zondag 30 oktober 2016

VAN BEAUFORT NAAR BEAUFORT IN TWEE DAGEN

Aan de Solent in Zuid Engeland ligt de 'Beaulieu River'. Terwijl wij op de Inter Coastal Waterway (ICW) onderweg zijn naar Beaufort moet ik steeds aan die rivier denken. 

Vroeg in de ochtend verlaten we Orient, N.C.
Of eigenlijk aan een avond, jaren geleden, dat wij in een haven in Cowes -ook aan de Solent- tegen onze Engelse buren-voor-een-nacht vertelden dat we morgen naar de 'boolieu river' wilden. Ze keken ons glazig aan. 'Boolieu River, boolieu River?' Nee, dat zei onze buren niets. Toen we vertelden dat die rivier toch echt heel dichtbij lag, notabene recht tegenover Cowes -we wezen daarbij naar de overkant, in de richting van die rivier-, reageerden ze met een instemmend 'ahhhh, you mean the bjoeoeoeoelieieieie river'.


TWEE BOOFOORRS
En nu zijn we onderweg naar Beaufort. Maar hoe spreek je dat hier uit? We proberen 'Boovor'. Is het niet. We proberen 'bjoewfor'. Ook niet. Wat het er niet makkelijker op maakt, is dat er notabene twee Beaufort's zijn hier. Een in North Carolina (N.C.) en een in South Carolina (S.C.).

Echte Amerikanen spreken Beaufort anders uit dan Beaufort, zodat je aan de uitspraak kunt horen of het om de N.C. of S.C. variant gaat. Verder zit er ook nog een nuance verschil in de uitspraak, al naar gelang de Staat waaruit de Amerikaan afkomstig is, die het woord 'Beaufort' in de mond neemt.
Zo kun je aan de uitspraak van Beaufort dus horen of het de stad in North Carolina of Zuid Carolina betreft en bovendien uit welke Staat de uitsprekende persoon komt. Hartstikke handig. Maar ik heb geen idee. Het enige dat een Amerikaan kan afleiden uit mijn Beaufort uitspraak is dat ik in ieder geval niet uit Amerika kom en waarschijnlijk denkt hij dat ik onderweg ben naar Frankrijk.

WE GAAN TE SNEL...
Quirijn laat zijn boot nog even
uit voordat we de zee op gaan.
Na de tewaterlating op 20 oktober haasten we ons een aantal dagen over de ICW om op tijd in bjoewfor (?) te zijn, om te profiteren van een weergaatje waarin we ruim 300 mijl naar bowfhor (?) kunnen varen. Of zo iets... Dinsdag 25 okt gooien we samen met de Blabber bij het eerste ochtendlicht de lijnen los van de free dock in Oriënt en varen eerst 30 mijl over de ICW naar Bjoe.. Boe.. uhm, de North Carolina variant... waar we de zee op kunnen.

We hebben rond drie knopen stroom mee en dat komt ons slecht uit. Voor we de zee op gaan moeten we nog de afwas doen, binnen alles zeevast zetten, de zeekaarten opzoeken in de voorhut, waypoints in de gps zetten, een rif in het grootzeil leggen, alle landvasten en stootwillen opruimen, de joon in elkaar zetten en plaatsen, een nieuwe strookje spinaker stof op het blad van de windvaanstuurinrichting maken (zo'n strookje zorgt ervoor dat de windvaanstuurinrichting ook bij minder wind blijft sturen), handschoenen uit het vooronder opduiken (tja het is nu echt koud op zee, vooral 's nachts!) en nog veel te veel andere dingen. 

Maar door de stroming gaan we zo hard dat al halverwege het takenlijstje Beaufort in zicht komt en met nog vier taken te gaan spoelen we al tussen de duinen door de oceaan op.

IDEALE OMSTANDIGHEDEN... DUREN NOOIT LANG
We rollen snel het voorzeil uit en met een heerlijk lopende wind van ruim 20 knopen zeilen we onder een wolkenloze lucht met zeven knopen naar het zuiden. De windpilot doet het stuurwerk en de aflandige wind geeft golven van rond een meter en die komen bovendien van achteren in, dus doen ons weinig. Dit is perfect zeilen, maar toch hebben we moeite om te genieten... We weten dat zo'n situatie nooit lang duurt en we moeten nog twee etmalen.


Fullspeed de zee op. De Blabber verlaat Beaufort N.C.
En inderdaad. Drie uur later zakt de wind geleidelijk in. De golven bouwen juist op omdat we verder van de kust komen. En ook de deining van de harde wind afgelopen dagen komt er doorheen, uit een net andere richting. Beetje kruisgolven dus, gelukkig niet te gek. Maar net genoeg om het optimale samenspel van wind en zeilen uit balans te brengen. We slingeren als een gek en iedere keer neemt dat de druk uit de zeilen. De snelheid zakt onder 4,5 knoop en het voorzeil klappert bij iedere schommeling. Bovendien komt de wind nu pal van achteren, wat ook al niet gunstig is voor snelheid en zeilvulling. We houden het nog ruim een uur vol en dan maar weer de motor aan. Jammer, de voorspelling was dat de wind pas in de loop van de volgende ochtend minder-dan-zeilbaar zou worden maar helaas...

DUBBELE SHOW
Toch is er weinig te klagen. De motor snort en de reserve stuurautomaat die we in New York installeerden doet het stuurwerk (voor niet-zeilers, de windvaanstuurinrichting oftewel Windpilot heeft wind nodig om de boot te kunnen sturen en is er geen wind, dan hebben we een elektrische stuurautomaat. Die stuurt vannacht dus). We hebben de afgelopen maanden ook wat nachten zelf moeten sturen, toen de stuurautomaat het niet deed, dus het voelt als een heerlijke luxe om het stuurwerk uit handen te geven.


Bovendien speelt zich boven de boot een fantastische show af. Duizenden, nee miljoenen sterren. Ik betwijfel of we er eerder zo veel zagen. Eigenlijk zou iedereen eens in de gelegenheid moeten  zijn om dit te zien! De maan komt pas tegen vier uur in de ochtend op en tot die tijd schijnen de sterren hun licht op ons. We zien veel vallende sterren en wensen allebei altijd hetzelfde als we die zien terwijl we onderweg zijn. Maar het schijnt dat je, wat je wenst, niet hardop mag uitspreken en dan zal je het wel ook niet mogen opschrijven... Zeevarenden zijn bijgelovig. Dus. ... Oefen ik ondertussen maar op mijn Beaufort uitspraak.

Tijdens Hedda's wacht roept ze mij uit mijn slaap. 'Waal, kom kijken, dit is zooo gaaf!'. Buiten kijken we samen naar de zee, waar zich een tweede show afspeelt. We zien lichtgevende strepen snel door het water schieten. Naast de boot, er voor, achter en onder de boot door. Het zijn dolfijnen die komen spelen en hun verplaatsing kleurt als een witte streep op in het donkere water. Geflankeerd door het spuiten als ze even boven water komen om adem te halen. Zo mooi.


Woensdag weer een lekker zonnige dag en we krijgen weer regelmatig bezoek van dolfijnen die voor de boeg van Antares spelen. We denken -hopen- dat we momenteel zo ver zuidelijk zijn dat de handschoenen weer even opgeborgen kunnen worden. Vannacht was het voor het eerst sinds dagen weer wat minder koud en volstonden twee dikke truien, een zeilpak en muts. Maar de herfst zit op onze hielen, dus we varen door. Woensdagmiddag kunnen we nog eens een aantal uurtjes zeilen maar bij zonsondergang moet de motor weer aan. 'Van bjoewfor naar boejvoor' spookt het  door mijn hoofd op het ritme van de motor. Of was het nou van 'bjoevoor naar bouwfoor?'.




Het is koud onderweg, dus tijd voor stamppot met worst!
Donderdagochtend varen we met Blabber de Port Royal Inlet in en vervolgens de laatste 20 mijl over de ICW naar Beaufort. S.C. We hebben dikke stroom tegen, dus meer dan genoeg tijd om de afwas te doen, de zeilspullen op te ruimen en schoon schip te maken. We ankeren donderdagochtend 27 oktober op de Beaufort River. Zo. 

Een week geleden nog op de kant in Deltaville en nu zijn we al ruim 500 mijl verder. Dat voelt s-u-p-e-r goed!




In Beaufort S.C. ligt de Lady Island Bridge. Hij was te zien in de film Forest Gump
(die scene dat Forest jarenlang aan het rennen is en op een brug door pers wordt bevraagd).

LADY'S ISLAND MARINA
Orkaan Matthew heeft aardig huisgehouden in South Carolina.
Vrijdagochtend verhuizen we naar Lady's Island Marina en worden daar, met dank aan andere Nederlandse zeilers, met open armen ontvangen door havenmeester Steve. Dick en Anita van de Kind of Blue, die Steve jaren geleden al eens ontmoeten in Washington D.C. en afgelopen voorjaar samen met Ron en Joce van De Verleiding hier waren. En de bemanning van de Blabber die afgelopen zomer hier ook al waren.





Wat een workshop!

We mogen de douches gebruiken, de wasmachines, dinghydock, de loungeroom met grote televisie en goed internet, de mega workshop... WoW! Ik vond dat wij in de Bruynzeelhaven in Zaandam al zo'n geweldige klusruimte hebben met werkbank en allerlei apparatuur, maar nu ik dit heb gezien... Kijk zelf maar. Dit is de droom van iedere cruiser!





MICRO CAR
schildpadden
Een haaientand(je)
De leenauto is helaas drie dagen geleden in de prak gereden. Maar, zo zegt Steve, neem gewoon de auto van mijn vrouw. Dat doen we, samen met Ben en Ingrid van Blabber. In het land van de SUV's en Pick-up trucks is Geo Metro (wie ooit van dat merk gehoord?) een klein muisje. Zonder achterbank ook, dus Hedda, Quirijn en Ingrid doen (politietechnisch) alsof ze op een achterbank zitten. Gaat prima. We doen wederom boodschappen en bezoeken een kreek waar we schildpadden en alligators zien zwemmen. Verder vinden we haaientanden (echt waar!) op een strandje.

Naar het tankstation
De laatste meters naar het tankstation start de auto niet meer. Niet door gebrek aan brandstof, maar waarschijnlijk omdat de last van vijf personen plus een lading boodschappen wat te veel wordt voor het ouwe karretje. Al duwend bereiken we de pomp en nadat we de ramen van onze Geo hebben gewassen... start hij weer. Logisch, nietwaar?



SOCIAL EVENTS
We kunnen hier nog even niet weg, er is simpelweg te veel te doen op de haven. We worden direct opgenomen in het sociale leven hier. De haven ligt vol cruisers en een deel ervan zagen we eerder al eens in de Carieb. Zondag is er een pot luck (soort picknick) voor alle boten met kinderen en maandagavond gaan we met wat dinghys door de kreek naar een woonwijk voor 'trick or treat'; een soort 11 november Sint Maarten, maar dan met Halloween. Quirijn gaat verkleed als piraat langs de huizen.

Op onze ankerplek in de kreek heerst de rust en op de haven zijn er de sociale ontmoetingen. Prima plek hier. 'When do you leave for the Bahama's' is een veel gehoorde vraag op de steigers. En 'Where did you come from now?' wordt ons ook vaak gevraagd. 'From Boefoor, we left tuesday and arrived here thursday' antwoord ik. 'Ha, ha! Boefoor!' is het antwoord van Pete, een zeiler die de hele zomer hier is blijven hangen. 'And it took you TWO WHOLE DAYS all the way from there?' Hij wijst op het stadje aan de overkant van de kreek. Heb ik toch weer de verkeerde uitspraak te pakken.

TOT SLOT - artikel in Zeilen
Deze maand (november) staat er in Zeilen Magazine een artikel over ons bezoek aan de Britse Maagden Eilanden, waar we dit voorjaar waren. 'Kantoor The Baths'.

En, zo te zien, een groot artikel over de Vendee Globe, de geweldig indrukwekkende solo non-stop round the world race die aankomende zondag 6 november start vanuit Les Sables d'Olonnes - vlakbij opa Jan en oma Anita... race petten verkrijgbaar via Jan ;-)


dinsdag 25 oktober 2016

ZES DAGEN WINTERSTALLING

Terwijl de boten in Nederland naar de winterstalling gaan, doen wij aan de andere kant van de oceaan niets anders. Alleen niet voor zes maanden, maar voor zes dagen. 

Een soort pitstop dus, waarbij we het onderwaterschip van Antares voorzien van een paar lagen nieuwe antifouling, de romp nog eens poetsen, de windvaanstuurinrichting servicen en nog een hele reeks andere werkzaamheden uitvoeren. 

Over de werkzaamheden is verder niet zo veel te vertellen. Die verliepen prima en niet in de laatste plaats door Quirijn, die de eerste dag uren lang pokken van het onderwaterschip heeft gekrabd. 'Kijk, hier zit nog een beestje in' hoorden we regelmatig enthousiast van onder de boot als hij weer een kokkel tegenkwam die nog gevuld was. Nog een paar jaar en Quirijn kan al het werk voor ons doen.


Helaas... het zeilseizoen zit er weer op. Antares op weg naar de winterstalling.

DELTAVILLE YACHT CENTER
laddertje XXXXL
We liggen met de boot in Deltaville, aan de Chesepeake Bay. Het is hier een plattelandsdorp maar dan met rond de twaalf jachthavens. Dat is mooi want zo is er wat concurrentie waardoor de prijzen en de service prima zijn. Het is zelfs stukken goedkoper om je boot op de kant te hebben staan, dan in de haven te laten liggen. Een zeilboot uit Canada wordt hier voor een periode van twee weken achtergelaten en verblijft niet in de haven, maar gaat de kant op. Dat is goedkoper!

Over de werf zijn we erg tevreden. Onze boot wordt pal naast het toilet-/douchegebouw geparkeerd waardoor we bijna vanuit het gangboord met een boogje in de toiletpot kunnen plassen. Bijna he... We doen het toch maar op de camping manier en lopen op onze flipflops een paar meter naar het toiletgebouw. Dat is ook geen straf, want waar we normaal gesproken via een wankel laddertje aan boord moeten, krijgen we hier een trap waarvan we denken dat hij vroeger dienst deed als toegang naar een Boeing 747, in de tijd dat JFK Airport nog geen slurven had.

COURTESY CAR
De Mannen gaan onderweg. Op naar de bouwmarkt (en het cafe)
En er is meer goed nieuws. De werf heeft een 'courtesy car', een leenauto dus. Dat is handig zeg! Met een echte Amerikaanse SUV cruisen we naar het dorp om inkopen te doen. Meerdere keren. 

Antares is nu afgeladen vol met boodschappen voor als we straks weer op de Bahama's zijn (daar is weinig te krijgen en wat te koop is, is haast onbetaalbaar). We rijden de auto voor de boot en via de vliegtuigtrap laden we alles aan boord. 
Een stuk makkelijker dan met de bolderwagen naar de supermarkt en alles via de bijboot (een paar keer op en neer) aan boord brengen.


ONDIEP
Alle voorraden zo van de auto aan boord.
We voelen even de luxe van thuis.
Al dat bevoorraden zorgt er evenwel voor dat we, samen met onze volle watertanks (800 liter) en dieseltank (450 liter) een stuk dieper liggen. Bij aankomst liepen we al vast en door extra gas te geven sleurden we Antares door de modder het laatste stukje door het kanaaltje naar de haven... dus de uittocht komt extra nauw. 

We vertrekken net voor hoogwater en het lukt om de uitgang naar de Chesepeake Bay weer te vinden.



He,he... het winterseizoen zit er weer op. Tijd voor het nieuwe vaarseizoen..

SNOWBIRDS
We zijn welkom in North Carolina
Over een week of zes moeten we de USA verlaten en de dagen na onze tewaterlating varen we weer lange dagen zuidwaarts. Wat een verschil met de heenweg. Toen voeren we vrijwel alleen, maar nu maken we deel uit van de grote groep (hoofdzakelijk pensionados) die jaarlijks de tocht zuidwaarts maakt langs de Amerikaanse Oostkust naar de Bahama's. Het grootste deel brengt dan in de Bahama's de winter door en trekt in het voorjaar weer noordwaarts. 'Snowbirds' worden ze genoemd en we worden nu omringd door veel andere zeilboten en continu voorbij gesjeesd door snelle motorboten. 

In Great Bridge, net ten zuiden van Norfolk, ligt een sluis en voor velen is dat de eerste en/of enige sluis die ze ooit in hun leven nemen. Dus is er veel stress bij de boten om ons heen en dat is voor een Nederlander natuurlijk wel erg komisch om te zien. Er staat personeel op de sluismuur om de lijnen aan te pakken en je ziet het ongeloof in zijn ogen als wij hem vertellen dat we 'thuis' ieder weekend minimaal twee keer en soms wel vier keer een sluis nemen. 
Het is druk . De snowbirds zijn onderweg. 'Koedemiddak Antares' horen we soms op de marifoon. Het zijn Amerikanen die in Nederland zijn geboren, hebben gewerkt of er vrienden hebben.
Afmeren zoals we dat vroeger met een Valk deden in Friesland.
Na de sluis willen we aan een van de twee steigers waar je gratis een nacht mag liggen. Op de heenweg hebben we er (illegaal) vijf nachten gelegen en in al die tijd lagen er twee andere boten... Nu liggen de twee steigers vol met in totaal twaalf boten. Geen plek meer. Het alternatief is de naastgelegen marina, maar die 110 USD/nacht houden we liever in de zak en we meren gewoon af aan een tegenovergelegen kade met de landvasten op de 'Friese Methode': gewoon om de boom heen.
Alsof we nog niet genoeg voorraden hebben... In Great Bridge onderweg naar de supermarkt. De Dollar Tree verkoopt pakken houdbare melk en die vind je in de USA haast nergens. We kopen de hele voorraad op. Vandaar dus... die bolderwagen.


TEMPO
De dagen korten, het is licht van 7 uur 's ochtends tot 19 uur 's avonds en die tijd gebruiken we weer volledig om te varen. In het donker is het op de Intercoastal Waterway vrijwel niet te doen omdat de vaargeul zo smal en slingerend is, maar sommige delen voeren over een meer en zo sprokkelen we er soms een extra uurtje bij. 

Na een aantal dagen stopt onze dieptemeter er mee stopt. Ajajaj... de ICW is net buiten de vaargeul soms maar 50 centimeter diep en de route is niet overal exact gemarkeerd dus... ajajaj... Het is erg ongelukkig dat juist op de ICW dat ding het niet meer doet! Heeft het altijd gedaan. We varen een halve dag met diepte 0.0 en dan springt hij op 5.4 en blijft die waarde drie uur staan. We lopen de bekabeling na, 3.8, smeren een koppelstukje, 4.2, en praten lieve woordjes tegen onze dieptemeter, 5.6. En we piekeren ons suf over verdere mogelijkheden. Ik snorkel in het koude water naar de dieptegever, 2.4. Nu, twee dagen later, doet hij het weer een beetje. 

Inmiddels liggen we rond mijl nummer 185 en we moeten naar iets van mijl nummer 1150 ofzo. Nog een lange weg te gaan. 
Antares (achtergrond) aan de steiger met de Blabber.

Vandaag hergroepeerden we met een van de twee Nederlandse boten waarmee we twee weken geleden lunchten bij Sint Mary College; de Blabber. Zij reserveerden haast met gevaar voor eigen leven een prachtige ligplek aan een steiger in het dorp Oiental. Super goed geregeld!! 

We hopen de komende dagen een stuk over zee te kunnen varen, maar dat is nog even afhankelijk van een koufront dat wel of niet hier overkomt en wat dat wel of niet voor consequenties heeft voor de windrichting en wel of niet de windsnelheid en niet of wel de golven. 


donderdag 13 oktober 2016

WASHINGTON... STAD VAN VEEL WOORDEN

TIJD
We waren twee weken in Washington D.C. Dat was een week langer dan gepland, zo gaat dat met zeilen. Je bent afhankelijk van de elementen en die stonden op rood vorige week, vanwege orkaan Matthew. Net als in New York,waar we wat langer moesten blijven vanwege orkaan Hermine, vinden wij die vertraging bepaald niet vervelend. Een grote stad ervaren wij als een heerlijke plek om verwaaid te liggen.


Wisten wij niet, maar wij Nederlanders hebben de Amerikanen een cadeautje gegeven. Wil je weten wat? Lees dan verder...


Wachten geeft ook mooi de tijd om een blogbericht te typen. Misschien wel te veel tijd want tot mijn schrik heeft dit blogbericht astronomisch vormen aangenomen met meer dan vijfduizend(!) woorden. Nu ja, dat kan ook juist komen doordat ik juist te weinig tijd had, want 'schrijven is schrappen' en juist dat schrappen kost veel tijd. Of, zoals Simon Carmiggelt ooit schreef: 'ik heb geen tijd om je een korte brief te sturen, daarom stuur ik je een lange'. En dan te denken dat ik tegen Hedda zei dat ik niet zo goed wist wat ik moest schrijven, want Washington is gewoon een stad die we bezochten, zoals wel meer mensen een -of deze- stad bezoeken. Dus dat is allemaal niet zo bijzonder, wie wil dat nou lezen?


BESCHAAMD...
Nu ja, met het schaamrood op mijn wangen om zo veel woorden plaats ik het bericht toch maar, je kunt er altijd voor kiezen om het niet te lezen, nietwaar? En ik zal, zodat je als lezer makkelijk kunt overslaan wat je minder interesseert, de stukjes over de stad Washington blauw kleuren, zodat je die eventueel kunt overslaan. En het lange deel over mijn toelating tot de Library of Congress of Washington D.C. (Jawel!) nog in een ander kleurtje, donkergeel, kun je dat ook overslaan. Als je durft.

(P)RESIDENTIE WASHINGTON
Vanaf de monding van de Potomac River varen we in 2 1/2 dag naar Washington. Gelukkig kunnen we alweer grote stukken zeilen. Naarmate we verder het binnenland in komen, wordt de rivier steeds fraaier. Smaller en meer slingerend met lange bochten geflankeerd door bossen en af en fraaie huizen.


Einde dag twee stoppen we vijftien mijl voor Washington D.C. bij Mount Vernon. Hier woonde George Washington, de eerste president van de Verenigde Staten. 




begraafplaats Washington's
Zijn huis is nu een museum en biedt een prachtige inkijk in het leven van de elite in de tweede helft van de achttiende eeuw. Het lag toen decentraal en men was daarom behoorlijk zelfvoorzienend. Groentetuin, fruitbomen, botanische tuin, een eigen smederij, weverij, bakkerij, zouthuis,rookhuis (voor het vlees). 

Fraai uitzicht over de Potomac River vanaf Mount Vernon













Het was een bedrijf op zich met naar schatting rond vierhonderd slaven. Alle gebouwen en de gronden zijn teruggebracht naar hoe het was in die tijd. Washington en zijn vrouw liggen op het landgoed begraven en de graftombe lijkt wel een bedevaartplaats, waar we in een rijtje moeten wachten om er plechtig voorbij te mogen lopen. Al met al vinden we het landgoed zeer de moeite waard.


Blogspot dingetje... ik krijg deze foto's niet mooi naast elkaar.




STAD VAN... LAAGBOUW
Maandag 25(?) september varen we de laatste vijftien mijl naar Washington D.C. De aankomst is even minder indrukwekkend dan in New York. Kennelijk is er in Washington een verbod op wolkenkrabbers, de hoogste gebouwen tellen hooguit twintig verdiepingen en staan bovendien ver buiten het centrum. Als we langs Alexandria varen, een stad op vijf mijl van Washington, zien we nog niets van de Amerikaans hoofdstad. Heel merkwaardig. Dan zien we in de verte een paar elementen die we herkennen van televisie. De koepel van het Capitool en de grote piramide; het Washington Monument.

'KEN HET?'
We hadden onze tocht niet al te best voorbereid, zo blijkt als we bij Alexandria varen. Het is tenslotte gewoon honderd mijl de rivier opvaren en we weten dat anderen ons voor zijn gegaan, dus ach, dan moet het voor ons toch ook kunnen? Met de kaart in de kuip volgen we gewoon de rivier. Maar in Alexandria zien we een brug voor ons opdoemen. Als we op onze kaart kijken uit 1998 (je kunt niet van de hele wereld actuele kaarten hebben) zien we dat de brug te laag is voor onze mast. Op de digitale kaart van onze kaartplotter (2008) zien we een notitie 'brug in aanbouw'. Hmm... het zou dus best kunnen dat er inmiddels een nieuwe brug is gebouwd en die zou best hoger kunnen zijn dan de oude... en misschien is ie zelfs hoog genoeg voor ons...


Deze dus...

Bij de brug zien we slagbomen en een wachtershuisje. Daar zou je uit kunnen concluderen dat de brug niet hoog genoeg is en voor ons open moet. Het brugwachtershuisje is evenwel onbemand, wat er weer op duidt dat je een brugopening ruim van tevoren moet aanvragen en dat zou kunnen beteken dat we wel onder de brug door kunnen, want onze mast is niet hoger dan gemiddeld.

We nemen maar wat gas terug en zoeken de peilschaal, die naast alle bruggen in het water staat en de vrije doorvaarthoogte aangeeft. Dat geeft de benodigde zekerheid. Maar natuurlijk ontbreekt de peilschaal bij deze brug. Heel langzaam varen we de laatste meters naar de brug toe. Het is altijd zo (hoe hoog een brug ook is) dat je, als je omhoog kijkt langs de mast, er honderd procent zeker van bent dat je NIET onder de brug door kunt. Dus op ons oog kunnen we ook al niet vertrouwen. Er rest ons niets dan heel, heel zachtjes verder varen. En jawel, de nieuwe brug is hoger. Stukken hoger zelfs, we passen er prima onderdoor.

ANKEREN
In Washington kun je ankeren in een zijkanaaltje van de Potomac River. Dicht bij de stad, hartstikke handig. Tot twee maanden geleden mocht je in het gehele kanaal ankeren, maar het Waterfront wordt geüpgraded met nieuwe appartementen, nieuwe steigers, pieren en restaurants en hoewel op de artist impression de zeilboten al hun zeilen gehesen hebben als ze de havenbox uitvaren (het zijn nooit zeilers die artist impressions maken) mag het uitzicht van de dure appartementen natuurlijk niet worden verpest door geankerde zeilboten. En dus rest ons een strookje ankerruimte ten zuiden van het waterpolitie kantoor.


Ankerplek Washington D.C. Met uitzicht op het Washington Monument
helikopters vliegen af en aan over onze amkerplek

Maar na een aantal dagen krijgen verschillende van de vijf geankerde boten bezoek van de havenpolitie. Ze liggen te ver zuid. Dat mag dus ook niet. Daar is een politie academie en die willen ook geen boten voor de deur. De boten moeten verkassen en komen zo wel erg dicht op elkaar te liggen. Wij vermoeden dat het een ontmoedigingsbeleid is en dat de boel net zo ver in elkaar wordt gepropt, totdat passanten zelf voor een mooring of de haven kiezen. Wij liggen net op het randje, dus mogen blijven liggen. Maar ik denk dat dit komt omdat we niet aan boord waren toen de havenpolitie langskwam, want als we naar de afbakening kijken liggen we duidelijk in 'verboden gebied'. Dus zo streng is het gelukkig ook niet, maar als het zo doorgaat kun je over een aantal jaar niet meer bij Washington ankeren.


En sommige zijn heel bijzonder. Zoals deze, met twee
rotorbladen aan de zijkant. Soort kruising van heli en vliegtuig
Voor 10 USD per dag mogen we onze dinghy achterlaten in de Gang Plank Marina en we kunnen er ook gebruik maken van de wasmachines en drogers en van heerlijke douches. Wat een luxe! Het is een grappige haven, met de grootste live-aboard community van de Amerikaanse Oostkust. Stuk voor stuk nette boten en een centraal terras waar de bewoners af en toe samen koffiedrinken. Jammer dat we zulke legale woonhavens in Nederland niet hebben. Als dit in Amsterdam was, kochten we ook zo'n twee verdiepingen grote motorboot en gingen in zo'n haven wonen!

STAD VAN... MUSEA
Dagelijks wandelen we na het douchen naar 'The Mall', wat in D.C. geen shoppingmall is, maar het langgerekte grasveld tussen het Capitool en Washington monument. Aan dat grasveld grenzen veel musea en die zijn allemaal gratissss. Dat vinden wij fijn en we bezoeken dan ook vrijwel alle musea.


Een van de allereerste GPS-en
Quirijn's favoriet is het Luchtvaart en Ruimtevaart museum en wij zijn ook wel onder de indruk van de bijzondere vliegtuigen die daar hangen.

Zoals het vliegtuig 'Spirit of S. Louis' waarmee Lindbergh in 1927 als eerste mens non-stop de Atlantische Oceaan overstak... In 33 uur tijd... Nee, dan gaat het in onze moderne tijd natuurlijk allemaal stukken sneller. Wij doen er tegenwoordig... Uhm... een week of vijf over... met Antares. 


En een nog vroegere 'GPS'; de sextant
Ook hangt er het prachtige knalrode Lockheed Vega (het lijkt wel of we er verstand van hebben, maar we lezen het gewoon in de boekjes) waarmee Amelia Earthart recordvluchten maakte.





Allemaal in de uitverkoop...
Verder een wetenschapslab voor kinderen, waar termen als windstroom en lift zo eenvoudig worden uitgelegd dat Quirijn niet de enige aan boord van Antares is die het begrijpt. 

Tenslotte een hal volledig in het teken van de Gebroeders Wright en sinds we met Hedda's oom en tante de heuvel van Kitty Hawk bezochten (waar de Wrights hun eerste geslaagde vluchten maakten) hebben we een zwak voor hun verhaal.

GAVROCHE
Samen met Ursula en Ivan van zeilboot Gavroche bezoeken we het American Native museum. Erg veel zien we niet want we zijn te druk met bijpraten. We ontmoetten de Gavroche in Spanje en de Canaries en zagen elkaar een jaar geleden voor het laatst, op Grenada. Terwijl wij de Potomac River opvoeren, kreeg ik een uitnodiging op LinkedIn van Ursula. 'Lawyer in Washington D.C. Region' stond er bij haar naam. He, kijk nou eens! Wij leefden in de veronderstelling dat zij ergens in Midden Amerika waren en zij hadden geen idee dat wij net onderweg waren naar Washington. Hoe toevallig dat we klaar nu treffen! Erg leuk weerzien en alle Nederlandse zeilers die hen onderweg hebben ontmoet, krijgen de hartelijke groeten.


In het American Native Museum kun je ervaren hoe wiebelig een eskimo kano is. Je gaat op het bankje zitten en moet dan proberen zo lang mogelijk balans te houden. Meeste mensen halen nog geen tien seconden.
Maar ja, daar is natuurlijk geen kunst aan voor een kleuter die al twee jaar op een boot woont...  Kano 'BEGINNER' wordt overgeslagen en Quirijn gaat gelijk voor 'ADVANCED'. Maar daar is ook al geen lol aan te beleven... Hij gaat er maar bij liggen met zijn armen onder zijn hoofd en wacht ontspannen tot de minuut balanceren vol is. Ha, ha.
Nu nog leren fietsen... Want daar heb je veel meer aan als je straks naar school moet...

Onder de paraplu nemen we afscheid van de Gavroche bemanning. De regen komt al dagen met bakken uit de hemel. Het houdt gewoon niet op. We blijven zelfs een dag aan boord vanwege de regen. Even met de dinghy naar de wal en we zijn al volledig doorweekt.

En koud dat het is! K-o-u-D zeg. Na lang nadenken, herinneren we ons dat het dekbed ergens onder het bed in de voorpunt ligt. Anderhalf jaar niet meer gebruikt, maar nu hard nodig. Gelukkig verdwijnt de regen en gedurende de tweede week hebben we nog een paar mooie dagen met zon. Maar de kou blijft. Lange broeken, truien, jassen en schoenen. Het is even wennen na anderhalf jaar korte broek en flip flops.

STAD VAN... BOULEVARDS
Washington is niet gemaakt om te lopen, zo ondervinden wij dagelijks. De afstanden zijn simpelweg groot. Niet omdat er nou zo veel gebouwen staan, nee, de straten zijn alleen maar zo lang en breed om te imponeren. 

Dat doen ze hier, net als in de rest van de wereld overigens, met grote boulevards, enorme parken, brede grasvelden en monumentale gebouwen. 'Dit is de hoofdstad van de wereldmacht' wordt je hier overal ingeprent. Maar, als je het imponeren even buiten beschouwing laat, zie je vooral erg veel nutteloze ruime waarop je als voetganger je schoenzolen naar de Filistijnen wandelt. Ik heb al wandelend (je hebt genoeg tijd om te denken als je hier van het ene naar het andere gebouw loopt) proberen uit te rekenen wat het maaiveld onderhoud jaarlijks kost. Maar in zo veel nullen kan ik niet denken.



 Washington is overigens relatief nieuw, ruim 200 jaar oud. Het werd ontworpen als DE Hoofdstad van Amerika, een land dat ten tijde van de eerste plannen net vijftien jaar bestond. Het moest groots, groter en imponerender dan wat er in de oude wereld te vinden was. Net als de gebouwen overigens, zo lees ik een beschrijving over een van de gebouwen hier: '...Italian Renaissance design. The elaborately decorated façade and classical interior represented the young nations growing cultural nationalism and its optimism for the future...'.


De Fransman L'Enfant maakte in 1791 het ontwerp voor de stadstructuur, met centrale pleinen en radialen in combinatie met een gridstructuur, wat doet denken aan het plan Hausmann voor Parijs. Niet zo wonderlijk, want dat stamt uit de decennia ervoor.

Het Capitool vormt de centrale plek in het plan. Vanuit daar lopen acht radialen uit naar alle richtingen, dwars door de gridstructuur heen. Deze boulevards maken dat je overal in de stad plotseling weer in de verte het Capitool (gelegen op een heuvel) in al haar glorie ziet liggen. In de stad zijn meer pleinen en/of centrale plekken waarvandaan radialen door de stad lopen. Zo kun je midden in de stad vaak kilometers ver kijken in de lengterichting van een weg. Mooi hoor! Tussen het Capitool en het Witte Huis (ook op een heuvel) ligt ook zo'n radiaal, de Pennsylvania Avenue. Die symboliseert, zo lezen we, de connectie en de afstand tussen de politieke functie van het Witte Huis en van het Capitool. Ook mooi!

Maar er zijn meer aardige elementen, daar moesten we even op studeren voor wie die door hadden. Alle radialen hebben namen van Amerikaanse Staten waarbij het aantal lettergrepen van de naam verband houdt met de ligging in de stad. Zuidelijk van 'New York Avenue' (2 lettergrepen) ligt 'Maryland Av.' (3) En zuidelijk van 'Massachusetts Av.' (4 lettergrepen) ligt 'Pennsylvania Av.' (5). Heel mooi!


De zon gaat prachtig onder achter het Washington Monument. Je kunt met een lift helemaal naar de top van het monument. Alleen is de lift tot nader bericht buiten gebruik. Dus is het monument gesloten. Jammer.


VOORRADEN AANVULLEN
Voor de fietsloze wandelaar is het echter behoorlijk aanpezen in Washington. Zeker wanneer we ontdekken dat een uur van onze haven een Wallmart is, wat te aanlokkelijk is omdat we daar onze voorraden goed kunnen aanvullen. Met een afgeladen bolderkar en drie volle boodschappentassen per persoon lopen we het hele uur weer terug naar de haven. 

Ter hoogte van het Capitool zet Quirijn ons nog even op de foto (zie bijgaand) wat een wat gek plaatje oplevert; het vertrouwde beeld dat we kennen van het acht uur journaal, maar dan in plaats van de politiek verslaggever met microfoon twee bepakte zwervers in beeld.


Gelukkig voor ons stond Twan Huis (of wie er momenteel reporter is in Washington) er niet net verslag te geven... Jullie hadden je vast doodgelachen als je ons al ploeterend achter de correspondent door het beeld hadden zien schuifelen.

STAD VAN... MONUMENTEN
We bezoeken ook een aantal monumenten in Washington, zoals het karakteristieke U.S. Marine Corps War Memorial, dat Hedda nog kent uit haar geschiedenisboek van de middelbare school. 


En we bezoeken monumenten van Amerikanen die -laten we zeggen- in de geschiedenis van het land een bepalende rol hebben gespeeld. We verbazen ons over hoe groot die monumenten zijn. Bijzonder, vinden wij dat. Of eigenlijk belachelijk. Maar dat zeggen we niet natuurlijk. Waarschijnlijk  zijn we gewoon te Nederlands. Neem het monument van Jefferson. Een Griekse tempel als betrof het Zeus. Vinden wij wat aan de forse kant. En dat van Lincoln dan. Ik onthou mij van een uitspraak. Maar goed, ik kan mij zo even niet het Nederlandse monument voor Colijn voor de geest halen, misschien beslaat dat ook vijfenvijftig voetbalvelden...?

WW II Memorial op de voorgrond, daarachter het Lincoln Memorial



Ook het monument voor Frankljn Roosevelt vind ik vrij fors, bedenk ik mij terwijl ik op een van de vele bankjes op zijn plein met watervallen om mij heen kijk. Absurd groot, dat komt meer in de buurt. Bizar gewoon. Als ik even later verder wandel, blijken er om de hoek nog vier pleinen van dezelfde grootte te liggen, ook met watervallen, beelden en citaten van Roosevelt. Hoort ook nog bij het monument... Het duizelt mij allemaal een beetje.

Ik zal eerlijk zijn, we hebben niet a-l-l-e monumenten in Washington bezocht. Je zou jaren bezig zijn. Alles en iedereen lijkt in Washington een monument te hebben. Ik zal er eens een paar noemen. Lees je mee? Daar gaan we...

Naast boven genoemde zien we het Webster monument, Scott monument, Samuel Hahnemann Memorial, Thomas mon., Burke mon., Gompers mon., farragut mon., mcPerson, Barry, Juárez, Von Steuben, Kosciuszko, Rochambeau, Lafayette, Vitcims of Communism Memorial (ECHT WAAR!), National LAW Enforcement Officers Memorial, American Legion Freedom Bell, Christopher Columbus Memorial Fountain, Rush, Galvez, Rawlins, First Division Memorial, Sherman Statue, Pershins mem. Pulaski, Darlington Fountain, Lincoln (ANDER MONUMENT DAN ZIJN GROTE MONUMENT), Pike, National Japanese American Memorial to Patrionism, San Martin, Discobolos, Butt-Millet Memorial, Zero Milestone, National Christmas Tree (SEIZOENSGEBONDEN?), Einstein, Bolivar, Artigas, Second Division Memorial, Boy Scout Memorial, Original Patentees, Franklin D. Roosevelt stone, Hale, Hancock, Temperance Fountain, Grand Army of the Republic Memorial, Marshall (NIET VAN 'HET PLAN'), Meade, Blackstone, Robert A Taft Memorial, Veterans of Foreign Wars of the US, Haupt Fountains, Bulfinch Gatehouse, Mellon Fountain, Vietnam Veterans Memorial, Three Serviceman, Vietnam Womens Memorial, Lock Keepers house, German-American Friendship Garden, 56 Signers of the Declaration of Independence Memorial, National Garde plaque, Peace, Garfield (NIET DIE POES), Henry, Carousel, Downing Urn, Washington Monument, Jefferson Pier Marker, World War II Memorial, Lincoln Memorial, Korean War Veterans Memorial, DC War Memorial, 

John (DAAR IS IE WEER!...) Paul Jones Memorial, World War I Memorial, Japanese Lantern and First Cherry Tree Plantjng, Floral Library, Maine Lobstermen Memorial, Womens Titanic Memorial, MartinLuther King Jr. Memorial, Franklin Delano Roosevelt Memorial, Douglas, Francis Scott Key Memorial, Seabees of the US Navy Memorial, United Spanish War Veterans Memorial, Lyndon Baines Johnson Memorial grove, Navy and Marine Memorial, Cuban Friendship Urn..., George Mason Memorial, First Air Mail Flight Memorial,  Pentagon Victims (NEE, DIE IS NIET VOOR DE MENSEN DIE SLACHTOFFER ZIJN VAN DE DADEN BEDACHT IN HET PENTAGON), US Air Force Memorial, US Coast Guard Memorial, Tomb of the unknowns, Third Infantry Division Memorial, Challenger and Colombia Space Shuttle Memorial, Civil War unknowns Memorial, Equestrian Statue of Sir John Dill, American Armored force Memorial, 101st Army Airborne Division Memorial, Fourth Infantry Division Memorial en het Admiral Richard Byrd Memorial.

Theodore Roosevelt heeft uiteraard niet een gewoon monument, maar een heel eiland in de Potomac River, waar vier 'buitenkamers' de man eren. Theodore Roosevelt Island Memorial dus.

NETHERLANDS CARILLON
Het Carrillon
En dan is er nog het 'Netherlands Carillon'. Wij wisten dat niet. Maar 'we', de Nederlandse bevolking, hebben een carillon geschonken aan de bevolking van de Verenigde Staten, als dank voor de bevrijding en bevestiging van de vriendschappelijke banden tussen onze landen. 

Koningin Juliana heeft de eerste bel overhandigt in 1952. 

We hebben geluisterd en we moeten zeggen, het lijkt even net alsof we naar het klokkenspel van de Nederlands Hervormde kerk in Dordrecht luisteren. We voelen ons even thuis. 

Kennelijk hebben we er geen onderhoudscontract bij cadeau gedaan, het ding roest behoorlijk. Misschien kan een van de lezers een inzamelingsactie opstarten?


Uitzicht vanaf (onder aan) het Carillon over Washington.


MATTHEW
Zo komen bij orkaan Matthew. De eerste week Washington vliegt voorbij met het bezoeken van alle musea en een aantal monumenten en dus nadert onze geplande vertrekdag rap. Maar wij volgen sinds eind september de ontwikkeling van een lagedrukgebied dat op de Atlantische Oceaan onderweg is van Afrika naar Carieb en dat, hoewel nog heel erg ver weg, misschien ook voor ons verstorend kan werken. We besluiten dat het beste is om in Washington, ver van zee, af te wachten. Dicht aan de kust is een orkaan vaak op zijn sterkst en ontstaan er gevaarlijke overstromingen door de stormvloed.

We luisteren ieder ochtend naar een maritiem weerbericht van Chris Parker op de SSB radio en horen de onvoorstelbare windsnelheden in de staten zuidelijk van ons; Florida, Georgia, South en North Carolina. In de dagen voorafgaand aan de orkaan hoorden we diverse cruisers op de SSB radio die momenteel in die gebieden zijn, daar beschutting zochten en zich klaarmaakten voor de orkaan. Na de orkaan horen we hen niet meer.

Windsnelheden van 90 a 100 knopen en vlagen van 110 tot 120 knopen... Daar kun je je niets bij voorstellen, ook al zie je de beelden op televisie. Hoe verschrikkelijk moet dat zijn? 40 knopen is windkracht 8, dan moet je al tegen de wind inleunen om te blijven staan. 65 knopen is windkracht 12 en een orkaan. En bij Matthew gaat het dus niet om 65 knopen, maar om 100 knopen en meer...

Het orkaanseizoen loopt tot circa 1 november en wij moeten voor die tijd al richting het zuiden varen om op tijd zo ver zuid te zijn, dat we een weergat kunnen pakken om uiterlijk begin december (dan verloopt ons visum voor de USA) naar de Bahama's te varen. We blijven het weer in de gaten houden.

STAD VAN... MONUMENTALE BOUWSTIJLEN
US Supreme Court
Voor wie wil weten hoe de Akropolis er uit zag in haar hoogtijdagen,  of de tempel van Delphi... Boek een vliegticket naar Washington. Wij zijn even perplex als we oog in oog staan met het US Suprême Court. We kijken snel om ons heen. 'Ja, daar staan gewoon auto's. En daar wappert een Amerikaanse vlag', gaat er door ons heen. We waren even bang dat we via een tijdscapsule in Athene rond jaar 0 terecht waren gekomen. De bouwers van Washington hebben echt alles uit de kast gehaald om grootsheid en historie uit te stralen. Ik moet toch even lachen. Het Supreme Court, het Thomas Jefferson Memorial en het Lincoln Memorial (op de trappen waarvan Martin Luther King overigens zijn beroemde 'I have a dream' toespraak hield)... alledrie zijn ze gebouwd in de stijl van een Griekse tempel.


De Akropolis. Maar dan zo'n 2000 jaar later in de vorm van het Lincoln Memorial in Washington D.C. 

Jefferson heeft ook al zo'n Grieks Paleis

Het Witte Huis
En zo zijn er meer imponerende gebouwen te vinden, in diverse stijlen. Met pilaren van meters dik, koepels zo groot dat het hele Museumplein in Amsterdam er onder past en trappartijen zo hoog dat je denkt zo de hemel binnen te kunnen stappen. Welbeschouwd is het Witte Huis waar Obama met zijn gezin zit opgescheept maar een armoedig tuinhuisje.
En het Witte Huis zoals we het minder vaak zien, van de voorkant. Met President in Spe, 'Ready for Action'.

De kolommen van het National Museum of Natural History zijn zo dik, dat de bouwers naar Australië hebben moeten reizen om daar de funderingspalen vast te bouten aan de aardkorst. Denk ik. Het Capitool kun je onmogelijk zonder hoofdletter schrijven, maar in de schaduw van dat gebouw liggen ook weer meerdere imposante gebouwen. Wat te denken van het Thomas Jefferson Building. Hier is het Library of Congress gehuisvest. Als toerist kun je de hal bezoeken, een Gutenberg bijbel in een vitrine bekijken en je kunt van achter een raam een blik werpen op de Main Reading Room, met een plafond in de vorm van een koepel, vijftig meter hoog! Toeristen mogen niet in die zaal komen, maar geregistreerde leden van de bibliotheek wel. Nu wil ik een dagje gaan schrijven en wat is een inspirerender ruimte dan...? Juist.

INTERMEZZO: 
HOE WALEWIJN LID WERD VAN DE LIBRARY OF CONGRESS
Het moet mogelijk zijn om 'reader' te worden van de Library of Congress. Eens kijken of mij dat lukt. Ik trek mijn overhemd aan en netste broek (rekbaar begrip, mijn netste is er een die je in Nederland waarschijnlijk al lang zou hebben weggegooid). Paspoort mee, die heb je nodig om je te registreren. Bij het Jefferson Building bestijg ik de lange trappen naar de ingang en sluit aan in de rij met toeristen om het gebouw te betreden. Ik trek een hoofd van 'Tsss... Al die toeristen in mijn werk gebouw', dat doet het vast goed bij het bibliotheek personeel. Tas en riem door het scanapparaat en zelf door zo'n Schipholpoortje. Lampen op groen. Dat gaat goed.


Thomas Jefferson Building Library of Congress Washington D.C.
 Heeft u een pasje?
Ik meld mij bij de Informatiebalie met mijn paspoort in de hand, met het verzoek om in de Reading Room te werken. Of ik een pasje heb? Nee... Nou, dat kan ik hier niet krijgen, daarvoor moet ik naar de James Madison Building. 'That's the building next to this building'. Klinkt dichtbij, maar zoals je eerder in dit blogbericht hebt kunnen lezen, liggen de gebouwen nogal ver uit elkaar.
De centrale hal van de Library of Congress

Maar eerst moet ik nog de uitgang van Thomas Jefferson Building vinden. De mevrouw van de info balie wijst mij die. Een hoek om, trap af en nog een hoek om sta ik in een lange gang. Geen uitgang. Ik ben de weg kwijt. Het duurt minuten en vele gangen en trappen voordat ik de uitgang vindt. Buiten loop ik het bordes en de trap af en dan via een trottoir, grasperk, monument, fontein, bomenrij, zes banen brede boulevard, bomenrij, fontein, monument, grasperk, trottoir, trap en bordes naar de metershoge voordeur van het James Madison Building.

Balie 1 en 3
Eenmaal binnen gaan mijn tas en riem door de scanner en ikzelf door een Schipholpoortje. Lampen op groen. Door een lange gang loop ik naar kamer 140 en meldt mij bij mevrouw van balie 1. Al haar vragen beantwoord ik met 'no' waarna ik moet plaatsnemen achter een computer met een digitaal formulier waarbij ik uiteraard vastloop op postcode en telefoonnummer, die niet corresponderen met het Amerikaans systeem.


James Madison Building
Nadat dit is overwonnen moet ik door naar balie 3. Balie 2 zie ik nergens. Er zitten nu drie mevrouwen achter even zoveel bureaus met allemaal een computer en fototoestel voor zich. Ik ben de enige klant en moet plaatsnemen op het wachtbankje. Als ik ga zitten word ik direct naar voren geroepen en meld mij bij mevrouw 1. Ik overhandig mijn paspoort en moet een digitale handtekening zetten. Dan moet ik op een andere stoel gaan zitten en 'klik' sta op de foto. Ik moet weer op het wachtbankje plaatsnemen en net als ik zit, word ik naar mevrouw 1 teruggeroepen. Zij overhandigt mij een pasje met daarop mijn naam, foto en handtekening en de vermelding dat ik lid ben van de Library of Congress Washington D.C. Ha!

Na een frisse wandeling langs perk, fontein en ach... Je begrijpt het wel... sta ik weer in de rij toeristen voor het Thomas Jefferson Building. Mijn pasje prominent in de hand, die een 'tsss... Al die toeristen in mijn werk gebouw' blik zelfs overbodig maakt maar voor de zekerheid zet ik hem toch op. Tas en riem door de scanner. Walewijn -Member of the Library of Congress Washington D.C.- de Vaal door het schipholapparaat. Lampen op groen. Zichtbaar groener dan eerder vanmorgen, als je het mij vraagt.

Garderobekamer
Aan de informatiebalie mevrouw vraag ik of ik mijn tas mee mag nemen in de Main Readers Room. Dat mag niet, ik moet naar de garderobekamer. Dat is de trap af en dan het hoekje om, maar toch verdwaal ik weer hopeloos. Twee gangen door, hoek om, nog een gang en nog een hoekje. Dan dezelfde weg weer terug. Ben ik dus al twee keer langs de garderobekamer gelopen. Laptop mag mee. Papier ook. Eten en drinken natuurlijk niet. Snap ik. Fototoestel zeker niet. Foto's maken in de Reading Room is ten strengste verboden! O.k., o.k..., sorry hoor! Ik krijg een doorzichtig tasje waar ik mijn laptop in moet vervoeren.

Gangen labyrint
Op naar de Main Reading Room. Die enorme ronde zaal, midden in het gebouw met de vijftig meter hoge koepel er bovenop. Niet te missen toch? Op de begane grond tel ik vierentwintig deuren, maar geen enkele leidt naar Het Paradijs. Op de eerste verdieping ook al niet. Op de tweede vind ik alleen de Main Reading Room Overview, waar de toeristen van achter glas een blik op de leeszaal kunnen werpen. Terug naar de eerste etage. Nog eens goed kijken. Nee. Naar de begane grond. Nee. Weer naar boven, waar ik een medewerker de weg vraag. Ik moet helemaal naar de kelder want ik bevind mij nu in het voorste deel van de bibliotheek en ik moet onder de grote leeszaal, die centraal ligt, door naar de achterste deel van de bibliotheek. Daar weer omhoog en dan daar naar binnen. Juist ja.

In de kelder -helemaal vrij van toeristen- bevindt zich een lange gang, waarvan onduidelijk is waar die heen leidt. Streng verboden voor iedereen behalve personeel van de bibliotheek, staat er in rode hoofdletters boven de deuren. In Amerika moet je dat soort teksten serieus nemen, voor je het weet ben je je visum kwijt en wordt zonder pardon uit het land gezet. Ik ben geen medewerker dus stiefel eerst maar eens een andere lange gang in. Daar vind ik alleen gesloten deuren. Andere kant hetzelfde. Tja... Als een hoogspringer klaar voor zijn aanloop kijk ik schuchter om mij heen. Pas als ik er zeker van ben dat niemand mij ziet schiet ik de verboden gang in. Die leidt naar een ondergrondse T-splitsing. Rechtsaf gaat de bocht om en loopt dood. Terug dus en linksaf. Deze gang loopt in een flauwe bocht waarin ik de loop van de Main Reading Room meen te herkennen. Logisch.


Totdat de gang overgaat in een andere gang die zo lang flauw de andere kant oploopt, dat ik voor mijn gevoel onder het vijf kilometer verderop gelegen Witte Huis uitkom. Ik schat dat het luikje dat einde van de gang in het plafond zit, precies onder het bureau van de Oval Office uitkomt. Misschien dat Monica Lowinski eens per ongeluk die uitgang nam? Ik verkies de volgende deur en kom weer op een dwarsgang uit. Al die tijd geen mens gezien. Ik tel elf deuren. Allemaal gesloten en met namen waar ik niet wijs uit wordt. 

De Lift
Net als ik op het punt sta om op de gok maar een deur te openen, verschijnt een man uit de gang waar ik ook net uitkwam. Hij loopt naar een deur en drukt op een knop, waarna de deuren openen. De kamer blijkt een lift! De man verdwijnt en als ik op de knop wil drukken, komt er een vrouw uit de gang. Kiest zij ook voor de lift? Nee. Zij verdwijnt in kamer LMG05.

Ik kies voor De Lift. Eenmaal binnen bestaat mijn vervolgkeuze uit G, B, 1, 2, 3, KR of X. Die laatste lijkt mijn een 'Sjakie en de Grote Glazen Lift' knop. Te riskant. Dan weet ik het. Twee. Dat moet het zijn. Natuurlijk Walewijn. 2. Dat is het! Die balie die ontbrak in het James Madison Building waar ik een pasje moest aanvragen. Balie 2. Dat MOET een verborgen hint zijn naar de Main Readers Zaal.

Ping! Vol verwachting zie ik de deuren openen en stap de lift uit. Weer een gang met gesloten deuren. Maar nu zie ik dat zich achter een van de gesloten deuren een trappenhuis bevindt. Via het trappenhuis verken ik de andere verdiepingen en leer dat het aantal subtrappen niet gelijk staat aan het aantal verdiepingen, waardoor ik mijn hoogtegevoel nu ook kwijtraak. 

Weer een gang.
Maar systematisch alle verdiepingen aflopen werpt haar vruchten af. Ik eindig in een gang met grote openstaande deuren. Er staat een grote balie met daarachter een beveiligingsman. En een Schipholpoortje. Op goed geluk toon ik de beveiliger mijn pasje en doorzichtig tasje en hij knikt goedkeurend. Ik wandel door de open deuren en belandt weer in een gang. Maar deze is anders dan alle anderen. Hier ligt deftig tapijt. Hier is houten lambrisering. En deze begane is breder. Langs de kant staan twee lage tafels en twee hoge, gesloten tafels die erg officieel aandoen. Achter de laatste zit een man gebogen over een blaadje. Automatisch beweeg ik mijn pasje en tasje in zijn richting maar bedenk mij dan plotseling. Misschien hoort hij niet bij dit theater?En is hij ook gewoon een 'reader', net als ik? Ik besluit gewoon door te lopen en wordt niet teruggeroepen. 

Walhalla
Dan betreed ik de zaal der zalen. Dikke zuilen steken vijftig meter omhoog. Tussen die zuilen steken smalle gangen naar buiten, met metershoge rijen boeken en verschuifbare trappen als in een Harry Potter film. Vijf cirkels met aaneengesloten mahoniehouten bureaus afgewerkt met glazen bladen volgen de ronding van de zaal met boven iedere werkplek een gouden lamp. Het hoogpolig tapijt op de vloer veert terwijl ik er op loop.

Aan de binnenzijde van de koepel vijftig meter boven mij zijn twaalf figuren geschilderd die, zo lees ik later, 'de landen, culturen en eeuwen symboliseren die bijgedragen hebben aan de ontwikkeling van de westerse civilisatie, volgens de beeldvorming eind 19e eeuw'. 

'Circle of knowledge'
Zestien bronzen beelden decoreren de zuilen en, ook dat lees ik later, 'symboliseren religie (Moses en St Paul), handel (Columbus), geschiedenis, kunst (Beethoven en Michelangelo), filosofie (Plato), poëzie (Shakespeare), recht en technologie wetenschap (Newton)'. Na de aankomende verkiezingen worden alle beelden vast vervangen door beelden van Trump.



Main Reading Room
In de beschrijving over de Main Reading Room lees ik later ook nog dit: 'The circle of knowledge (de 16 beelden dus) is continued below by the 236 desks where researchers use the Library's vast collections'... Dat gaat dus over mij. Dat je het even weet. Ik, die daar beneden zit te werken. Ha!

Oh jeee...
De zaal werkt prachtig inspirerend tot ik mij met schrik realiseer dat ik ook nog terug moet. Ik vraag mij zorgelijk af, hoe ik in godsnaam straks tegen sluitingstijd de uitgang van het gebouw weer kan vinden? En de desk waar ik mijn tas moet ophalen? Misschien, zo bedenk ik mij aan een van die 236 bureaus van de intelligentia, fungeert het doolhof dat deze bibliotheek is wel als een natuurlijke selectie? Dat je, als je over te weinig intelligentie beschikt, de Main Reading Room nooit vindt en als een spook tot in den eeuwigheid door de oneindig lange gangen dwaalt? Ik heb, zo realiseer ik mij nu, met meer geluk dan wijsheid de ingang van deze tempel gevonden... Maar lukt mij het ook om de uitgang te vinden...? Of ben ik gedoemd tot eeuwig dwalen?
EINDE INTERMEZZO


In de navolgende dagen doen wij de was, zitten dagen in een bibliotheek (nee, in een andere bibliotheek, vlakbij de haven) om onze administratie bij te werken en vullen onze voorraden aan. Onderweg zien we enkele tekenen van orkaan Matthew die niet heel ver weg is. Zandzakken bij de metro toegang en een auto vol meetapparatuur op het dak, voor stormonderzoek.


zandzakken voor de metro ingang


FRIS EN FRAAI HERFSTWEER
Matthew buigt gelukkig volgens planning ter hoogte van Cape Heteras af naar het oosten en wij krijgen alleen rond vijfentwintig knopen wind met uitschieters naar dertig knopen. Een dag later, maandag 10 oktober verlaten we Washington weer, net als de Ebijmar die al die dagen gezellig naast ons lag. De lucht is letterlijk schoongeveegd door Matthew, eind van de dag ankeren we op vrij open water waardoor we de lucht tientallen mijlen rond ons kunnen zien en zo ver als we kijken zien we geen wolkje of windveertje. Heel bijzonder, volgens mij heb ik dat nog nooit gezien. Meestal zie je, zeker over zulke grote afstanden, ergens wel een plukje wolk. Ook is de barometer absurd hoog, 1032.





Dinsdag varen we weer naar het begin van de Potamac River en we kunnen het niet laten, we maken een detour naar Sint Mary College om nog een keer zo uitgebreid te lunchen. Er is geen wind, dus alles op de motor, maar wat een prachtige dag! Doet denken aan een mooie wintersporters in maart. Koud (Capuciontruien, mutsen en jassen) maar windstil en met een stralende zo'n. Zo heerlijk, dit is mijn favoriete weer. 



DRIE NEDERLANDSE BOTEN BIJ ELKAAR
Eind van de middag arriveert ook de Blabber in St Mary. Dat is super leuk, het is 4 1/2 jaar geleden dat we elkaar voor het laatst zagen en we zitten al maanden soms dicht bij elkaar in de buurt en dan weer heel ver weg. Maar nu, ein-de-lijk ontmoeten we Ben en Ingrid. 

Het is nu woensdag 12 okt en we hebben vanmiddag met de Ebijmar en Blabber geluncht tot we het restaurant uitrolden. Om de buik wat tot rust te brengen een wandeling gemaakt over het college terrein. Morgen hopen we 55 mijl te varen naar Deltaville, waar Antares dan vrijdag de kant op gaat en we onderhoud gaan doen.