zondag 26 februari 2017

EL COMMANDANTE




Vertrekken. Tja.. Veel landen die we bezoeken vinden we zo leuk, dat we het jammer vinden om weer te vertrekken. Dat geldt zeker ook voor Republica Dominicana. Dat heeft ons hart wel gestolen. 

Het landschap met de heuvels en bergen zo ver je kijkt, allemaal in felle frisse groene kleuren zoals we in Nederland alleen in de maand mei kennen.. 


De lokale Albert Heyn
De rijke vegetatie. Avocado's die we zo van de boom plukten, pelden en opaten. Bananen, citrusvruchten, cacao, koffievelden, rijstvelden, aardbeien, ananas. Zelfs appels en peren. Mango's ook, maar helaas waren we buiten het seizoen. 

En dan de bevolking. We kunnen ons niet heugen dat we eerder zo veel vriendelijkheid, hartelijkheid en gastvrijheid tegenkwamen. 


ACHTERDEUR
Keuze genoeg, de lokale keuken
Nu is ons beeld vast wat gekleurd en zeker niet universeel voor de hele Dom Rep. Het scheelt enorm dat wij de DR 'via de achterdeur' binnenkwamen. Luperon is een klein dorpje aan de noordkust, ver van de toeristencentra. 

We bezochten een dag een meer toeristische plek en daar ervoeren we al een heel andere wereld; werden continu gevraagd of we iets wilden kopen,of wilden komen lunchen, of een tour wilden boeken. En de prijzen lagen er direct drie maal hoger, dus geen lunch voor drie personen inclusief drankjes voor omgerekend 8USD, maar voor 24USD. 

We kunnen ons voorstellen dat je ervaring in de DR heel anders is als je in een groot resort zit, ergens in een toeristengebied. En zo geldt voor de DR wat voor veel landen geldt, dat je het land pas echt leert kennen ver buiten de toeristencentra.

De ankerbaai in Luperon. het ligt behoorlijk vol, maar 90% van deze boten
gaat hier nooit meer weg. Wij snappen dat wel!
Maar ik wilde dus zeggen... we vinden het moeilijk om te vertrekken uit Luperon. Toch houden we al vanaf onze eerste week het weer in de gaten. Want als er een weergat komt, moeten we verder. We volgen een lastige route die pal tegen de heersende tradewinds in gaat (oostenwind die gedurende het winerseizoen waait). 

De kust van de Dominicaanse Republiek is bovendien lagerwal waar een hoge deining kan staan veroorzaakt door een storm in de noord Atlantische wateren, duizenden kilometers ver weg. Die deining klapt op de noordkust van de DR uiteen. Verder is er een dagelijks patroon dat in de middag de oostenwind versterkt wordt doordat de lucht boven land opwarmt terwijl de lucht boven zee minder opwarmt. Zo ontstaat er een lokaal lagedrukgebied, wat in de loop van de middag de oostenwind versterkt.

DRAMATISCH?
Klinkt allemaal vrij dramatisch en dat is het ook als je geen rekening houdt met al deze zaken. Maar het devies is gewoon wachten totdat de weersomstandigheden afwijken van het normale patroon (bijvoorbeeld als gevolg van een koufront dat het gebied overtrekt, of als het hogedrukgebied dat normaal rond 30 graden noord ligt uitzonderlijk ver naar het zuiden zakt). Als je daar op wacht,dan is er niets aan de hand en is deze route, die vanwege de moeilijkheidsgraad ook wel 'the thorny path' (de doornige route) wordt genoemd, prima te doen. En dus houden wij het weer nauwlettend in de gaten. We moeten drie weken wachten voordat er een uitzonderlijke situatie ontstaat. Gelukkig maar, want daardoor hebben we de tijd om van de DR te genieten en onze lange lijst af te werken van dingen die we willen doen en zien. Wat mij betreft had het weergat nog wel een week of twee langer op zich mogen laten wachten.


HOE VIND JE EEN WEERGAT?
Weeroverleg tussen twee meteorologen
Dagelijks luisteren we naar Chris Parker (Marine Weather Center, geeft dagelijks via de SSB radio weersverwachting voor zeilers in de Carieb - alleen dat al is een prima reden om een SSB zender aan boord te zetten als je een zeilreis naar/door de Carieb gaat maken) en halen weerkaarten en weersverwachtingen binnen via internet. 

En ja, er komt een voldoende lang weergat voor de ruim 250 mijl naar Puerto Rico. Hoewel we daar twee etmalen over varen, hebben we minimaal drie rustige dagen nodig. De eerste dag is nodig om de zee te laten kalmeren; na een periode van harde wind staan er nog zeker een dag hoge zeeën en daar zouden we dan pal tegenin moeten varen. Dat is, om een understatement te gebruiken, niet zo leuk... Nadat de zee wat tot rust is gekomen hebben we dan twee etmalen nodig om onze bestemming te bereiken, maar liever nog een dag extra, zodat we een marge hebben, mocht er onderweg iets tegenzitten.

En zo komt de dag van vertrek. Zondagavond zitten we in de kuip van Antares en kijken nog eens goed om ons heen naar het fraaie landschap. Morgenochtend klaren we uit en vertrekken we uit dit mooie land. Niet alleen wij zijn verdrietig, ook Quirijn. Het bevalt hem ook erg goed in de DR en bovendien is er sinds een aantal dagen een Amerikaanse zeilboot met een zes jarig jongetje aan boord waarmee Quirijn het erg goed kan vinden.

UITKLAREN
Typisch straatje in de DR. Hier handelsstad Santiago.
Met gemengde gevoelens varen we maandagochtend in de bijboot naar de kant. Eerst langs immigratie, waar allerlei papieren worden ingevuld en onze paspoorten aandachtig bekeken. Vervolgens naar de douane. We moeten even wachten tot we het krappe hokje in kunnen; een mevrouw is de ramen aan het afnemen... en gebruikt de vlag van de Dominicaanse Republiek als poetsdoek(!). Ik durf er geen foto van te maken, maar het is een bijzonder tafereel. Als we even later weer buitenstaan, zien we dat de DR vlag die al die tijd aan een mast wapperde, weg is. Zou mevrouw hem na gebruik weer terughangen?

Daarna naar het havenkantoor, waar weer een riedel papieren wordt ingevuld en we moeten betalen omdat onze boot in de baai geankerd ligt. Niet dat er iets aan faciliteiten tegenover die betaling staat, maar zo hebben weer wat mensen werk*. We krijgen een briefje waarop staat dat we vanmiddag voor 13 uur de baai moeten verlaten. We willen, met het oog op ons weergat, rond tien uur al vertrekken, prima dus.

*) Dat was ook al tijdens het inklaren; toen moesten we ook nog langs de afdeling Agriculture. In een land met zo veel gewassen kunnen we ons er wel iets bij voorstellen dat zo'n land goed controleert wat er het land binnenkomt, maar deze 'controle' bestaat er uit dat wij bij mevrouw aan haar tafel aanschuiven, zij alle gegevens van onze boot noteert, wij twintig dollar betalen en zij ons een kwitantie voor de betaling overhandigt. Of de gewassen van de DR met dit proces worden beschermd, wagen wij te betwijfelen. Anyway, dat is ook de DR en we weten dat het inklarings- en uitklaringsproces in vrijwel alle havens van de DR met heel wat corruptie gepaard gaat. Dankzij zeilers die in Luperon zijn blijven hangen en er nu wonen en sommigen een cafeetje oid hebben, is de boel hier flink gestroomlijnd en niet (zo) corrupt.

MARINE
Dan zijn we klaar op het haventerrein, maar niet klaar met het uitklaringsproces. Een eindje verderop staat het kantoor van de marine. Dat staat boven op een heuvel, hoog boven alle andere instanties. Als onderschrijving van wie het hier voor het zeggen heeft; El commandante. Vroeger was er een bruggetje over het riviertje dat het havengebied scheidt van de heuvel waarop het fort van de commandant staat, maar die brug is zo te zien al jaren geleden ingestort. En dus rest ons niets dan het hele dorp doorlopen naar de volgende brug en aan de overkant weer het hele eind terug. Zou het via het eerste bruggetje twintig seconden duren, nu zijn we twintig minuten onderweg.


De dinghy steiger drijft niet helemaal meer. Maar wordt
nog volop gebruikt. Af en toe glijdt er iemand vanaf
het water in en mag zich dan 'lid van de Luperon
Duik Club' noemen.
De commandant en zijn collega's zijn de enigen die in uniform lopen. Legeruniform met kisten eronder. De commandant zit onder een veranda van palmbladeren achter een tafel op een stoel. Om hem heen zitten zes collega's van mindere rang, op de houten afrastering rond de veranda, die met een plastic kleedje in bloemetjesmotief in een soort zitplank is getransformeerd. 'No dispacho' is het antwoord op ons verzoek. We kijken hem niet begrijpend aan. Hij schut zijn wijze hoofd. Er worden vandaag geen dispachos uitgegeven. En zonder dispacho is vertrekken niet toegestaan. Waarom er dan geen dispachos worden uitgegeven, willen wij graag weten. 'Te gevaarlijk'. We kijken elkaar aan. Te gevaarlijk, wat te gevaarlijk? Het blijkt te gaan over het weer. Het is te gevaarlijk om te vertrekken. Het weer is te slecht. Nu zijn we sprakeloos. In al de achtentwintig landen die we tot nu toe tijdens onze reis bezochten, hebben we zoiets nog nooit meegemaakt. Iemand die het vertrek weigert, omdat het weer te slecht zou zijn.

En als het weer nu slecht zou zijn... Ja. Maar in alle tradewind omstandigheden, land-zee effecten, koufronten en oceaandeiningen die dit gebied kunnen tarten, zijn de omstandigheden momenteel uitzonderlijk goed... Langzaam denken we te begrijpen waarom zo veel cruisers in Luperon hun zeilreis verruilen voor een landleven... Je komt hier nooit meer weg...

We leggen El Commandante De Grote in ons beste Spaans uit dat wij een zeilboot hebben, die gemiddeld vijf knopen vaart en dat dit een uitzonderlijk goed weergat is dat wij optimaal kunnen en willen benutten voor en zo veilig en soepel mogelijke tocht waarbij veiligheid van schip en bemanning voorop staat en... Etcetera, etcetera.

... No Despachio ...

Mijn god, dit hebben we echt nog nooit meegemaakt en als we even later Norman spreken (een Amerikaan die hier al dertig jaar woont en zo'n beetje de belangen van cruisers behartigd), blijkt dit voor hem ook nieuw te zijn. Hij belt wat hier en daar naar hogere instanties, maar ondertussen verdwijnt ons weergat als sneeuw voor de zon.


-- vervolg van dit verslag door Hedda --


Als we even later met alle ontgoochelde cruisers in Wendy's bar zitten komt langzaam het besef dat we nog een laatste kans krijgen om nog van dit prachtige land te genieten. Iedereen oppert voor zichzelf nog mogelijkheden; nog een dag een motor huren, nog een hike of naar het strand. Wij besluiten om de volgende dag samen met de bemanning van de Amerikaanse boot Cygnes nog een auto te huren en naar de watervallen te rijden. Onder de bemanning van de Cygnes zijn 3 kinderen, Maya van 9, Patrick van 6 en Rosie van 3. Voor Quirijn fantastisch gezelschap. En zo vertrekken we de volgende morgen met 4 kinderen en 4 volwassenen in een auto richting de watervallen.

EN NOG EEN KEER...

Helaas kunnen kinderen onder de 8 niet omhoog naar de watervallen. Maar Walewijn offert zich op om bij de onderste waterval met alle kinderen te wachten. En als u het vorige blog heeft gelezen dan is dat voor hem een hele zware opoffering. Geweldig, zo krijg ik nu ook de kans om de watervallen te ervaren.

De 27 watervallen zitten er niet in, maar wel 12 en ik moet zeggen het is inderdaad geweldig! Je mee laten voeren door de stroom van het water tussen diep uitgeslepen rotsen, warm water dat van de rosten afklettert en het afglijden van zo'n waterval, Duinrell is er niks bij. Een minpunt hier zijn de gidsen. Zij willen de groep zo snel naar beneden loodsten zodat ze nog een groep kunnen begeleiden waarmee ze weer meer fooi kunnen verdienen. We proberen zo lang mogelijk te genieten, maar toch zijn we voor mijn gevoel te snel beneden.




LAST TRIP
Na de watervallen introduceren we de bemanning van Cygnes bij het lokale restaurantje in Imbert voor een echte lokale lunch voor een lokale prijs; 6 dollar voor 2 forse maaltijden en 3 drankjes!


Cacao vrucht aan de boom
Na de lunch hebben we nog voldoende tijd om nog rond te rijden met de auto. We rijden de bergen en zijn op zoek naar chocolade. We zien een bord met cacao en rijden het terrein op. Het blijkt een in- en verkooppunt van cacaobonen te zijn. We vragen aan een paar mannen die daar rondlopen of het mogelijk is om rond te kijken. Een van de mannen gaat het even vragen aan zijn baas. En even later krijgen we een rondleiding van de baas. Hij legt uit dat de boeren uit de omgeving hier hun rauwe cacaobonen verkopen. Hij laat ons de cacaovrucht zien met daarin de rauwe cacaobonen. Deze bonen zijn bedekt met wit vruchtvlees dat je kan eten. Hij laat ons het proeven en het is inderdaad lekker. Het heeft een zoet zurige smaak.


De rauwe cacaobonen worden vervolgens gefermenteerd en gedroogd en daarna doorverkocht aan de chocoladefabrieken. Onder andere aan een klein fabriekje daar om de hoek die gerund wordt door een paar lokale vrouwen. We waren op zoek naar chocolade. Helaas verkopen ze bij dit bedrijf alleen maar zakken vol cacaobonen en geen chocolade, maar bij de chocoladefabriek hier om de hoek wel en ook zelfs wijn. 




Die combinatie klinkt als muziek in onze oren. En dus kloppen we even later aan bij een klein huisje aan een bergweggetje. Het ziet er gesloten uit, maar even later gaat de deur open en een mevrouw met een haarnetje heet ons welkom. 

Ze legt uit dat we een 
rondleiding kunnen krijgen, maar dat ze daarvoor wel een kleine vergoeding vragen, 2 dollar per volwassenen. Het bedrijf heeft een kleine productie en zijn dus ook afhankelijk van giften.  





De Chocoladefabriek

Zo zijn de machines gedoneerd door een Amerikaanse vrouwenstichting. Het fabriekje is een vrouwen initiatief. Er werken uitsluitend vrouwen uit de omgeving. Zij maken verschillende soorten chocolade, gofio ( een poeder van maïsmeel, suiker en kaneel waarmee pudding of een drankje gemaakt wordt) en passievrucht- en kersenwijn. We krijgen de kans om van alles wat te proeven en besluiten om wat chocolade te kopen en een fles passievruchtwijn.



Hier worden busjes gevuld met cacaopoeder.



DOMINICAN EXPERIENCE COMPLETED
Na een mooie detour door de bergen keren we aan het eind van de middag terug in Luperon. Dit was een mooi afscheid van de Dominicaanse Republiek. Dankzij El Commandante is mijn Dominicaanse Experience compleet. Alles wat we konden en wilden doen hier hebben we gedaan; motor rijden, Santo Domingo en Santiago bezoeken, de bergen in, vers fruit van de bomen halen en de watervallen. Het was fantastisch. En nu is het tijd om te vertrekken.

EL DESPACHIO...
Na twee weken in de ankerbaai ziet de bodem van onze
bijboot er zo uit... Het groeit nogal hard aan hier, omdat er
veel zoet water van het eiland de baai in stroomt. Zacht gezegd,
niet het meest schone water... (riolering is schaars...). Toch
maar even met de snorkel het water in om onze schroef en
onderwaterschip schoon te krabben met een plamuurmes.
Ik ben er niet ziek van geworden.
De volgende ochtend staan we zenuwachtig op. Zou El Commandante het vandaag wel zien zitten om een aantal gekken in kleine zeilboten toestemming te geven om die grote boze oceaan te betreden? We hebben met de bemanning van Blabber en Wright Away afgesproken dat we met z'n allen naar El Commandante gaan. Aangekomen bij het kantoor blijkt El Commandante er niet te zijn. Puerto Plata wordt geroepen door de dienstdoende beambte. Ja, lekker dan. Wat voor spelletje wordt er nu weer gespeeld? We blijven wachten en er wordt wat heen en weer gebeld. Uiteindelijk krijgt een van de beambte opdracht om iets binnen te halen en we vermoeden dat we het toverwoord opvangen, Dispachio. De jongen komt terug met formulieren. Die moeten we invullen. Het lijkt erop dat er iets in werking is gegaan. Na het invullen krijgen we te horen dat El Commandante vanmiddag met zijn gevolg aan boord komt voor een check. Om 12:00 uur bij de steiger wordt er afgesproken.

Op de terugweg naar onze boot varen we nog even langs bij de Cygnes waar Quirijn aan het spelen is. Cygnes wil vandaag ook een Despachio halen om morgen te vertrekken. Zij kregen net te horen dat El Commandante onderweg is naar hun boot. Wat? Hij zat toch in Puerto Plata? Wij blijven wachten totdat hij arriveert. Er wordt wat heen en weer gepraat en uiteindelijk komt er een afspraak te staan voor half 3. Dan gaat hij alle boten die willen vertrekken tegelijk controleren. Maar inmiddels  staat de bemanning van Wright Away en Blabber bij de steiger te wachten op El Commandante. Na wat heen en weer gepraat daar op de steiger komen ze uiteindelijk om half 2.
Wij vertrekken. Deze visboot komt net aan.

Ben van de Blabber is gecharteerd als taxiboot en vaart El Commandante en zijn gevolg van de ene boot naar de andere. Overal waar El Commandante komt wil hij wel wat drinken en soms zelfs wat eten. Bij ons wil hij cafeïne. Ik bied hem een flesje cola aan en verontschuldig mij dat het niet koud is. Dat wij geen koelkast hebben. Dan wil hij koffie. Tuurlijk, dan zetten we koffie. Alles voor die Dispachio. Koffie is naar zijn smaak niet zoet genoeg. Suikerpot graag. Komt eraan! Misschien een koekje erbij? Ik geef hem een pakje met 6 koekjes. Hij wil nog zo'n pakje voor zijn collega. Tuurlijk. Bescheidenheid is de El Commandante vreemd. Maar dan uiteindelijk komt er een stempel op het papier dat wij vanmorgen hebben ingevuld en wenst hij ons een Buen Viaje!
Yes, we kunnen vertrekken!


Adios Republica Dominicana !





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.