zaterdag 11 februari 2017

DOMINICAANSE REPUBLIEK PART II AND III

Week twee en drie in de Dominicaanse Republiek zijn voorbij. Daar had ik graag twee aparte blogberichten over geschreven, sterker, het bericht van week 2 had ik al klaar. Maar met een schuin oog houden we het weer in de gaten; als er een weergat komt van een aantal dagen moeten we verder. En dat lijkt begin komende week te gebeuren. En wanneer we dan weer goed internet hebben... geen idee. Dus voeg ik week 2 en 3 maar samen en dat betekent, dat er heel wat verhalen wegvallen. 

We maken hier ook zo veel mee, daar valt niet tegen aan te schrijven. 

Neem onze ontmoeting met Alfredo Simon, de man uit Luperon die de laatste jaren honkbal speelde bij diverse Amerikaanse profclubs. Of dat we illegaal onszelf een rondleiding gaven in de fabriek van Davidoff. Een bezoek brachten aan de ouders van Denise (van zeilboot Volonte, die we in in 2014 ontmoetten toen zij ook een zeilreis maakten). We ontmoetten Denise's ouders in hun woonplaats waar ze een duikschool hadden. Kregen een geweldige rondleiding door het dorp en zagen hun prachtige woonplek. Of onze wekelijkse baseball wedstrijd. Iedere zaterdagochtend spelen de 'gringos' tegen de 'locals' en dus staan we om 10 uur een potje baseball te spelen op een echt baseballveld met dugouts, tribunes en reclameschilderingen. Na afloop drinken we bier met onze tegenstanders. Nou, daar gaat dit blog dus niet over. Ik pak wat andere dingen uit de hoge hoed.





SANTA DOMINGO
Kathedraal met wachtrij
De afgelopen twee weken deden we veel. We huurden vier dagen een auto en bezochten daarmee twee dagen hoofdstad Santa Domingo, wat een van de eerste steden was van ' De Nieuwe Wereld'. Al in 1520 (dus minder dan dertig jaar na de 'ontdekking van de nieuwe wereld) werd er een kathedraal gebouwd en die staat er nog... zo ongeveer. In ieder geval staat op de oorspronkelijke plek een kathedraal waar nog elementen van die eerste te zien zijn. 


Soms is het een tikkie rommelig in S.D.
Wij laten het aan ons voorbij gaan omdat er vandaag een cruiseschip in Santa Domingo is en dat betekent een lange wachtrij. Santa Domingo vinden we een mooi voorbeeld van een grote stad (2.9 miljoen inwoners) in een vrij arm land (ca 2/3 van de bevolking in DR leeft onder de armoedegrens); het contrast van zelfgebouwde hutjes van hout en plastic zonder nutsvoorzieningen naast de Maserati dealer.


Onderweg van Luperon naar Santa Domingo passeren we rijstvelden

ALPEN
Halverwege de 250 kilometer tussen Santa Domingo en Luperon slaan we af voor een stukje Weg van de Snelweg. Als dat tv programma nog zou bestaan, zouden ze zeker eens een aflevering moeten maken over de route die wij vandaag rijden. We rijden via een prachtig slingerweggetje naar Jarabacoa. Dat ligt op ongeveer 600 meter hoogte in een bergachtige regio. De hoogste berg is de Duarte, met ruim 3000 meter hoog de hoogste top van alle eilanden in de Caribische Zee. De vegetatie verandert naarmate we hoger komen. Mango, bananen, avocado's en citrusvruchten verdwijnen uit het landschap en maken in de berglucht plaats voor aardbeien, appels en peren.



Onderweg kopen we ananas voor heel weinig geld. Geweldig, zo'n land!


Jarabacoa vormt samen met het veertig kilometer verder gelegen Constanza een kermis voor bergsporters. En ik verheugde me om te gaan raften. Met zo'n opblaasboot de snelstromende rivier af. Maar ik heb (net als Ing van Blabber) al een paar dagen griep. En dus kost alles energie en heb ik geen fut voor wat dan ook. 

Alleen maar in de auto zitten en om mij heen kijken is al vermoeiend genoeg. Jammer, jammer, jammer! Hedda hoeft ook niet zo nodig te raften. Alleen Quirijn wil het heel, heel, heeeeel erg graag... maar hij moet nog een jaar of tien wachten voor hij oud genoeg is.






DAAR HEBBEN WE DAN-de-AMERIKAAN!
De zondag voor ons vertrek naar Santa Domingo bezochten we een baseball wedstrijd in Luperon. Daar troffen we de Amerikaan Dan. We ontmoetten hem en zijn vrouw Barbara anderhalf jaar geleden in de Carieb.

Vanuit de mast maakte ik foto's van Antares voor anker in de Tobago Cays en gelijk ook maar van boten om ons heen, waaronder de Another Way van Dan en Barbara. Ze waren verheugd over die foto's en nodigden ons uit voor een borrel bij hen aan boord. Daar vertelden ze het verhaal van een Amerikaans stel dat hun zeilboot verplaatsen naar hun huis op een berg. 'Dat was toch in Puerto Rico?' vragen wij op het baseballveld aan Dan. 'Nee, dat is hier, in de DR' vertelt Dan. De boot staat dertig kilometer landinwaarts van Luperon. 'En' vervolgt Dan (in het Engels natuurlijk, maar ik vertaal het maar even voor jullie) 'Barb en ik wonen er vlakbij, we passen daar op een huis. Als je in Navarette de berg oprijdt, kom je er vanzelf'. Dat willen we zien, en jullie (lezers) natuurlijk ook! Dus die gaan we zoeken terwijl we op de terugweg zijn vanuit Jarabacoa, want we komen toch via Navarette.

ZITTEN WE GOED?
Het lastige van Navarette is dat het in een dal ligt en dus gaan er meerdere wegen de bergen in. Op Google maps gokken we een weggetje die ons het meest kansrijk lijkt. Op de terugweg rijden we naar Navarette en gaan op zoek naar het bergweggetje waar de zeilboot staat. Nu is het nadeel van Navarette, dat het in een dal ligt. En dus leiden er veel wegen de berg op. Op Google maps gokken we een weggetje dat ons het meest kansrijk lijkt. Als we even later tussen de tabaksvelden Navarette uitrijden, nemen we de proef op de som en vragen de eerste man die we tegenkomen of hij weet of er verderop een barco (boot) staat. Het was nogal een bezienswaardigheid, dat transport van die zeilboot. Op een dieplader ging die de berg op en naar wij hoorden liepen hele dorpen uit om te kijken. Veel binnenland bewoners zagen voor het eerst in hun leven een boot. Dus, als we op de goede bergweg zitten, dan moet deze man zich die boot wel kunnen herinneren.


Tabaksvelden
Nee. De man weet van niets. Zitten we verkeerd? Nou, we vermoeden dat deze man een van de vele Haïtiaanse medewerkers is die het zware veldwerk doen in de tabaksindustrie. Voor een paar euro per dag ploeteren zij in de hete zon en slapen in hutjes op de velden, afgesloten van enig comfort als energie, water en sanitaire voorzieningen. Het verloop op de plantages is groot, dus het kan goed zijn dat deze man hier niet werkte toen de zeilboot voorbij kwam.

Vol goede moed vervolgen we onze weg, die vrij steil omhoog slingert door een landschap van vergezichten tussen heuvels en bergen. Prachtig groene bossen, af en toe een waterval, wat huizen die vaak niet meer zijn dan een hutje met wat kippen. We vragen nog een paar keer de weg en iedere keer weet men wel dat er Amerikanen verder op de berg wonen. 'Si... ariba'. 


We belanden met onze 4x4 voor een fraaie villa, met
een prachtig uitzicht
Een keer belanden we zelfs op het erf van zo'n Amerikaan stel, een local opent loopt voor ons uit, opent de poort en wijst ons de oprijlaan. Als we eenmaal voor het huis staan, is het uitzicht prachtig... en het huis blijkt te koop. We gaan onze pesos eens tellen...

Maar een boot? De bergbewoners kijken ons aan alsof we gek zijn. En geef ze eens ongelijk. We staan met onze terreinwagen op een smal kronkel weggetje. 600 meter boven zeeniveau, 30 kilometer van de oceaan. Google maps vindt dat we al kilometers terug de weg verlaten hebben. Wie zoekt er hier nou naar een boot? 'No, no, barco a Puerto Plata' wijzen sommigen ons. Puerto Plata is de havenstad van deze regio. Veertig kilometer verderop. Uiteindelijk bereiken we de top zonder een zeilboot te vinden. Via een onverhard pad (we hebben een 4x4) hobbelen we aan de ander kant van de berg het dal weer in.


POGING TWEE
Hier kan die boot toch niet omhoog zijn gegaan?
In Luperon vragen we nog eens na en met nieuwe tips (na El Tunnel de eerste weg rechts) rijden we opnieuw een bergweggetje op. Maar dit is zo smal, steil en kronkelig dat we zelf al wel kunnen zien dat hier nooit een dieplader met zeilboot naar boven kan rijden. Voor de formaliteit vragen we het toch even aan een bergbewoner. 'Siiiii.... Barco....'. We zitten op de goede weg al kunnen we ons niet voorstellen dat hier een boot langs is gegaan. Een paar kilometer verderop, op 700 meter boven zee, staan we oog in oog met een zeilboot. Hij staat tegen een berghelling aan, ongeveer dertig meter boven het hobbelige smalle bergweggetje, tussen de bananenbomen.


Daar is ie. De boot op de berg.
Eigenaar Cade is net stenen aan het sjouwen om een nieuwe afrastering te maken. Hoewel wij onaangekondigd aankomen, legt hij zijn werk meer en neemt alle tijd om ons (we zijn met de bemanning van de Blabber en Wright Away) rond te leiden. Zijn vrouw Lisa en hij kwamen begin van dit decennium in Luperon aan, nadat ze een jaar of acht door de Carieb hadden gevaren. De DR beviel hen erg goed en ze besloten om hier te stoppen met zeilen en een kavel te kopen in de bergen om daar hun droomhuis te bouwen.

De zeilboot ging in de verkoop, maar een zeilboot is moeilijk te verkopen in de DR. Dus bedachten ze een nieuw plan. Wat nou, als we de boot bij ons huis plaatsen? Op de jachtwerf in Luperon werd de boot uit het water getakeld en zaagde Cade de kiel van de boot af. Die was immers niet meer van nut en zou de boot veel te hoog maken voor transport. Bovendien was de loodprijs hoog en met de verkoop van het lood kan het transport worden bekostigd. Maar hoe krijg je de boot de berg op? Er werd contact gelegd met een helikopter maatschappij voor zwaar transport, maar die bleken een starttarief van 20.000 USD te rekenen, dat wil zeggen, daarvoor komen ze aanvliegen. Alle werk dat zij moeten verrichten inclusief het transport komt daar nog eens bovenop. Dat werd te duur. Cade laste een frame onder de boot waar de 43 voeter (ruim 13 meter) boot op zou kunnen staan.

VOLKSOPLOOP
uit het arcief van Cade en Lisa. aankomst v/d boot 
En dus werd de boot op een dieplader getakeld en via de smalle straatjes in Luperon het dorp uitgereden. Vervolgens ging het ruim 25 kilometer over de slingerende, hobbelige weggetjes vol kuilen en gaten. Overal waar het transport passeerde stond het zwart van de mensen. De meesten hadden in hun leven nog nooit een zeilboot gezien. De tunnel in boogvorm bleek alleen in het midden hoog genoeg en dus werd het verkeer uit tegenovergestelde richting zo lang geblokkeerd en kon het transport beginnen aan het moeilijkste deel van de reis; vijf kilometer bergop over een weggetje dat is ontworpen voor een paard of motorfiets. Onderweg werden bomen gesnoeid en andere obstakels weggenomen. Een horde aan mensen volgde het transport op brommertjes, lopend en in auto's. Op een kilometer van de beoogde standplaats kwam de dieplader vast te zitten in en bocht. De stuurcabine op het randje van de afgrond, de dieplader muurvast in de berg. Cade reed terug het dal in een charterde in een dorpje een soort graafmachine (ofzo) waarmee men de berg opreed en de dieplader weer vrij kreeg. Toen de laatste kilometer ook was afgelegd werd de boot met een 100 tons kraan dertig meter boven het weggetje op de beoogde standplaats getakeld.

Nu moest de dieplader weer de berg af. De trekker werd losgekoppeld, keerde een eindje verderop en ondertussen pakte de kraan de dieplader keerde die om en zette hem in de juiste richting weer op het weggetje. Daarna pikte de trekker de dieplader op en reed terug het dal in. Hoe de kraan keerde weet ik niet.

BEWOONBAAR
Nu stond de boot op de berg, tussen de bananenbomen, met een prachtig uitzicht over het dal. Bij helder weer zie je de oceaan op hemelsbreed zo'n 25 kilometer ver. Er kwam een laddertje naast de boot zodat je er op en afkwam en ondertussen bouwde Cade een wit huisje tegen de boot aan. Daar kwam een echte voordeur in en de sanitaire voorzieningen. We zien een ruime badkamer met douche en ruimte voor een wasmachine en droger en verder is er een separaat toilet. Daarna zaagde Cade een groot gat in de dikke romp van hun boot 'Sand Dollar' op de plek waar de natte cel (douche en toilet) zaten. Dat is nu een gangetje dat naar het binnenste van de boot leidt.




In de boot waan je je gewoon aan boord van een zeilboot ergens in een baai of misschien, omdat het niet schommelt, op een werf. We zien een gezellige zithoek en een hele grote kombuis, zoals je wel meer ziet op Amerikaanse zeilboten. Bij de navigatietafel hangt nog een marifoon, we hebben niet gecheckt of hij nog functioneert. Dan stappen we de kuip in en kijken van achter het stuurwiel uit over een heel breed, groen dal. Zo bizar! Cade leidt ons verder rond over dek, heeft nog een ankerlier in de aanbieding en met zijn schouder tegen de houten mast geleund vertelt hij dat de overige 2/3 lengte van de mast verwerkt is in hun huis, dat zij inmiddels bewonen en dat honderd meter hoger op de berg ligt. Het eerste anderhalf jaar woonden Lisa en Cade aan boord van hun 'Sand Dollar' en bouwden aan hun nieuwe huis.


trosje bananen!
We danken Cade voor de tijd die hij zo maar, zonder dat wij onze komst aankondigden, voor ons vrijmaakte en krijgen en passant een grote hoeveelheid bananen mee. Cade wijst ons waar Dan en Barbara (het stel dat wij anderhalf jaar geleden ontmoetten in de Carieb) wonen 'gewoon rechtdoor tot je een huis ziet met een houten hek en een blauw dak. Als je bij die hele hoge palmboom bent daar' (hij wijst naar een bergkam verderop) 'dan ben je te ver'. En mochten we zijn vrouw Lisa nog willen ontmoeten, dan moeten we iets verderop linksaf slaan, een steil onverhard weggetje op langs een ezeltje naar het huis met het groene dak.

En goed nieuws, je kunt overnachten in de boot! Lisa en Cade hoeven er zelf niets voor te hebben, maar vinden het prettig wanneer je het naburige dorpje helpt door daar je was te laten doen, te eten en boodschappen te doen. Zie 
https://sites.google.com/site/cabirmal/home

NOG EEN RONDLEIDING
We besluiten voor het fatsoen ook nog even bij Lisa te stoppen. Maar dat pakt anders uit. Lisa leert eerst onze namen uit haar hoofd en nodigt ons dan uit om hun huis te bekijken. Het is een vierkant pand met een vierkant dak waar het middendeel een halve meter omhoog getakeld lijkt zodat er extra licht- en luchtinval is. Lisa vertelt dat zij het casco hebben laten bouwen en zelf de inrichting maakten. De twee oude mannen die het dak maakten (alles met de hand, er kwam geen machine aan te pas) lieten na het bouwen van het verhoogde dakdeel de ondersteunende constructie staan. Toen Lisa en Cade zeiden dat dit nog weg moest, keken de mannen hen verschrikt aan. Dat moesten ze zelf dan maar doen, want de mannen waren bang dat het hele dak dan zou instorten...

uitzicht vanaf het voordek.


Lisa laat ons het hele huis zien we we doen leuke ideeën op, mochten we ooit zelf eens handig en creatief worden. We zien de bovenkant van de houten mast terug in het interieur, inclusief de metalen blokken en takels die de bovenzijde markeren. Andere mastdelen zijn verwerkt als hoekdelen voor binnenmuren in het huis. Het cruisers bloed stroomt nog altijd door de aderen van deze mensen, wat niet alleen tot uiting komt in de enorme gastvrijheid, maar ook in de slimme oplossingen in hun huis en het feit dat zij volledig zelfvoorzienend zijn met zonnepanelen, wateropvang en waterzuivering.


NATUUR(LIJK)
zo voor het oprapen...
We danken Lisa voor haar gastvrijheid en zij vraagt of we nog een wandeling willen maken rond het huis. Natuurlijk willen we dat! Ze neemt ons mee via een smal paadje naar een kabel die nog te koop is, met uitzicht over 270 graden in drie verschillende dalen. We plukken er rijpe grote avacados van de boom en eten ze ter plekke op. Nog nooit zo lekkere avacado geproefd. Zo wandelen we nog ruim een uur en laat Lisa ons allerlei kanten zien, bananen en citrusvruchten proeven. Ten slotje brengen we een bezoek aan het kleine gehuchtje boven op de berg, drinken wat bij het lokale winkeltje en kopen tien mega grote avocado's voor omgerekend een dollar totaal. Wat een land.

TIK, TIK, TIK
De tijd vliegt en nu ik dit schijf zijn we druk bezig om de boot klaar te maken voor vertrek. Op het actielijstje staat (stond) ook nog een blogbericht, dus dat piepen we er even tussendoor. Hier nog wat foto's van de dingen waar we in dit blogbericht niet aan een beschrijving toekwamen...

SIGARENFABRIEK
In Santiago bezochten we een sigarenfabriek waar we het onze neus op het productieproces mochten staan. De medewerkers (en wij trouwens ook) mochten er zo veel sigaren roken als ze willen.

ALFREDO SIMON
Fotootje met de honkballer Alfredo Simon, de profspeler uit Luperon, die furore maakte in de USA. Hij komt over het strand aanrijden in zijn Cadillac Escapale met huizenhoge wielen en een mega geluidsinstallatie. De boxen liggen op de achterbank. Wijn aangelengd met ijsblokjes erbij... willen jullie ook? ja hoor. En willen jullie op de foto? Tuurlijk, doen we!






Zaterdagochtend spelen we baseball met (en tegen) de locals. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.