maandag 18 mei 2015

Laatste dagen in SU....



“Nee he....” hoor ik jullie denken; “zijn ze eindelijk weg uit Suriname, beginnen ze weer een blogbericht over Suriname”. Ja sorry, maar dit uitstapje vonden we toch wel de moeite van vermelden waard en dan met name de foto’s.

Op woensdag 6 mei, de woensdag voor vertrek, hebben we met Ron en Joce van de Verleiding nog een laatste uitstapje gemaakt; een off-road “wandeling”  (sorry Ritchie) naar Brownsberg en vervolgens lopend naar een van de watervallen.
Brownsberg is een natuurpark en telt 1 berg, de Brownsberg, van 514 m hoog, en 4 watervallen en een kreek en dat allemaal in het tropisch regenwoud met bomen tot wel 40 meter hoog.

De autotocht naar de top was al een beleving op zich. Even citeren uit de ANWB-gids: “De 13km lange slingerweg naar boven, de Brownsberg op, is alleen te doen voor ervaren modderchauffeurs”. Nou hadden wij na 2 maanden “wandelen” in Suriname met regen over modderige weggetjes ons zelf wel daaronder geschaard. Misschien zelfoverschatting....af en toe bracht het spannende momenten, maar we zijn boven gekomen.

 

DE ROUTE

Vanaf de top beginnen verschillende wandelroutes richting de 4 watervallen: de Koemboevallen, Ireneval, Leoval en de Mazaronivallen. Met Quirijn hebben we nog niet eerder een lange bergwandeling gemaakt en zijn dus benieuwd hoe lang hij het volhoudt. Dus we besluiten om de kortste route te nemen, die naar de Ireneval.

Aan het begin van het pad staan bij een boom wat stokken die je mee kan nemen als wandelstok. Ik (Hedda) loop met een lichtmetalen mopsteel, Walewijn heeft een hardhouten bezemsteel en Ron en Joce een echte tropische hardhouten stok. Ook vinden wij een formaat stok voor Quirijn.


De stokken blijken geen overbodige luxe. Op de route komen we flinke steile stukken tegen die ook nog eens heel glibberig zijn. Gelukkig regent het niet, want dan zou het een echte glibberpartij worden.

De route blijk ook nog eens niet heel goed aangegeven te zijn. Bij de eerste splitsing staat een duidelijk bord. Linksaf naar de Leoval en rechtsaf naar de Ireneval. Daarna zien we af en toe een lintje in de takken hangen, maar na verloop van tijd worden dat er steeds minder. Totdat we op een splitsing komen waar dus niets meer word aangegeven. Gelukkig heeft Ron zijn GPS meegenomen en zien we dat we rechtsaf moeten. Dit is wel een heel smal en steil pad. Even later zien we dat we weer op het oorspronkelijke pad uitkomen. Blijkbaar is een tijdje geleden een boom omgevallen op het pad waardoor er een omleiding is ingesteld, maar die zijn ze vergeten te markeren.


TARZAN IN HET OERWOUD

We lopen midden door het oerwoud tussen enorme hoge bomen, de woudreuzen. We zien kleurige (gif)kikkers, apen en hagedissen en heel veel tropische planten waar wij de namen niet van weten. Vele herkennen wij van de vensterbanken in Nederland.



Je waant je als Tarzan in het oerwoud en als we even later echte lianen tegen komen kan Walewijn zijn oerdriften niet meer bedwingen:

 


 

WATER...GEEF MIJ WATER

De tocht is best inspannend. Het is warm, sommige stukken van de route zijn erg steil en vaak moeten we over flinke boomstammen klauteren, maar Quirijn blijft zelf lopen. Af en toe begint hij te piepen, maar het lukt ons om dat in de kiem te smoren door hem af te leiden met de natuur. Het is geweldig hoe hij door het oerwoud loopt. Maar de tocht duurt wel lang, we zijn al bijna 3 kwartier aan het lopen en horen nog geen watergekletter. Ook zijn er stukken dat we weer omhoog lopen terwijl we naar beneden moeten. Hebben we dan toch ergens een afslag gemist???

Maar gelukkig...na nog een kwartiertje horen we watergesuis en gaat het pad duidelijk steil omlaag en even later zien we dan ook echt water door de bomen naar beneden kletteren. We zijn er!!! We zijn toe aan verfrissing!




BETOVERING

De waterval is adembenemend. Het water komt naar schatting van 40 meter hoogte over de rotsen naar beneden kletteren. Het zonlicht dat gefilterd wordt door de hoge bomen zorgt voor kleine regenboogjes in het water en laat vele schakeringen van groen tussen de bladeren die de waterval omringen zien. Het is een betoverd plaatje. We staan allemaal even ademloos te kijken, maar dan realiseren wij ons dat we zweten, stinken, dorst en honger hebben.


NATUURLIJKE DOUCHE

Snel pakken  we onze rugzakken uit. Eerst koffie met stroopwafels. Ja ook in het oerwoud blijven we Hollanders. Daarna de zwemkleding aan en hop naar de douche. Heerlijk ik waan mij in een FA reclame. (Even uitleg voor de lezers geboren na 1985: in de jaren 80 had je een reclame van het zeep merk FA waarin een vrouw haar haren waste onder een waterval, dus dat)


We krijgen geen genoeg van het mooie plaatje en blijven zeker een uur hangen. Quirijn speelt als een dolle met Ron in het water. Ze gooien elkaar nat met bekertjes water. Als er 2 groepen met toeristen en gidsen naar beneden komen besluiten we om ons kampement op te heffen en de terugtocht te aanvangen. Ook terug doet Quirijn het geweldig. Het is een echte hiker geworden. We hebben dus hoop voor de komende periode, want ook op de Caribische eilanden zijn mooie wandelingen naar watervallen te maken. Binnenkort dus wellicht een vervolg van een bezoek aan een waterval op Tobago.





TOT SLOT

Nadat we in de auto zijn gestapt om de afdaling te maken komen we nog 1 hindernis tegen. Een omgevallen boom over de weg. Zes mannen zijn bezig met kapmessen en kettingzaag om de boom doormidden te zagen en van de weg te rollen. Het is een flinke boom. Ik besef ineens dat je ongemerkt toch wel heel vaak door het oog van de naald kruipt.



Terug in de auto lees ik nog even de beschrijving van de wandeltocht in de ANWB gids. Ik citeer weer: ”Naar de Koemboevallen is het 45 minuten lopen en terug naar boven 70 minuten. Pittiger is de tocht naar de mooie Ireneval , 1 uur heen en 1,5 uur terug”. Zo trots ben ik op Quirijn. We hadden dus helemaal niet de kortste en makkelijkste tocht gelopen.

We sluiten de dag af met een maaltijd bij een warung. Als afsluiting van ons avontuur in Suriname. We hebben genoten van ons verblijf van ruim 2 maanden in Suriname. De volgende dag gaan we ons uitklaren in Paramaribo, doen de laatste boodschappen, ruimen de boot weer zeevast in, doen de laatste check van verstaging, lijnen en zeilen. Vrijdag vertrekken wij richting Tobago, de poort naar de Carieb.


zaterdag 16 mei 2015

Op topsnelheid de Caraibische zee in!



Hierbij een nieuw blogbericht. Het bericht is nog niet af, maar we proberen al drie dagen om het verder af te schrijven en de laatste foto's in te voegen. Het internet is hier echter zo instabiel, dat het niet lukt. Niet om zes uur in de ochtend, niet midden op de dag,niet om drie uur 's nachts. 
Dus, dit bericht stopt wat abrupt onderaan. Ik had nog een foto willen invoegen van onze Watersportvereniging Bruynzeel clubvlag die we achterlieten op Domburg Resort haven in Suriname en twee foto's vanuit de mast op de Surinamerivier. Nu ja, zo kan het ook.

SNELHEIDSRECORD
In een recordtempo van 530 mijl in 79 uur zijn wij van Suriname naar Tobago gevaren. Op dag twee boekten we een nieuw etmaalrecord van 169 mijl. Het laatste etmaal ging zelfs nog iets sneller: 174 mijl. Dat is 7,25 mijl per uur gemiddeld over 24 uur. Met het log regelmatig boven de 12 knopen (5 a 6 knopen is voor ons normale snelheid) spoten we de Craibische Zee in. Lekker hoor.


Hoe harder het waait, des te minder lijkt het onze Antares te deren. We hebben sinds ons vertrek uit Nederland steeds meer vertrouwen in het schip gekregen, vooral door harde wind en hoge golven.  Zo ook weer deze overtocht; de wind trekt iedere nacht flink aan en fluit onophoudelijk door het want (betekent dik zes beaufort, vlagen zeven). De golven spatten uiteen tegen de romp en kruipen soms over het vrijboord de kuip in om ons te plagen met nat en zout.  Wij schurken tijdens onze nachtwachten steeds dichter onder de buiskap maar dat verhindert niet dat ik natte kleren oploop. Toch zijn het mooie wachten, luisterend naar aanrollende golven, uiteenspattend water tegen de romp, de sissende zee die bruisend onder Antares wegloopt. Uitzicht op sterren die, door de heftige bewegingen van de boot,  wild door de lucht vliegen alsof ze aan elastiekjes zitten. En uitzicht op een donkere schim achter de boot; het blad van de windvaanstuurinrichting dat onophoudelijk bewegend balanceert op de inkomende wind om Antares op koers te houden. Iedere ochtend vliegende vissen aan dek, zeewier haalt meerdere malen zelfs de kuip.

We zeilen drie dagen aan de wind / halve wind. De laatste dag  kunnen we afvallen tot voor de wind en dat is mooi varen. Het lijkt alsof het minder hard waait omdat de wind nu van achteren komt en met je meeblaast en golven lopen meer onder de boot door dan dat ze tegen de romp aanklappen. We varen met gereefd voorzeil uitgeboomd aan bakboord en driemaal gereefd grootzeil over stuurboord. Voorzeil en grootzeil naar verschillende kanten noem je 'melkmeisje varen', omdat deze zeilvoering er van een afstand net uitziet als een melkmeisje.



DOLFIJNEN ESCORTE
De aankomst bij Tobago is heel mooi; vijf mijl voor de ankerbaai worden we opgevangen door zeker vijftien dolfijnen, die helemaal met ons meezwemmen tot in de ankerbaai. Ook als we anderhalve mijl voor de ankerplaats even stilliggen om het zeil op te doeken en het anker klaar te maken, wachten ze geduldig bij ons en zwemmen het laatste stukje weer mee. Zo leuk en zo indrukwekkend! Hier een kleine impressie. 




CARAIBISCHE ZEE
Tobago ligt op de grens van de Atlantische Oceaan (oostzijde) en de Caraibische Zee (westzijde). Wij liggen nu bij Charlottevillle aan de Noordwestkant van Tobago... dus, yes! We zijn in de Carieb! Het is hier lekker rustig, er liggen maar drie andere zeilboten.  Dat wordt straks op de andere Caraibische eilanden wel anders; ankerbaaien met vijftig boten en meer. We genieten daarom even extra van de rust want die bevalt ons, naar we vrezen, beter dan de massaliteit op de andere Caraibische eilanden. Al kijken we er ook weer naar uit om zeilers te ontmoeten die we eerder op de route al eens tegenkwamen. Zeker de boten met kinderen, voor Quirijn

Ook in Charlotteville waren ze kennelijk verrast door onze snelle oversteek… bij onze aankomst moesten twee mannen nog snel even het ‘welcome in Charlotteville’ spandoek voor ons worden uitgerold en boven de pier opgehangen (zie foto)... Of zou dat voor anderen zijn? Neeee toch, voor ons natuurlijk!

ANKERGROND?
We ankeren bij Charlotteville in 20 meter diep water. Dat was best lastig. Eerst ons anker met 50 meter ketting uitbrengen, daar nog tien meter extra ankerketting aan vastmaken en daarna nog eens vijftien meter lijn. Hoe we dat allemaal straks weer aan boord krijgen is ons vooralsnog een raadsel, maar dat is voor latere zorg.

WARM!
In Suriname was het overdag rond 30 en in de nacht rond 23 graden. Hier is het een tikkie warmer, wat ook onze IPad opviel... deze melding hadden wij nog nooit eerder gezien. Maar echt, onze IPad vertikte het om verder te werken totdat we een tijdje zorgzaam met hem onder een palmboom hadden gezeten.


VISSEN MET VEEL PK'S
Charlotteville is een prettig 'unspoiled' dorp, waar de lokale visserij overheerst. O.K., de komende vier dagen is het wel extra druk vanwege een vierdaagse viswedstrijd. Gisteren voeren circa veertig professioneel uitgeruste boten binnen voor de wedstrijden die vandaag begonnen.

Vanochtend om zeven uur was de start en wij luisterden via de marifoon naar het aanmelden van de boten bij de wedstrijdleiding en naar het aftellen voor de start, waarna de boten met minimaal 200 pk de baai uitspoten. Vanavond maar eens op de kade kijken wat zij gevangen hebben.
 
"ten, nine... two, one... Go!"  40 keer gemiddeld 500 PK spuit op vol vermogen de ankerbaai uit. 
 
 







  
PIRATES' BAY
De komende dagen willen we het eiland verkennen en zwemmen en snorkelen bij de Pirates’ Bay, waar we met onze dinghy naartoe kunnen varen. In de 17e en 18e eeuw was Tobago een uitvalsbasis voor piraten. Pirates’ Bay was een favoriete ankerplek voor o.a. Captain Finn en Black Beard, als uitvalsbasis voor hun overvallen op Spaanse schepen. Volgens de overlevering zou er in Pirates’ Bay nog een schat begraven moeten liggen. We gaan zoeken.


Ah ja, en 'Pirates Bay' is ook een website waar je illegaal(?) allerlei bestanden kunt downloaden (dank voor de tip Tim!) en of het zo moet zijn... in dit hele dorp heb je overal internettoegang, zonder wachtwoord o.i.d.
Niet dat het internet erg snel is trouwens. Vanmorgen om 6.00 uur ben ik begonnen met dit blogbericht te schrijven, foto's selecteren en klaarmaken en het filmpje monteren en uploaden naar You Tube. Het is nu 23.00 uur. Nee, ik ben inderdaad niet de hele dag bezig geweest. 6 1/2 uur wat anders gedaan. Blijft over dat ik tot nu toe bijna 11 uur bezig ben om dit blogbericht geplaatst te krijgen. En ik ben nog lang niet klaar. Mochten wij ooit nog eens een lange zeilreis maken, dan doe ik de communicatie met het thuisfront middels flessenpost.
Voor anker met de Pirates' Bay op de achtergrond
BRUYNZEEL IN SURINAME
Suriname was vermoedelijk de verste bestemming tijdens onze reis. Daarom hebben we daar, bij Domburg Resort waar we twee maanden lagen, een clubvlag van onze Watersportvereniging Bruynzeel achtergelaten.

   








<foto: mastcheck voor vertrek>

maandag 11 mei 2015

Hello Bigi Soutwatra!

Goodbye Switi Sranan Kondre, Hello Bigi Soutwatra (dag geliefd Suriname land, hallo groot zoutwater, oftewel, grote oceaan).
Ja, we spreken al een aardig woordje Sranan Togo, na ruim tweenhalve maand Suriname.

Afgelopen vrijdagochtend zijn we vertrokken uit het Suriname waar we zo van zijn gaan houden. We zijn onderweg naar Tobago, in rechte lijn circa 485 mijl, wij varen daar nog ca 50 mijl extra bij. We hopen aan het begin van deze avond (maandag) aan te komen.

Het is een onstuimige tocht, waarbij we de eerste twee dagen aan de wind varen om extra hoogte te pakken omdat het in de loop van zondag nog hareder zou gaan waaien, richting 25 kn, en we dan wat meer ruimte zouden hebben om met de dan opbouwende zee wat af te buigen en iets ruimere koers richting Tobago te varen.

De extra wind kwam al zaterdagnacht en toen hebben we een derde rif gezet en zo varen we nu nog steeds. Voordeel is dat we lekker opschieten. Ook omdat we ca 1,5 knoop stroom mee hebben. We boekten dan ook een etmaalrecord 169 mijl in 24 uur, dat hebben we nog niet eerder gevaren. Ander primeurtje.. we hebben deze tocht alledrie moeten spugen. Voor mij, Walewijn, de eerste keer na ons vertrek uit Nederland. Hebben we dat ook maar weer gehad. Inmiddels voelen we ons alledrie goed en kan ik zelfs een berichtje typen en versturen naar onze weblog, wat jullie dan weer gezellig hebben kunnen lezen.


positie 11.45 UTC 11.13.158 N 059.39.462 W

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

maandag 4 mei 2015

Acht dagen Expeditie Commewijne- en Cotticarivier (met filmpje voor de grootouders)

ACHT DAGEN EXPEDITIE COMMEWIJNE- EN COTTICARIVIER

Antares voor Paramaribo, op weg naar de Commewijnerivier

Gggggg mijn bijboot loopt aan de grond. Ik stap uit in enkelhoog water. Tussen mijn tenen voel ik rijstkorrels. De bijboot drijft in overblijfselen van wat ooit een kip was. Naast mij staat een man in het water. Hij knikt vriendelijk terwijl hij tandpasta in de rivier spuugt. Vervolgens spoelt hij zijn tandenborstel in de rivier, tussen de kipresten.




WANHATTI
We zijn in Wanhatti, een traditioneel dorp aan de Cotticarivier, ruim zestig mijl landinwaarts varen vanaf Paramaribo. Hier voltrekt het leven zich zoals het dat al eeuwen doet. De mensen leven van wat de natuur hen biedt. Jagen op alles wat er in het bos leeft, van zwijnen tot apen, verbouwen groente en fruit op zogenaamde kostgrondjes en leven in houten hutten. In korjalen (uitgeholde boomstammen) peddelen ze over de rivier om visnetten uit te zetten. De rivieroever is de centrale plek in het dorp waar men de was doet, eten bereidt, afwast en een bad neemt. Verder bespreekt men er de laatste roddels en nieuwtjes. Vandaag zijn wij het nieuwtje. Drie Nederlandse zeilboten die zojuist voor het dorp ankerden. Het halve dorp staat aan het strandje om de vreemdelingen te bekijken.


COMMEWIJNE- EN COTTICARIVIER
Drie dagen geleden verlieten we onze thuisbasis in Domburg om met twee andere zeilboten, de Madeleine en De Verleiding de Commewijnerivier en Cotticarivier te verkennen. Deze rivieren zijn te bevaren door zeilboten tot aan Moengo (een voormalig bauxietdorp en de thuisbasis van Ronny Brunswijk, die met zijn partij ABOP momenteel samen met de NDP van Desi Bouterse de regering van Suriname vormt). Moengo ligt ongeveer 85 mijl varen vanaf de monding van de rivier, bij Paramaribo.

Alliance
Op dag 1 voeren we naar de citrusplantage Alliance, waar we een maand eerder ook al met oma, Marije , Tijn en Fien kwamen met de Postboot. Daar ankerden we een nacht waarna we een dag de Cotticarivier opvoeren en ankerden in de Koopmankreek.


Koopmankreek
Wat een bijzondere ervaring!  Deze kreek midden, echt midden in het oerwoud is alsof we in een sprookje liggen. 


Eddy (en Hedda) de avond voor het voorval. Eddy is hier
duidelijk nog alert, maar zou even later indutten...

Gedurende de avond blijkt het een boos sprookje overigens, toen wij met de achterkant van onze boot het oerwoud in doken. We lagen aan een anker plus een achterlijn om een boom. Door de sterke stroming draaide de spiegel echter de bomen in met veel gekraak van (gelukkig voornamelijk) boshout. Alleen onze vlaggenstok begaf het, tot grote schrik van onze bootvogel Eddy die op die stok uitkijk hield. Maar ja, het was ook wel een beetje zijn eigen schuld, want hij verzuimde ons te waarschuwen.

In het aardedonker en met flinke stroming moesten we ankerop en onderwijl voorkomen dat de lijn naar de wal in de knoop kwam te zitten. We zagen niets en de kreek is smal. Dus al snel dreigden we aan de andere kant in het bos te belanden. De ankerlichten van  Verleiding en Madeleine was het enige dat we in het donker konden zien, waardoor we enige oriëntatie hadden.  We gooiden ons anker opnieuw uit en dat hield. Maar zou het ook goed gaan tijdens de kentering, rond vier uur in de ochtend? 

Ik heb de hele nacht ankerwacht gehouden in de kuip en met ankeralarm aan geprobeerd wat te slapen, wat natuurlijk niet lukte… net als ik wat indut gaat het ankeralarm af. Of er zoemt een mug rond mijn hoofd. Of het begint te regenen. Het protocol vereist dan dat ik respectievelijk het ankeralarm uitzet en opnieuw instel, de mug dood en klamboe die ik in de kuip ophing naloop op openingen, de paraplu open en terwijl ik probeer te slapen in mijn hand overeind houd… als ik mijn hand een beetje zo houd en de paraplu laat rusten op het stuurwiel… dan blijft ie net staan… totdat een klein zuchtje wind… en ja hoor, net als ankeralarm, muggen en regen mij niet storen en ik een beetje inslaap … gaat de wekker. Kwart voor vier, tijd om het moment in de gaten te houden dat de boot gaat draaien. We willen er namelijk voor zorgen dat hij over stuurboord draait. Draait hij de andere kant op, dan eindigen we weer in de bush. Om kwart voor vier loopt het tij nog naar binnen, dus zet ik de wekker twintig minuten later. Nog steeds stroom inwaarts, dus weer twintig minuten… zo gaat het een uur door en dan zie ik Antares voorzichtig draaien. Ik roep Hedda erbij en we zien dat Antares keurig de juiste kant opdraait. Daarna toch nog drie uurtjes geslapen op de kajuitbank.

Aaaaaaaaaaaapen!
Ik lig nog te slapen (wat wil je na zo’n nacht?) als ik uit de kuip hoor brullen ‘Aaaaaaaapen!!  Daaaar!!’. En ja hoor, wat supercool! In de bomen rond ons horen en zien we kleine aapjes. Ze zijn net zo benieuwd naar ons als wij naar hen, ze komen echt onze kant op om te bekijken welke vreemde vogels zich in hun gebied hebben genesteld. Klauterend over de takken en springend van boom naar boom komen ze steeds dichterbij en kijken nieuwsgierig onze kant op. We vinden het een superrrrr geweldige ervaring om gewoon vanaf onze eigen boot oog in oog te staan met aapies.




















klein aapje bij moederaap op de rug
Klein aapje bij moederaap op schoot :-)        NB. Eddy ligt uitgeteld in de kuip

Quirijn vaart Antares
De Koopmankreek is smal. Lastig wegvaren dus. Quirijn vaart altijd onze bijboot, maar zou hij ook al Antares kunnen varen? Dat wilden we wel eens proberen. Speciaal voor de grootouders, hier het filmpje van Quirijn's eerste stuurman ervaring.



KAPITEIN
Terug naar de rijstkorrels in Wanhatti. Vanaf de Koopmankreek varen we daar in een uurtje naartoe.

Roemmmm… daar schuift ook Ron van De Verleiding het strand op. In zijn rugtas een fles Surinaamse rum. Ik heb twee Djogos (grote fles Parbo bier) mee. Samen gaan we op zoek naar de kapitein, het dorpshoofd. Die noemt men hier kapitein. Want het is weliswaar een leuke attractie, drie ruimteschepen van een andere planeet, maar het zou wel erg onfatsoenlijk zijn als die zomaar plompverloren het anker droppen en een biertje opentrekken… Nee, eerst moet er toestemming komen. De traditie en het theater in een Marrondorp vereist nou eenmaal,  dat je als vreemdeling aan de kapitein toestemming vraagt om bij het dorp te ankeren en om het dorp te bezoeken.

En dus melden wij ons even later bij de beste man. Die ons prompt vertelt dat ze hier vijf
kapiteins hebben. Ingewikkeld, ingewikkeld. Na ernstige blikken, uitgebreide discussie in lokaal dialect met veel handgebaren, went een van de kapiteins zich tot ons. Natuuuurlijk zijn we welkom! Het is een eer dat wij hun Wanhatti bezoeken. Wanhatti betekent één hart. Ben je geboren in dit dorp, dan blijft het altijd in je hart zitten en kom je er altijd weer terug. Dat geldt vast ook voor zeilers die een keer dit dorp bezoeken, zegt de beste man. Wij zullen hier vast ook terugkomen.


FEESTJE
de feesttent
Mooi. Ron vraagt, knikkend naar hele, hele grote boxen onder een afdak, of er een feestje in het dorp was. Klopt. Het hele weekend is het feest. Ter ere van de nieuw gekozen Granman (opperhoofd van vele stammen) en ter nagedachtenis aan alle dorpelingen die het afgelopen jaar overleden. Wij zijn van harte welkom op het feest.


RONDLEIDING
Dat verklaart waarom het zo ontzettend druk is in dit dorp. Van heinde en verre zijn mensen naar Wanhatti gekomen die ergens in de familie banden hebben met dit dorp. Het hele weekend is er feest. 

Wij, de bemanning van de Madeleine, Verleiding en Antares, worden rondgeleid door een van de Kapiteins. De dames maken eten klaar en zingen oude liederen. De jongeren hangen rond aan het water of kaarten wat in afwachting van het feest dat vanavond weer start. We spreken met de dominee die ons uitnodigt voor de kerkdienst morgenochtend.

bij een feest hoort Parbobier en dat vervoer je zo



de Kapitein in zijn kapiteinskleding

we bezoeken ook nog de oude kapitein in zijn huis


de dames verzorgen het eten. Op verschillende plekken in het dorp wordt het door groepjes bereid.




Om 22 uur start de traditionele muziek met traditionele dans. Het gaat de hele nacht door, tot 10 uur in de ochtend. Het is prachtig, alhoewel ik (Walewijn) het vooral van een afstand zie. Quirijn en ik gaan vroeg slapen dus slaan het feestje even over. Vanaf de boot kunnen we het echter ook goed zien en horen... hier hebben we ook nog filmpjes van, maar ik ben al weer uren bezig met dit bericht, dus dat filmpje komt later wel een keer...


DE HEER IS MIJN HERDER
De volgende ochtend bezoeken we de kerkdienst. Uhm…? We zijn de enige bezoekers… de dorpelingen slapen uit na een nachtje feest. We zingen uit een liedboek van de Evangelische Broedergemeenschap in Sranantongo. Dat valt niet mee. De dienst gaat vandaag over ‘de heer als herder van zijn schapen’. De dominee is haar stem vrijwel kwijt en wij kennen de liedjes niet, dus het is een moeizaam proces. Dan maar in het Nederlands, moet de dominee gedacht hebben en met een ‘dit liedje kennen jullie wel’ zet ze in. En ja, de melodieën komen bekend voor,  maar hoe was de tekst ook alweer? Sinds mijn jeugd ver weggezakt. Zo ook bij de anderen. Steeds eenvoudigere liedjes bedenkt de dominee, en zet steevast in met ‘deze kennen jullie zeker’,  waarna wij neuriënd aan haar lippen proberen de tekst te ontfutselen en mee te brabbelen.

‘Weten jullie nog een liedje’, vraagt de sympathieke domineevrouw ten slotte met een zucht waarna het angstvallig stil blijft. Hoe ik ook probeer, de liederen van weleer krijg ik niet voor mijn geest. Bizar hoe alles wegzakt (sorry mama, maar let op, zo meteen wordt het anders…). We redden de situatie ter nauwer nood met een liedje dat wij altijd zongen toen Quirijn nog een babytje was en we in slapeloze nachten met hem door de huiskamer schuifelden… ‘Jezus zegt dat hij hier van ons verwacht… dat wij zijn als lichtjes branden in de nacht…’ Opgelucht zingen we allemaal uit volle borst.

Als we een uurtje later weer door het dorp wandelen, komen de liederen uit het Psalmen en gezangenboek spontaan terug (zie je wel, mam)… Nadat ik het ene na het andere lied de revue laat passeren bedenk ik dat ik zelfs helemaal de blits had kunnen maken bij  dominee, als ik, volledig in lijn met het onderwerp van de dienst, had ingezet met ‘de heer is mijn herder, hij … <uhm… ff neurien en dan>, hij zal mij geleiden langs grazige weiden…’.

PIKIN SANTI
Na de dienst varen we, uitgezwaaid door de dorpelingen, een uurtje door naar Pikin Santi. Ook een traditioneel dorp, met een kleine honderd inwoners. Er komt direct een korjaal naar De Verleiding toe gepeddeld en na overleg zijn we welkom in het dorp. De kapitein is in Paramaribo, maar Jurgen wil ons wel rondleiden en zal ’s avonds een kampvuur voor ons maken aan de waterkant.
We nemen cadeautjes mee voor de kinderen in het dorp, die allemaal worden opgetrommeld en naar de waterkant komen. Daar verdeelt Jurgen de potloden, pennen, stickerboekjes en bellenblaas.

’s Avonds bij het kampvuur vraagt onze tijdelijke gids of hij niet met ons mee mag varen naar Nederland en hij vraagt of Hedda niet een zus of nicht heeft waarmee hij zou kunnen trouwen. Het verlangen om weg te komen uit het dorp is kennelijk vrij groot.
De volgende ochtend komt Jurgen nog even bij ons aan boord kijken. Hij kijkt zijn ogen uit en vraagt of wij een foto van hem willen maken aan boord en achter het roer. Die moeten we dan met hem delen via facebook zodat hij de blits kan maken bij zijn vrienden. Vrijwel iedereen in deze gebieden heeft een smartphone.









MOENGO
De volgende dag varen we door naar Moengo, Het is een dorp dat groot werd door de bauxietwinning. De bauxuet werd gewonnen door een Amerikaans bedrijf en er is daarom een compound in typisch Amerikaanse stijl, met woningen in een gazonlandschap en een zwembad, tennisbanen, scholen en andere voorzieningen. Dat zou ik graag zien, maar we vinden geen goede ankerplek waar we de boten durven achterlaten. Bij Moengo is een brug waardoor we niet verder kunnen varen. We varen terug en ankeren eind van de dag weer in de Koopmankreek, waar we borrelen aan boord van de Madeleine.

BAKKI
De volgende dag varen we terug naar Alliance waar we voor anker gaan. De Madeleine vaart vanwege verplichtingen de volgende dag door naar Domburg, maar wij blijven samen met de Verleiding drie nachten ankeren. Bij Alliance steken elektriciteitskabels over de kreek, waardoor we niet met onze zeilboot door kunnen varen naar Bakki. Per dinghy varen we naar Bakki, ongeveer een kwartier de kreek in. Daar bezoeken we het dorp en plantage Bakki, waar een klein museum is over de plantages en slavernij. Er is echter niemand op de plantage aanwezig omdat er vandaag geen toeristen komen.

Als we navraag doen in het enige winkeltje in Bakki, telefoneert de winkelmevrouw en even later verschijnt een mevrouw die ons toegang verschaft tot de plantage. De volgende dag komt er een groep toeristen die met een korjaal de Warappakreek ingaan en daar sluiten wij bij aan.
Quirin bij Ron en Joce in de dinghy




Het regent... het regent twee dagen lang. Hard. Daarom dragen wij ons tropenregenpak....
ik zou het goed doen bij de Obelix Look-a-like verkiezing.

De korjaal is lekgeslagen door een botsing met een boomstam. De overige toeristen kijken verschrikt naar de zeilers aan boord (wij dus)... hoe reageren die? Als wij niet in paniek raken, zal het dus wel goed komen... zie je ze denken.
Dan hoeven wij ons dus ook niet druk te maken.



Langs en in de Warappakreek zijn de laatste jaren veel oude Plantagematerialen gevonden. Hier een suikerrietpers.


eerste druk van het boek van John Gabriel Stedman!

Antares en De Verleiding samen voor anker. Ivm de harde stroom, allebei op vooranker en twee lijnen tussen de spiegels.

De tocht met de korjaal is interessant. Door een smalle kreek varen we door een tunnel van groen. De korjaal stopt en we maken een korte wandeling naar overblijfselen van een suikerrietpers. Na een lunch op Bakki varen we terug naar Alliance waar we door het dorp wandelen. De volgende dag varen we terug naar Domburg.

AFRONDEND
Deze acht dagen Commewijne/Cotticarivier waren erg indrukwekkend. Een geweldige belevenis. Een tocht die niet veel zeilers maken, gegeven ook het enthousiasme waarmee we vanuit de dorpen langs de rivier werden benaderd. Ieder dorp waar we langs voeren, liep uit om ons te zien passeren en om te zwaaien.
We raden zeilers die Suriname bezoeken zeker aan om deze rivier te bevaren. In het tabbad ‘info voor vertrekkers’ plaats ik daarom een document met informatie over de Commewijne- en Cotticarivier.