“Nee he....” hoor
ik jullie denken; “zijn ze eindelijk weg uit Suriname, beginnen ze weer een
blogbericht over Suriname”. Ja sorry, maar dit uitstapje vonden we toch wel de
moeite van vermelden waard en dan met name de foto’s.
Op woensdag 6
mei, de woensdag voor vertrek, hebben we met Ron en Joce van de Verleiding nog
een laatste uitstapje gemaakt; een off-road “wandeling”(sorry Ritchie) naar Brownsberg en vervolgens
lopend naar een van de watervallen.
Brownsberg is een
natuurpark en telt 1 berg, de Brownsberg, van 514 m hoog, en 4 watervallen en
een kreek en dat allemaal in het tropisch regenwoud met bomen tot wel 40 meter
hoog.
De autotocht naar
de top was al een beleving op zich. Even citeren uit de ANWB-gids: “De 13km
lange slingerweg naar boven, de Brownsberg op, is alleen te doen voor ervaren
modderchauffeurs”. Nou hadden wij na 2 maanden “wandelen” in Suriname met regen
over modderige weggetjes ons zelf wel daaronder geschaard. Misschien
zelfoverschatting....af en toe bracht het spannende momenten, maar we zijn
boven gekomen.
DE ROUTE
Vanaf de top
beginnen verschillende wandelroutes richting de 4 watervallen: de
Koemboevallen, Ireneval, Leoval en de Mazaronivallen. Met Quirijn hebben we nog
niet eerder een lange bergwandeling gemaakt en zijn dus benieuwd hoe lang hij
het volhoudt. Dus we besluiten om de kortste route te nemen, die naar de
Ireneval.
Aan het begin van
het pad staan bij een boom wat stokken die je mee kan nemen als wandelstok. Ik
(Hedda) loop met een lichtmetalen mopsteel, Walewijn heeft een hardhouten
bezemsteel en Ron en Joce een echte tropische hardhouten stok. Ook vinden wij
een formaat stok voor Quirijn.
De stokken
blijken geen overbodige luxe. Op de route komen we flinke steile stukken tegen
die ook nog eens heel glibberig zijn. Gelukkig regent het niet, want dan zou
het een echte glibberpartij worden.
De route blijk
ook nog eens niet heel goed aangegeven te zijn. Bij de eerste splitsing staat
een duidelijk bord. Linksaf naar de Leoval en rechtsaf naar de Ireneval. Daarna
zien we af en toe een lintje in de takken hangen, maar na verloop van tijd
worden dat er steeds minder. Totdat we op een splitsing komen waar dus niets
meer word aangegeven. Gelukkig heeft Ron zijn GPS meegenomen en zien we dat we
rechtsaf moeten. Dit is wel een heel smal en steil pad. Even later zien we dat
we weer op het oorspronkelijke pad uitkomen. Blijkbaar is een tijdje geleden
een boom omgevallen op het pad waardoor er een omleiding is ingesteld, maar die
zijn ze vergeten te markeren.
TARZAN IN HET OERWOUD
We lopen midden
door het oerwoud tussen enorme hoge bomen, de woudreuzen. We zien kleurige
(gif)kikkers, apen en hagedissen en heel veel tropische planten waar wij de namen
niet van weten. Vele herkennen wij van de vensterbanken in Nederland.
Je waant je als
Tarzan in het oerwoud en als we even later echte lianen tegen komen kan
Walewijn zijn oerdriften niet meer bedwingen:
WATER...GEEF MIJ
WATER
De tocht is best
inspannend. Het is warm, sommige stukken van de route zijn erg steil en vaak
moeten we over flinke boomstammen klauteren, maar Quirijn blijft zelf lopen.
Af en toe begint hij te piepen, maar het lukt ons om dat in de kiem te smoren
door hem af te leiden met de natuur. Het is geweldig hoe hij door het oerwoud
loopt. Maar de tocht duurt wel lang, we zijn al bijna 3 kwartier aan het lopen
en horen nog geen watergekletter. Ook zijn er stukken dat we weer omhoog lopen
terwijl we naar beneden moeten. Hebben we dan toch ergens een afslag gemist???
Maar
gelukkig...na nog een kwartiertje horen we watergesuis en gaat het pad
duidelijk steil omlaag en even later zien we dan ook echt water door de bomen
naar beneden kletteren. We zijn er!!! We zijn toe aan verfrissing!
BETOVERING
De waterval is
adembenemend. Het water komt naar schatting van 40 meter hoogte over de rotsen
naar beneden kletteren. Het zonlicht dat gefilterd wordt door de hoge bomen
zorgt voor kleine regenboogjes in het water en laat vele schakeringen van groen
tussen de bladeren die de waterval omringen zien. Het is een betoverd plaatje.
We staan allemaal even ademloos te kijken, maar dan realiseren wij ons dat we
zweten, stinken, dorst en honger hebben.
NATUURLIJKE DOUCHE
Snel pakkenwe onze rugzakken uit. Eerst koffie met
stroopwafels. Ja ook in het oerwoud blijven we Hollanders. Daarna de
zwemkleding aan en hop naar de douche. Heerlijk ik waan mij in een FA reclame.
(Even uitleg voor de lezers geboren na 1985: in de jaren 80 had je een reclame
van het zeep merk FA waarin een vrouw haar haren waste onder een waterval, dus
dat)
We krijgen geen
genoeg van het mooie plaatje en blijven zeker een uur hangen. Quirijn speelt
als een dolle met Ron in het water. Ze gooien elkaar nat met bekertjes water.
Als er 2 groepen met toeristen en gidsen naar beneden komen besluiten we om ons
kampement op te heffen en de terugtocht te aanvangen. Ook terug doet Quirijn
het geweldig. Het is een echte hiker geworden. We hebben dus hoop voor de
komende periode, want ook op de Caribische eilanden zijn mooie wandelingen naar
watervallen te maken. Binnenkort dus wellicht een vervolg van een bezoek aan een
waterval op Tobago.
TOT SLOT
Nadat we in de
auto zijn gestapt om de afdaling te maken komen we nog 1 hindernis tegen. Een
omgevallen boom over de weg. Zes mannen zijn bezig met kapmessen en kettingzaag
om de boom doormidden te zagen en van de weg te rollen. Het is een flinke boom.
Ik besef ineens dat je ongemerkt toch wel heel vaak door het oog van de naald
kruipt.
Terug in de auto
lees ik nog even de beschrijving van de wandeltocht in de ANWB gids. Ik citeer
weer: ”Naar de Koemboevallen is het
45 minuten lopen en terug naar boven 70 minuten. Pittiger is de tocht naar de
mooie Ireneval , 1 uur heen en 1,5
uur terug”. Zo trots ben ik op Quirijn. We hadden dus helemaal niet de kortste
en makkelijkste tocht gelopen.
We sluiten de dag
af met een maaltijd bij een warung. Als afsluiting van ons avontuur in
Suriname. We hebben genoten van ons verblijf van ruim 2 maanden in Suriname. De
volgende dag gaan we ons uitklaren in Paramaribo, doen de laatste
boodschappen, ruimen de boot weer zeevast in, doen de laatste check van
verstaging, lijnen en zeilen. Vrijdag vertrekken wij richting Tobago, de poort
naar de Carieb.
Hierbij een nieuw blogbericht. Het bericht is nog niet af, maar we proberen al drie dagen om het verder af te schrijven en de laatste foto's in te voegen. Het internet is hier echter zo instabiel, dat het niet lukt. Niet om zes uur in de ochtend, niet midden op de dag,niet om drie uur 's nachts. Dus, dit bericht stopt wat abrupt onderaan. Ik had nog een foto willen invoegen van onze Watersportvereniging Bruynzeel clubvlag die we achterlieten op Domburg Resort haven in Suriname en twee foto's vanuit de mast op de Surinamerivier. Nu ja, zo kan het ook. SNELHEIDSRECORD In een recordtempo van 530 mijl in 79 uur zijn wij van Suriname naar
Tobago gevaren. Op dag twee boekten we een nieuw etmaalrecord van 169 mijl. Het laatste
etmaal ging zelfs nog iets sneller: 174 mijl. Dat is 7,25 mijl per uur gemiddeld over 24 uur. Met het log regelmatig boven de 12 knopen (5 a 6 knopen is voor ons normale snelheid) spoten we de Craibische Zee in. Lekker hoor.
Hoe harder het waait, des te minder lijkt het onze Antares te deren. We hebben sinds ons vertrek uit Nederland steeds meer vertrouwen in het schip gekregen, vooral door harde wind en hoge golven. Zo ook weer deze overtocht; de wind trekt iedere nacht flink aan en fluit onophoudelijk door het want (betekent dik zes beaufort, vlagen zeven). De golven spatten uiteen tegen de romp en kruipen soms over het vrijboord de kuip in om ons te plagen met nat en zout. Wij schurken tijdens onze nachtwachten steeds dichter onder de buiskap maar dat verhindert niet dat ik natte kleren oploop. Toch zijn het mooie wachten, luisterend naar aanrollende golven, uiteenspattend water tegen de romp, de sissende zee die bruisend onder Antares wegloopt. Uitzicht op sterren die, door de heftige bewegingen van de boot, wild door de lucht vliegen alsof ze aan elastiekjes zitten. En uitzicht op een donkere schim achter de boot; het blad van de windvaanstuurinrichting dat onophoudelijk bewegend balanceert op de inkomende wind om Antares op koers te houden. Iedere ochtend vliegende vissen aan dek, zeewier haalt meerdere malen zelfs de kuip.
We zeilen drie dagen aan de wind / halve wind. De laatste dag kunnen we afvallen tot voor de wind en dat is mooi varen. Het lijkt alsof het minder hard waait omdat de wind nu van achteren komt en met je meeblaast en golven lopen meer onder de boot door dan dat ze tegen de romp aanklappen. We varen met gereefd voorzeil uitgeboomd aan bakboord en driemaal gereefd grootzeil over stuurboord. Voorzeil en grootzeil naar verschillende kanten noem je 'melkmeisje varen', omdat deze zeilvoering er van een afstand net uitziet als een melkmeisje.
DOLFIJNEN ESCORTE De aankomst bij Tobago is heel mooi; vijf
mijl voor de ankerbaai worden we opgevangen door zeker vijftien dolfijnen, die
helemaal met ons meezwemmen tot in de ankerbaai. Ook als we anderhalve mijl voor de ankerplaats even stilliggen om
het zeil op te doeken en het anker klaar te maken,
wachten ze geduldig bij ons en zwemmen het laatste stukje weer mee. Zo leuk en zo indrukwekkend! Hier een kleine impressie.
CARAIBISCHE ZEE
Tobago ligt op de grens van de Atlantische Oceaan (oostzijde) en de
Caraibische Zee (westzijde). Wij liggen nu bij Charlottevillle aan de
Noordwestkant van Tobago... dus, yes! We zijn in de Carieb! Het is hier lekker rustig, er liggen maar drie andere
zeilboten.Dat wordt straks op de andere
Caraibische eilanden wel anders; ankerbaaien met vijftig boten
en meer. We genieten daarom even extra van de rust want die bevalt ons, naar
we vrezen, beter dan de massaliteit op de andere Caraibische eilanden. Al kijken we er ook weer naar uit om zeilers te ontmoeten die we eerder op de route al eens tegenkwamen. Zeker de boten met kinderen, voor Quirijn.
Ook in Charlotteville waren ze kennelijk verrast door onze snelle oversteek… bij onze aankomst moesten twee mannen nog snel even het ‘welcome in Charlotteville’ spandoek voor ons worden uitgerold en boven de pier opgehangen (zie foto)... Of zou dat voor anderen zijn? Neeee toch, voor ons natuurlijk!
ANKERGROND?
We ankeren bij Charlotteville in 20 meter diep water. Dat was best lastig. Eerst ons anker met 50 meter ketting uitbrengen, daar nog tien meter extra ankerketting aan vastmaken en daarna nog eens vijftien meter lijn. Hoe we dat allemaal straks weer aan boord krijgen is ons vooralsnog een raadsel, maar dat is voor latere zorg.
WARM! In Suriname was het overdag rond 30 en in de nacht rond 23 graden. Hier is het een tikkie warmer, wat ook onze IPad opviel... deze melding hadden wij nog nooit eerder gezien. Maar echt, onze IPad vertikte het om verder te werken totdat we een tijdje zorgzaam met hem onder een palmboom hadden gezeten.
VISSEN MET VEEL PK'S Charlotteville is een prettig 'unspoiled' dorp, waar de lokale visserij overheerst. O.K., de komende vier dagen is het wel extra druk vanwege een vierdaagse viswedstrijd. Gisteren voeren circa veertig professioneel uitgeruste boten binnen voor de wedstrijden die vandaag begonnen.
Vanochtend om zeven uur was de start en wij luisterden via de marifoon naar het aanmelden van de boten bij de wedstrijdleiding en naar het aftellen voor de start, waarna de boten met minimaal 200 pk de baai uitspoten. Vanavond maar eens op de kade kijken wat zij gevangen hebben.
"ten, nine... two, one... Go!" 40 keer gemiddeld 500 PK spuit op vol vermogen de ankerbaai uit.
PIRATES' BAY De komende dagen willen we het eiland verkennen en zwemmen en snorkelen
bij de Pirates’ Bay, waar we met onze dinghy naartoe kunnen varen. In de 17e
en 18e eeuw was Tobago een uitvalsbasis voor piraten. Pirates’ Bay
was een favoriete ankerplek voor o.a. Captain Finn en Black Beard, als
uitvalsbasis voor hun overvallen op Spaanse schepen. Volgens de overlevering
zou er in Pirates’ Bay nog een schat begraven moeten liggen. We gaan zoeken.
Ah ja, en 'Pirates Bay' is ook een website waar je illegaal(?) allerlei bestanden kunt downloaden (dank voor de tip Tim!) en of het zo moet zijn... in dit hele dorp heb je overal internettoegang, zonder wachtwoord o.i.d. Niet dat het internet erg snel is trouwens. Vanmorgen om 6.00 uur ben ik begonnen met dit blogbericht te schrijven, foto's selecteren en klaarmaken en het filmpje monteren en uploaden naar You Tube. Het is nu 23.00 uur. Nee, ik ben inderdaad niet de hele dag bezig geweest. 6 1/2 uur wat anders gedaan. Blijft over dat ik tot nu toe bijna 11 uur bezig ben om dit blogbericht geplaatst te krijgen. En ik ben nog lang niet klaar. Mochten wij ooit nog eens een lange zeilreis maken, dan doe ik de communicatie met het thuisfront middels flessenpost.
Voor anker met de Pirates' Bay op de achtergrond
BRUYNZEEL IN SURINAME Suriname was vermoedelijk de verste bestemming tijdens onze reis. Daarom hebben we daar, bij Domburg Resort waar we twee maanden lagen, een clubvlag van onze Watersportvereniging Bruynzeel achtergelaten.
Goodbye Switi Sranan Kondre, Hello Bigi Soutwatra (dag geliefd Suriname land, hallo groot zoutwater, oftewel, grote oceaan).
Ja, we spreken al een aardig woordje Sranan Togo, na ruim tweenhalve maand Suriname.
Afgelopen vrijdagochtend zijn we vertrokken uit het Suriname waar we zo van zijn gaan houden. We zijn onderweg naar Tobago, in rechte lijn circa 485 mijl, wij varen daar nog ca 50 mijl extra bij. We hopen aan het begin van deze avond (maandag) aan te komen.
Het is een onstuimige tocht, waarbij we de eerste twee dagen aan de wind varen om extra hoogte te pakken omdat het in de loop van zondag nog hareder zou gaan waaien, richting 25 kn, en we dan wat meer ruimte zouden hebben om met de dan opbouwende zee wat af te buigen en iets ruimere koers richting Tobago te varen.
De extra wind kwam al zaterdagnacht en toen hebben we een derde rif gezet en zo varen we nu nog steeds. Voordeel is dat we lekker opschieten. Ook omdat we ca 1,5 knoop stroom mee hebben. We boekten dan ook een etmaalrecord 169 mijl in 24 uur, dat hebben we nog niet eerder gevaren. Ander primeurtje.. we hebben deze tocht alledrie moeten spugen. Voor mij, Walewijn, de eerste keer na ons vertrek uit Nederland. Hebben we dat ook maar weer gehad. Inmiddels voelen we ons alledrie goed en kan ik zelfs een berichtje typen en versturen naar onze weblog, wat jullie dan weer gezellig hebben kunnen lezen.
Antares voor Paramaribo, op weg naar de Commewijnerivier
Gggggg… mijn bijboot loopt aan de grond. Ik stap uit in
enkelhoog water. Tussen mijn tenen voel ik rijstkorrels. De bijboot drijft in
overblijfselen van wat ooit een kip was. Naast mij staat een man in het water.
Hij knikt vriendelijk terwijl hij tandpasta in de rivier spuugt. Vervolgens
spoelt hij zijn tandenborstel in de rivier, tussen de kipresten.
WANHATTI
We zijn in Wanhatti, een
traditioneel dorp aan de Cotticarivier, ruim zestig mijl landinwaarts varen
vanaf Paramaribo. Hier voltrekt het leven zich zoals het dat al eeuwen doet. De
mensen leven van wat de natuur hen biedt. Jagen op alles wat er in het bos
leeft, van zwijnen tot apen, verbouwen groente en fruit op zogenaamde
kostgrondjes en leven in houten hutten. In korjalen (uitgeholde boomstammen)
peddelen ze over de rivier om visnetten uit te zetten. De rivieroever is de
centrale plek in het dorp waar men de was doet, eten bereidt, afwast en een bad
neemt. Verder bespreekt men er de laatste roddels en nieuwtjes. Vandaag zijn
wij het nieuwtje. Drie Nederlandse zeilboten die zojuist voor het dorp ankerden.
Het halve dorp staat aan het strandje om de vreemdelingen te bekijken.
COMMEWIJNE- EN COTTICARIVIER
Drie dagen geleden verlieten we onze thuisbasis in Domburg om met twee
andere zeilboten, de Madeleine en De Verleiding de Commewijnerivier en
Cotticarivier te verkennen. Deze rivieren zijn te bevaren door zeilboten tot
aan Moengo (een voormalig bauxietdorp en de thuisbasis van Ronny Brunswijk, die
met zijn partij ABOP momenteel samen met de NDP van Desi Bouterse de regering
van Suriname vormt). Moengo ligt ongeveer 85 mijl varen vanaf de monding van de
rivier, bij Paramaribo.
Alliance
Op dag 1 voeren we naar de citrusplantage Alliance, waar we een maand
eerder ook al met oma, Marije , Tijn en Fien kwamen met de Postboot. Daar
ankerden we een nacht waarna we een dag de Cotticarivier opvoeren en ankerden
in de Koopmankreek.
Koopmankreek
Wat een bijzondere ervaring! Deze
kreek midden, echt midden in het oerwoud is alsof we in een sprookje liggen.
Eddy (en Hedda) de avond voor het voorval. Eddy is hier
duidelijk nog alert, maar zou even later indutten...
Gedurende
de avond blijkt het een boos sprookje overigens, toen wij met de achterkant van
onze boot het oerwoud in doken. We lagen aan een anker plus een achterlijn om
een boom. Door de sterke stroming draaide de spiegel echter de bomen in
met veel gekraak van (gelukkig voornamelijk) boshout. Alleen onze vlaggenstok
begaf het, tot grote schrik van onze bootvogel Eddy die op die stok uitkijk
hield. Maar ja, het was ook wel een beetje zijn eigen schuld, want hij verzuimde ons
te waarschuwen.
In het aardedonker en met flinke stroming moesten we ankerop en
onderwijl voorkomen dat de lijn naar
de wal in de knoop kwam te zitten. We zagen niets en de kreek is smal. Dus al
snel dreigden we aan de andere kant in het bos te belanden. De ankerlichten
van Verleiding en Madeleine was het
enige dat we in het donker konden zien, waardoor we enige oriëntatie
hadden. We gooiden ons anker opnieuw uit
en dat hield. Maar zou het ook goed gaan tijdens de kentering, rond vier uur in
de ochtend?
Ik heb de hele nacht ankerwacht gehouden in de kuip en met
ankeralarm aan geprobeerd wat te slapen, wat natuurlijk niet lukte… net als ik
wat indut gaat het ankeralarm af. Of er zoemt een mug rond mijn hoofd. Of het
begint te regenen. Het protocol vereist dan dat ik respectievelijk het
ankeralarm uitzet en opnieuw instel, de mug dood en klamboe die ik in de kuip
ophing naloop op openingen, de paraplu open en terwijl ik probeer te slapen in
mijn hand overeind houd… als ik mijn hand een beetje zo houd en de paraplu laat
rusten op het stuurwiel… dan blijft ie net staan… totdat een klein zuchtje wind…
en ja hoor, net als ankeralarm, muggen en regen mij niet storen en ik een
beetje inslaap … gaat de wekker. Kwart voor vier, tijd om het moment in de
gaten te houden dat de boot gaat draaien. We willen er namelijk voor zorgen dat
hij over stuurboord draait. Draait hij de andere kant op, dan eindigen we weer
in de bush. Om kwart voor vier loopt het tij nog naar binnen, dus zet ik de wekker
twintig minuten later. Nog steeds stroom inwaarts, dus weer twintig minuten… zo
gaat het een uur door en dan zie ik Antares voorzichtig draaien. Ik roep Hedda
erbij en we zien dat Antares keurig de juiste kant opdraait. Daarna toch nog
drie uurtjes geslapen op de kajuitbank.
Aaaaaaaaaaaapen!
Ik lig nog te slapen (wat wil je na
zo’n nacht?) als ik uit de kuip hoor brullen ‘Aaaaaaaapen!! Daaaar!!’. En ja hoor, wat supercool! In de
bomen rond ons horen en zien we kleine aapjes. Ze zijn net zo benieuwd naar ons
als wij naar hen, ze komen echt onze kant op om te bekijken welke vreemde
vogels zich in hun gebied hebben genesteld. Klauterend over de takken en
springend van boom naar boom komen ze steeds dichterbij en kijken nieuwsgierig
onze kant op. We vinden het een superrrrr geweldige ervaring om gewoon vanaf onze eigen
boot oog in oog te staan met aapies.
klein aapje bij moederaap op de rug
Klein aapje bij moederaap op schoot :-) NB. Eddy ligt uitgeteld in de kuip
Quirijn vaart Antares De Koopmankreek is smal. Lastig wegvaren dus. Quirijn vaart altijd onze bijboot, maar zou hij ook al Antares kunnen varen? Dat wilden we wel eens proberen. Speciaal voor de grootouders, hier het filmpje van Quirijn's eerste stuurman ervaring.
KAPITEIN
Terug
naar de rijstkorrels in Wanhatti. Vanaf de Koopmankreek varen we daar in een
uurtje naartoe.
Roemmmm…
daar schuift ook Ron van De Verleiding het strand op. In zijn rugtas een fles
Surinaamse rum. Ik heb twee Djogos (grote fles Parbo bier) mee. Samen gaan we
op zoek naar de kapitein, het dorpshoofd. Die noemt men hier kapitein. Want het
is weliswaar een leuke attractie, drie ruimteschepen van een andere planeet,
maar het zou wel erg onfatsoenlijk zijn als die zomaar plompverloren het anker
droppen en een biertje opentrekken… Nee, eerst moet er toestemming komen. De
traditie en het theater in een Marrondorp vereist nou eenmaal,
dat je als vreemdeling aan de kapitein toestemming vraagt om bij het
dorp te ankeren en om het dorp te bezoeken.
En
dus melden wij ons even later bij de beste man. Die ons prompt vertelt dat ze
hier vijf
kapiteins hebben. Ingewikkeld, ingewikkeld. Na ernstige blikken,
uitgebreide discussie in lokaal dialect met veel handgebaren, went een van de
kapiteins zich tot ons. Natuuuurlijk zijn we welkom! Het is een eer dat wij hun
Wanhatti bezoeken. Wanhatti betekent één hart. Ben je geboren in dit dorp, dan
blijft het altijd in je hart zitten en kom je er altijd weer terug. Dat geldt
vast ook voor zeilers die een keer dit dorp bezoeken, zegt de beste man. Wij
zullen hier vast ook terugkomen.
FEESTJE
de feesttent
Mooi.
Ron vraagt, knikkend naar hele, hele grote boxen onder een afdak, of er een
feestje in het dorp was. Klopt. Het hele weekend is het feest. Ter ere van de
nieuw gekozen Granman (opperhoofd van vele stammen) en ter nagedachtenis aan
alle dorpelingen die het afgelopen jaar overleden. Wij zijn van harte welkom op
het feest.
RONDLEIDING
Dat
verklaart waarom het zo ontzettend druk is in dit dorp. Van heinde en verre
zijn mensen naar Wanhatti gekomen die ergens in de familie banden hebben met
dit dorp. Het hele weekend is er feest. Wij, de bemanning van de Madeleine,
Verleiding en Antares, worden rondgeleid door een van de Kapiteins. De dames
maken eten klaar en zingen oude liederen. De jongeren hangen rond aan het water
of kaarten wat in afwachting van het feest dat vanavond weer start. We spreken
met de dominee die ons uitnodigt voor de kerkdienst morgenochtend.
bij een feest hoort Parbobier en dat vervoer je zo
de Kapitein in zijn kapiteinskleding
we bezoeken ook nog de oude kapitein in zijn huis
de dames verzorgen het eten. Op verschillende plekken in het dorp wordt het door groepjes bereid.
Om
22 uur start de traditionele muziek met traditionele dans. Het gaat de hele
nacht door, tot 10 uur in de ochtend. Het is prachtig, alhoewel ik (Walewijn)
het vooral van een afstand zie. Quirijn en ik gaan vroeg slapen dus slaan het
feestje even over. Vanaf de boot kunnen we het echter ook goed zien en horen... hier hebben we ook nog filmpjes van, maar ik ben al weer uren bezig met dit bericht, dus dat filmpje komt later wel een keer...
DE
HEER IS MIJN HERDER
De
volgende ochtend bezoeken we de kerkdienst. Uhm…? We zijn de enige bezoekers…
de dorpelingen slapen uit na een nachtje feest. We zingen uit een liedboek van
de Evangelische Broedergemeenschap in Sranantongo. Dat valt niet mee. De dienst
gaat vandaag over ‘de heer als herder van zijn schapen’. De dominee is haar
stem vrijwel kwijt en wij kennen de liedjes niet, dus het is een moeizaam
proces. Dan maar in het Nederlands, moet de dominee gedacht hebben en met een
‘dit liedje kennen jullie wel’ zet ze in. En ja, de melodieën komen bekend
voor, maar hoe was de tekst ook alweer?
Sinds mijn jeugd ver weggezakt. Zo ook bij de anderen. Steeds eenvoudigere
liedjes bedenkt de dominee, en zet steevast in met ‘deze kennen jullie zeker’, waarna wij neuriënd aan haar lippen proberen
de tekst te ontfutselen en mee te brabbelen.
‘Weten
jullie nog een liedje’, vraagt de sympathieke domineevrouw ten slotte met een
zucht waarna het angstvallig stil blijft. Hoe ik ook probeer, de liederen van
weleer krijg ik niet voor mijn geest. Bizar hoe alles wegzakt (sorry mama, maar
let op, zo meteen wordt het anders…). We redden de situatie ter nauwer nood met
een liedje dat wij altijd zongen toen Quirijn nog een babytje was en we in
slapeloze nachten met hem door de huiskamer schuifelden… ‘Jezus zegt dat hij
hier van ons verwacht… dat wij zijn als lichtjes branden in de nacht…’ Opgelucht
zingen we allemaal uit volle borst.
Als
we een uurtje later weer door het dorp wandelen, komen de liederen uit het
Psalmen en gezangenboek spontaan terug (zie je wel, mam)… Nadat ik het ene na
het andere lied de revue laat passeren bedenk ik dat ik zelfs helemaal de blits
had kunnen maken bij dominee, als ik, volledig
in lijn met het onderwerp van de dienst, had ingezet met ‘de heer is mijn
herder, hij … <uhm… ff neurien en dan>, hij zal mij geleiden langs grazige
weiden…’.
PIKIN
SANTI
Na
de dienst varen we, uitgezwaaid door de dorpelingen, een uurtje door naar Pikin
Santi. Ook een traditioneel dorp, met een kleine honderd inwoners. Er komt
direct een korjaal naar De Verleiding toe gepeddeld en na overleg zijn we
welkom in het dorp. De kapitein is in Paramaribo, maar Jurgen wil ons wel
rondleiden en zal ’s avonds een kampvuur voor ons maken aan de waterkant.
We
nemen cadeautjes mee voor de kinderen in het dorp, die allemaal worden
opgetrommeld en naar de waterkant komen. Daar verdeelt Jurgen de potloden,
pennen, stickerboekjes en bellenblaas.
’s
Avonds bij het kampvuur vraagt onze tijdelijke gids of hij niet met ons mee mag
varen naar Nederland en hij vraagt of Hedda niet een zus of nicht heeft waarmee
hij zou kunnen trouwen. Het verlangen om weg te komen uit het dorp is kennelijk
vrij groot.
De
volgende ochtend komt Jurgen nog even bij ons aan boord kijken. Hij kijkt zijn
ogen uit en vraagt of wij een foto van hem willen maken aan boord en achter het
roer. Die moeten we dan met hem delen via facebook zodat hij de blits kan maken
bij zijn vrienden. Vrijwel iedereen in deze gebieden heeft een smartphone.
MOENGO
De
volgende dag varen we door naar Moengo, Het is een dorp dat groot werd door de
bauxietwinning. De bauxuet werd gewonnen door een Amerikaans bedrijf en er is daarom
een compound in typisch Amerikaanse stijl, met woningen in een gazonlandschap en
een zwembad, tennisbanen, scholen en andere voorzieningen. Dat zou ik graag
zien, maar we vinden geen goede ankerplek waar we de boten durven achterlaten.
Bij Moengo is een brug waardoor we niet verder kunnen varen. We varen terug en
ankeren eind van de dag weer in de Koopmankreek, waar we borrelen aan boord van
de Madeleine.
BAKKI
De volgende dag
varen we terug naar Alliance waar we voor anker gaan. De Madeleine vaart vanwege verplichtingen de
volgende dag door naar Domburg, maar wij blijven samen met de Verleiding drie
nachten ankeren. Bij Alliance steken
elektriciteitskabels over de kreek, waardoor we niet met onze zeilboot door
kunnen varen naar Bakki. Per dinghy varen we naar Bakki, ongeveer een kwartier
de kreek in. Daar bezoeken we het dorp en plantage Bakki, waar een klein museum
is over de plantages en slavernij. Er is echter niemand op de plantage aanwezig
omdat er vandaag geen toeristen komen.
Als we navraag doen in het enige winkeltje in Bakki,
telefoneert de winkelmevrouw en even later verschijnt een mevrouw die ons
toegang verschaft tot de plantage. De volgende dag komt er een groep toeristen
die met een korjaal de Warappakreek ingaan en daar sluiten wij bij aan.
Quirin bij Ron en Joce in de dinghy
Het regent... het regent twee dagen lang. Hard. Daarom dragen wij ons tropenregenpak....
ik zou het goed doen bij de Obelix Look-a-like verkiezing.
De korjaal is lekgeslagen door een botsing met een boomstam. De overige toeristen kijken verschrikt naar de zeilers aan boord (wij dus)... hoe reageren die? Als wij niet in paniek raken, zal het dus wel goed komen... zie je ze denken.
Dan hoeven wij ons dus ook niet druk te maken.
Langs en in de Warappakreek zijn de laatste jaren veel oude Plantagematerialen gevonden. Hier een suikerrietpers.
Antares en De Verleiding samen voor anker. Ivm de harde stroom, allebei op vooranker en twee lijnen tussen de spiegels.
De tocht met de korjaal is interessant. Door een
smalle kreek varen we door een tunnel van groen. De korjaal stopt en we maken
een korte wandeling naar overblijfselen van een suikerrietpers. Na een lunch op
Bakki varen we terug naar Alliance waar we door het dorp wandelen. De volgende
dag varen we terug naar Domburg.
AFRONDEND
Deze acht dagen Commewijne/Cotticarivier waren erg indrukwekkend.
Een geweldige belevenis. Een tocht die niet veel zeilers maken, gegeven ook het
enthousiasme waarmee we vanuit de dorpen langs de rivier werden benaderd. Ieder
dorp waar we langs voeren, liep uit om ons te zien passeren en om te zwaaien.
We raden zeilers die Suriname bezoeken zeker aan om deze rivier te
bevaren. In het tabbad ‘info voor vertrekkers’ plaats ik daarom een document
met informatie over de Commewijne- en Cotticarivier.