donderdag 9 maart 2017

WAAR ZIJN DE TRADEWINDS ALS JE ZE NIET NODIG HEBT?

In de Carieb waaien de tradewinds. Oostenwind, meestal windkracht vijf of zes. Vanuit Luperon in de Dominicaanse Republiek willen we naar Sint Maarten. En dat ligt pal oost, tegen de tradewinds in. De voor de hand liggende tactiek is wachten tot de tradewinds worden onderbroken door een koufront, dat meestal vanuit de Golf van Mexico over Florida richting oost/noordoost trekt. Na de passage van zo'n koufront volgt dan, afhankelijk van de sterkte van dat front, een of een paar dagen met noordelijke wind en kun je weer een stukje verder naar het oosten varen. Dan wacht je weer tot het volgende koufront, dan soms dagen maar soms ook pas weken later komt.

Alleen werkt die tactiek voor ons niet, althans in ieder geval niet voor de eerste 250 mijl want die beslaat de noordkust van de Dominicaanse Republiek en de Mona Passage tussen Dom Rep en  Puerto Rico. Met een sterke noordelijke wind is dat niet fijn. Daarna kunnen we via de zuidkust van Puerto Rico en volgen nog wat kleine eilandjes, dan de US en British Virgin Islands waarna nog een traject naar Sint Maarten, weer pal oost tegen de tradewinds in dus weer wachten tot de tradewinds inzakken als gevolg van een passerend koufront.

Hedda hijst de gastenvlag van Puerto Rico.

Op wind uit een westelijke hoek hoeven we niet te rekenen; ik heb de statistieken er nog eens op nagekeken, gedurende de maand februari is (gelijk andere wintermaanden) de kans op wind uit een noordoostelijke tot zuidoostelijke richting... 98%. Slechts 1 tot 2 procent van de tijd komt de wind uit een min of meer westelijke richting.

LUPERON -BOCQUERON
We vertrekken uit Luperon met de gewenste despachio (zie vorig blog) in de achterzak. Daarmee mogen we 120 mijl oostelijk stoppen in de Samana Baai. Dat zijn we helemaal niet van plan, maar als er onderweg iets gebeurt kunnen we in ieder geval uitwijken. Bovendien ontlopen we met een despachio de moeizame en mogelijk kostbare uitklaringsprocedure van de Dom Rep. Waarschijnlijk wacht er nu nog steeds iemand in Samana Baai op onze aankomst...

Ons doel is Bocqueron aan de westkust van Puerto Rico en die 254 mijl varen we in twee etmalen. Tussen de Dom Rep en Puerto Rico ligt de honderd mijl brede Mona Passage. In die passage wordt de wind versterkt, doordat het tussen de twee hoge eilanden door waait (venturi effect). Verder kan er een ruwe zee staan omdat de zee van duizenden meters diepte op ondieptes van een aantal tientallen meters stuit. En dus willen we graag de Mona Passage door op een vrij(wel) windstille dag.

STUITEREN
Vrijdag 17 februari is zo'n rustige dag en om daar op tijd te zijn, vertrekken we woensdagmiddag uit Luperon en nemen de dan nog ruwe zee aan de noordkust van Dom Rep voor lief. De eerste uren motorzeilen we terwijl golven vanaf de boeg tot over de buiskap heen klappen. Om 20 uur begint mijn eerste wacht en is het voor Hedda een hele toer om te slapen op de stuiterende boot. Quirijn was gelukkig erg moe en slaapt de hele nacht door. Tegen het einde van mijn eerste wacht (om 00.00 uur) nemen de golven wat af waardoor ik een stuk betere rust heb dan Hedda. 

In de loop van de nacht zwakken wind en golven gelukkig nog verder af en gedurende de donderdag varen we op de motor onder een strakblauwe lucht langs de mooie Dominicaanse noordkust, met uitzicht op haar hoge bergen.

Op de foto's zie je een lange deining (net als hoge golven) nooit goed. Tot er een boot naast je vaart en de hele romp
wegvalt in de deining. Hier vaart de Blabber ons voorbij.

RELAXEN
We zitten een groot deel van de middag op het voordek in het zonnetje, terwijl de stuurautomaat stuurt. We passeren de Samana Baai en in dit jaargetijde komen walvissen hier om te paren. We zien een aantal keren in de verte walvissen boven water uitspringen. We weten niet of we het jammer vinden dat we ze alleen van veraf zien... Wij voelen ons erg klein vergeleken met hen. Einde van de middag trekt de wind weer aan (dagelijks patroon door opwarming van de lucht boven land) en volgt weer een stuiteravond, maar gelukkig stukken minder dan de vorige dag.

Dat puntje aan de horizon dus... een springende walvis.


Op zoek naar walvissen



DE BERUCHTE MONA PASSAGE?
Quirijn maakt een hut van kuipkussens... wij zitten met
onze billen op het kale hout...
De volgende dag kunnen we ons nauwelijks voorstellen dat we in de 'beruchte' Mona Passage varen. Strakblauwe lucht, geen windrimpel op het water en alleen een lange, trage deining als gevolg van slecht weer ver weg op de oceaan. 

He is zo rustig in de Mona Passage
dat we klusjes kunnen doen.
De motor en stuurautomaat doen het werk en een licht briesje geeft ons af en toe een zetje mee via het grootzeil. We doen wat klusjes aan boord en eind van de middag gooien we het anker uit bij Bocqueron, Puerto Rico. Eerst slapen, morgen maar inklaren.


BOCQUERON - PONCE
Zaterdagochtend luisteren we, zoals iedere ochtend, naar Chris Parker op de SSB radio. Hij verzorgt dagelijks weersverwachtingen voor cruisers in de Carieb. Hij verwacht dat de wind nog een dag of zeven a acht rustig zal zijn, waarna de tradewinds terugkomen. We kijken elkaar aan... ons plan om rustig langs de zuidkust van Puerto Rico te scharrelen waarbij we steeds een klein stapje verder varen gedurende de nacht en vroege ochtend omdat de tradewinds dan minder sterk zijn gaan in de prullenbak. Als we nog naar Sint Maarten willen, dan moeten we gebruik maken van deze kans.

vuurtoren op de zuidwestpunt van Puerto Rico
Inklaren laten we maar even zitten, we halen het anker op en varen die middag 25 mijl verder, het hoekje om naar de zuidkust van Puerto Rico. 

We vinden de zuidkust fraai met een glooiend landschap dat verder van zee vrij steil omhoog loopt tot een aantal bergen, de meeste gaan schuil in donkere dreigende wolken. Tegen het begin van de avond naderen we de beoogde ankerbaai.






ALLES TEGELIJK
We houden de kaart en betonning goed in de gaten want buiten de vaargeul liggen verschillende ondieptes. We hebben inmiddels de wind in de rug dus laten het grootzeil ook nog even bijstaan. Dan ziet Hedda dolfijnen voor de boeg, pakt de camera en verdwijnt met Quirijn naar het voordek. Ik zie ondertussen een boeitje dat ik niet kan thuisbrengen en vermoed dat het een ballon is, maar vraag Hedda om dat te bevestigen. Ondertussen bedenk ik dat we nog een vislijn achter onze boot hebben hangen, dus loop naar het achterdek. Daar zie ik dat we beet hebben. Aj... We naderen een krappe ankerbaai, hebben ondieptes om ons heen, een boei of ballon die we niet kunnen thuisbrengen, het grootzeil staat nog op, dolfijnen rond Antares en een vis aan de haak...

Die vis blijkt een barracuda te zijn. Hij is net zo lang als Quirijn (1.05 meter) en heeft hele scherpe tanden. En wat jammer is, een barracuda kun je beter niet eten want ze kunnen in de loop van hun leven schadelijke stoffen in hun lichaam hebben opgeslagen, waar wij dan weer ziek van kunnen worden.

SIGHTSEEING AT TOPSPEED
Handig. Een fietsreparatiepaal.
Quirijn sleutelt aan zijn step. 
Zondagochtend varen we door naar Ponce, een fraaie oude stad, waar we brandstof tanken en inklaren. Antares ligt aan een mooring langs een boulevard waar de inwoners van Ponce zondagavond flaneren. Wij doen gezellig mee, samen met de Blabber bemanning. De volgende ochtend horen we op de SSB dat het weergat om naar Sint Maarten te komen kleiner wordt. 

Toch willen we Ponce bekijken en besluiten om nog niet direct te vertrekken. Dus staan we 's morgens vroeg bij de poort van de marina op zoek naar een lift. En dat lukt. Een half uur later lopen we door de prachtige binnenstad van Ponce. Helaas is het maandag en bovendien een feestdag waardoor vele cafés, musea en overige bezienswaardigheden gesloten zijn. We zijn dus snel uitgekeken en nemen een taxi terug naar de haven. Daar besluiten we nog even langs het Hilton resort te gaan waar we weer lekker genieten van het zwembad. Na afloop nemen we ook nog eens een lekkere douche met warm water.


Antares voor de boulevard waarop de Ponce inwoners ieder weekend flaneren.



Zo, even lekker relaxen in het resort.


De dag daarop vertrekken we naar St. Croix. Na vier maanden komt het moment van afscheid nemen van de Blabber bemanning. Zij varen naar Vieques. Maar we gaan ze wel weer treffen ergens, al is het maar om de vijf dollar te overhandigen die ze nog van ons tegoed hebben (ja, ja, Ben en Ing, zijn we niet vergeten!).

PONCE - ST CROIX
Het tempo ligt hoog, dinsdagochtend vertrekken we voor een traject van ruim 100 mijl naar St Croix, het meest zuidelijke eiland van de US Virgin Islands. We vervolgen ons traject langs de zuidkust van Puerto Rico en als we eind van de middag uit de luwte van het eiland komen neemt de noordenwind flink toe, als gevolg van het venturi effect rond de hoge bergen. We leggen twee riffen in het grootzeil en draaien het voorzeil terug tot een klein puntje.

TE SNEL
De golven klappen weer over de boeg en spoelen de gangboorden vol water. Ondanks het kleine zeiloppervlakte en de golven die ons afremmen, varen we continu boven zeven knopen en regelmatig boven acht. En ja, dat is problematisch... we gaan te hard. Als we zo doorvaren, komen we om vier uur 's nachts op onze bestemming (Christiansted op St Croix) aan. Daar liggen riffen en dat willen we bij daglicht doen. Gelukkig weten we dat de wind in de loop van de nacht afneemt en naarmate wij een paar uur verder van Puerto Rico vandaan zijn, neemt ook het venturi effect af.

VERASSING
Dit is dus niet de Antares, maar de Rogue.
Gedurende mijn laatste wacht krijg ik de boel maar niet goed lopend. De wind is afgenomen, de zee nog rommelig, zeker omdat we nu lagerwal boven de kust van St Croix varen, er staat te weinig druk in de zeilen, maar ik wil de twee riffen er niet uithalen omdat dat op de hobbelige zee in het donker te gevaarlijk is en bovendien is de wind vlagerig, er komen steeds squalls over. En dan zo'n eerste nacht op zee is altijd vermoeiend dus ik heb het wel gehad allemaal. Maar gelukkig wordt het ook vandaag weer licht en bij het eerste ochtendlicht lopen we Christiansted binnen. En daar zien we, tot onze verassing, de Rogue voor anker liggen. Een Trintella 44, die de dag na ons vertrek in juli 2014 uit Zaandam ook vertrok uit Zaandam. In Frankrijk en Portugal kwamen we de Rogue nog eens tegen en daarna niet meer. Twee jaar geleden werd hij verkocht in de Carieb aan een Braziliaan en 's middags maken we kennis met hem en drinken kokosmelk op de Rogue. Het blijft een kleine wereld, de cruisers wereld!
  






TEGENVALLER
Ik vind Christiansted erg tegenvallen, na Luperon oogt dit wel erg toeristisch met een boardwalk met toeristencafes, een duikschool, souvenierwinkel en georganiseerde boottochtjes. Het ziet er naar mijn beeld ook erg verlopen uit, ik vermoed dat dit eiland de laatste halte is voor veel oude Amerikanen. Zo te zien gaat het ook achteruit hier, we hoorden eerder al dat de grootste werkgever op het eiland een jaar geleden de deuren sloot en we zien failliete restaurants en cafés. Maar Hedda is het niet met mij eens en ziet de fraaie kant van het dorp. Mooi herstelde fortificaties waarin je nog goed de Scandinavische hand herkent uit de tijd dat dit Deens grondgebied was. Overigens is het ook in handen geweest van de Britten, Spanjaarden, Fransen, Hollanders en nog een land, maar dat ben ik even kwijt. Nu is het Amerikaans.

ST CROIX - ST MAARTEN
De volgende middag (donderdag 23 feb) halen we ons anker alweer omhoog voor de 90 mijl naar Sint Maarten. Motorzeilend varen we op een vlakke zee de nacht in en tijdens onze wachten zijn we druk met scheepvaart, we herinneren ons dat dit vorig jaar ook het geval was toen we van Sint Maarten naar de BVI's voeren. Een groot deel van de nacht vaart de Windsurf naast ons, een grote (of het grootste?) cruise-zeilboot van drie verdiepingen. In 2012 voer hij ook een halve nacht naast ons, toen we onderweg waren van Honfleur naar Boulonge-sur-mer langs de Franse kust. Verder zien we diverse cruiseschepen, tankers en andere vrachtschepen en diverse zeilboten op de AIS en rond ons.

Vrijdagochtend 24 februari valt ons anker in Simpson Baai. Het voelt een beetje alsof we thuis komen, we lagen vorig jaar bijna drie maanden op Sint Maarten. Nog voor het ontbijt lig ik in het water om het onderwaterschip schoon te maken, dat was in drie weken Luperon behoorlijk aangegroeid met pokken en dit is de eerste plek waar het water helder genoeg is dat ik goed zicht heb.

CLUBHUIS
Twee uur later gaan we door de Sint Maarten Simpson Bay brug langs de Yacht Club, waar al druk gewerkt wordt aan de komende Sint Maarten Heineken Regatte. En diezelfde avond zitten we in HET cruisers clubhuis van Sint Maarten (of misschien wel van de Carieb?) Lagoonies. En Lagoonies maakt haar reputatie direct weer waar want we treffen er twee zeilers die we hier vorig jaar voor het laatst zagen toen zij vertrokken naar Nieuw Zeeland. Wij wisten niet beter dan dat zij daar nog altijd waren en tot twee weken geleden was dat ook zo, maar inmiddels hebben ze een andere boot gekocht in de Carieb en kwamen ook vandaag op SXM aan. Wij kunnen onze ogen niet geloven dat wij hen hier zien. Wat een leuk weerzien met de bemanning van de Omweg!

We ontmoeten nog meer oude bekenden (de ene zagen we januari 2015 voor het laatst op de Canaries, een ander in april 2015 in Suriname, weer anderen een jaar geleden in de BVI's en hier in SXM) en we maken kennis met cruisers die we nog niet eerder ontmoetten.

MOE MAAR VOLDAAN
En zo sluiten we een lange nacht en dag af in de lokale Chinees, met veertien andere cruisers rond de Chinese (rijst)tafel. We zijn moe maar erg voldaan dat we in anderhalve week 500 mijl oostelijker zijn gekomen op een route die onder normale tradewind omstandigheden zo lastig is en zo lang kan duren. Als we de volgende ochtend wakker worden, horen we de tradewinds alweer door het want gieren. En dat zal de komende weken nog wel zo blijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.