. Doordat we een week in Rodney Bay op Sint Lucia lagen (vanwege de passerende tropical wave die later uitgroeide tot hurricane Kate) hebben we haast. Om 13 uur halen we het anker op. 'De dieptemeter doet het niet' zegt Hedda. Zonder dieptemeter kunnen we geen kant op met alle ondieptes in de Carieb en omdat we overal (moeten) ankeren. Dus laten we het anker weer zakken. Onze dieptemeter is een regenmeter geworden; inde behuizing staat drie centimeter regenwater.
Elektriciteit en water gaan niet samen en hoewel we voorzichtig de printplaat en alle andere onderdelen drogen, vermoeden we einde-dieptemeter. Dat brengt dan onze planning in de war; als we een nieuwe moeten kopen en monteren zijn we zo dagen verder. Inmiddels ligt de hele boot overhoop want zo gaat dat met een klein klusje. Meter demonteren maar daarvoor moet de hele opbouw boven het schuifluik worden gedemonteerd. Bedrading doormeten, daarvoor moeten de trap en een aantal schotten weg. Schakelaar demonteren en solderen. Soldeerspullen opduiken uit een bakskist. Zekeringen nameten en vervangen, gebruikshandleidingen op tafel en speciale spray van onder een kajuitbank.
Om 17.30 uur werkt de dieptemeter weer. Yes! Het is al wel te laat om nog naar Trois-Ilets te varen, hoewel slechts 4,5 mijl varen. Over een half uur is het donker en de aanloop naar het dorpje aan de andere kant van de grote baai van Fort de France is vol koraalriffen en andere ondieptes. Niet iets om met donker aan te lopen. Bovendien werkt de dieptemeter nog in proefopstelling, alles moet nog in elkaar worden gezet en teruggeplaatst. Om 23 uur verdwijnt het laatste gereedschap in de lade. Als u zich afvroeg wat wij zoal doen op een dag, nou dit dus. Een dieptemeter repareren kost tien uur.
TROIS-ILETS
Ik schreef al twee keer het kopje 'Trois-ilets' boven een alinea, maar steeds kwamen er andere dingen op 'papier' en zo ontstonden de kopjes 'bouwen in staal' en 'regenmeter' boven die teksten. Als we zondagochtend wakker worden, dreigt 'Trois-ilets' wederom te sneuvelen. Ditmaal door de 'Oosterdam', een cruiseschip van de Holland Amerika Line die net de baai binnenvaart.
Maar ik laat het deze keer niet weer gebeuren en houd boven deze alinea het kopje in stand. Dus hierbij alleen een vermelding dat we onze --versleten-- (sorry mijn beste IBA-advies collega's!) Nederlandse vlag extra in het zicht hangen en daarmee vlak langs de Oosterdam varen. Daarna dan eindelijk door naar het dorpje van de alinea titel.
DICHT
In Trois-Ilets proberen we eerst invulling te geven aan onze primaire levensbehoefte: i n t e r n e t. Zweet op ons voorhoofd, trillende handen, als internet-junks met afkickverschijnselen schuiven we door het dorp Helaas. De drie café/restaurants die schouder aan schouder aan de boulevard liggen zijn gesloten, de winkels zijn dicht, de bibliotheek, het informatiecentrum, de bakker, de luiken van de huizen zijn dicht, zelfs de de kerk is gesloten -op zondag-.
Plantage van Josephine. Helaas... dicht |
VULKAANUITBARSTING 1902
Maandag varen we ruim twintig mijl noordelijk en ankeren bij Sint Pierre. Op 8 mei 1902 barstte de nabij gelegen vulkaan Pele uit en bedolf het stadje. Door de giftige gassen van de vulkaan overleden alle bijna 30 duizend inwoners. Hoewel de vulkaan al weken actief was, is Sint Pierre in de dagen voorafgaand aan de uitbarsting niet ontruimt. Martinique had net een nieuwe gouverneur en die durfde het niet aan de toenmalige hoofdstad te ontruimen vanwege de economische schade die een (onnodige)ontruiming tot gevolg zou hebben. Ook twaalf schepen die op de rede voor anker lagen zonken, een enkel schip kon nog op tijd wegkomen. We ankeren tussen boeien die de gezonken schepen markeren.
Saint Pierre is herbouwd op de resten van de oude stad. Overal zie je restanten uit 1902. Ruïnes van huizen, een theater, de gevangenis (een gevangene overleefde als een van de weinigen de ramp vanwege de dikke celmuren), de kathedraal, een oude straat, maar ook nieuwe huizen bovenop oude restanten. Het is fascinerend en verrassend om te zien. Ooit bezocht ik met mijn ouders Pompeii, de stad die in de Romeinse tijd bedolven werd door een uitbarsting van de Vesuvius. Dat was indrukwekkend, maar dit is eigenlijk nog veel fascinerender omdat het slechts een eeuw geleden plaatsvond en omdat een nieuwe stad is gebouwd tussen en op de ruïnes van de oude stad.
BEAUREGARD - MOOI UITZICHT DUS
Dinsdag 22 november klaren we uit, bezoeken daarna de ruïnes in Saint Pierre, doen boodschappen, varen terug naar Antares om de boodschappen uit te laden, varen daarna met de dinghyeen eindje de stad uit naar een strand. Het strand is zo hoog, dat we onze dinghy ontmantelen omdat hij anders te zwaar is om het strand op te slepen. Ankertje eruit, kettingen eruit (waarmee we de boot op slot leggen), jerrycan benzine eruit, alle tassen voor de wandeling eruit, buitenboordmotor eraf en dan slepen we de dinghy naar een boom waar we alles weer met de ketting vastleggen.
Vlak bij dit strand is een Gauguin museum. We hebben wel weer eens zin in wat impressionisme, maar helaas... wegens renovatie gesloten. Misschien maar beter ook, want we willen vandaag ook nog naar het Canal de Beauregard. Om bij het startpunt te komen moeten we een steile klim maken over een slingerweggetje. Hoewel we het grootste deel lopen, krijgen we gelukkig nog een lift van een lokale bananenplantage werker, die naar eigen zeggen groot Ajax fan is. Hij noemt een aantal spelers van Ajax om zijn kennis te bewijzen, maar ja, wij hebben geen idee welke verwende jongetjes daar voetballen, dus dat zal allemaal wel. Canal de Beauregard is een vier kilometer lang smal kanaaltje (30 tot 50 centimeter breed), aangelegd door slaven op 300 meter hoogte tegen een steile helling van een berg aan. Zo kon water worden aangevoerd voor een rumdistilleerderij.
Het is nu een wandelpad, waarbij je over het muurtje loopt dat het water geleidt. Nauwelijks vijftig centimeter breed, met ernaast een diepe afgrond. Te smal om tegenliggers te laten passeren, dan moet je echt even met elkaar een oplossing zoeken, meestal zet een van de richtingen een been over het kanaaltje en de handen tegen de berg waarna de andere richting met een uitbundig 'merci' passeert. Geen wandeltocht voor mensen met hoogtevrees, maar het uitzicht is fenomenaal mooi en de rust overweldigend. Op sommige plekken is iets meer ruimte en daar lunchen we met onze meegenomen stokbrood en kaas, met een prachtig uitzicht op de bergen om ons heen en het dal. We lopen maar een deel van het pad, want we moeten ook weer helemaal terug lopen naar het dal waar onze bijboot ligt.
MARTINIQUE ALS LANDINGSPLEK?
Woensdag 23 november zeilen we 36 mijl noordelijker naar Dominica. Het is een snelle overtocht, we hebben sinds Grenada weer goede zeillatten boven in ons grootzeil (de originele zeillatten van ons nieuw grootzeil bleken te stug en braken steeds), waardoor we nu weer met vol tuig kunnen varen. Met snelheden van regelmatig ruim boven zeven knopen stuiven we over een woelige zee naar het noorden.
Onderweg naar Dominica evalueren we onze ervaringen op Martinique. Het was voor ons een geweldig feest (o.k., buiten internet dan) om weer echt even in Europa te zijn, nadat we ruim negen maanden geleden op de Canarische Eilanden de Europese deur achter ons sloten. Veel zeilers kiezen Martinique als landingsplek na de oversteek van de Atlantische Oceaan. Wij zouden, zo bedenken wij ons onderweg naar Dominica, zo'n landingsplek als een deceptie ervaren. Dan heb je zo ver en lang gevaren, om gewoon in Frankrijk aan te komen. Met Franse huizen, auto's, kentekenplaten, mensen, euro's etcetera. Wij zouden een aankomst op een meer authentiek eiland als Tobago of desnoods Grenada, prefereren. Of zoals wij deden, Suriname.
In Dominica hebben we maar weinig tijd en ach, er is ook weer zo veel te zien. Maar daarover binnenkort op deze website meer. Dat wil zeggen, Internet en weder dienende...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.