woensdag 27 augustus 2014

Spaanse Ria’s



We brengen in augustus veel tijd door aan land, in en rond de Spaanse Ria’s. Dus de lezers die alleen geïnteresseerd zijn in onze zeilavonturen, kunnen dit bericht met een gerust hart overslaan. De dagafstanden zijn hier rond acht mijl en daarna liggen we weer drie dagen voor anker of in een haven. Af en toe een dagtocht van rond de vijftien mijl naar een volgende Ria, dan houdt het wel op. Dit blogbericht gaat over ons landleven... hoewel het er daar ook behoorlijk nat kan zijn, getuige de foto hierboven.

---------
Dank!
Maar voordat ik van start ga richt ik mij, mede namens Hedda, eerst rechtstreeks tot jullie. Beste bloglezers, wij zijn erg blij met jullie! Al ruim 26 duizend keer is onze weblog bezocht. Dat vinden we erg leuk. Bovendien ontvangen we veel reacties van jullie. Dat vinden we geweldig. Als we weer eens ergens internettoegang hebben, dan kijken we er echt naar uit om te zien of we nog reacties hebben gekregen. Dat geeft ons het gevoel dat we de reis een beetje samen met jullie maken. En we ervaren dat we dat heel leuk vinden. Hadden we van tevoren niet zo bedacht, maar zo werkt dat kennelijk. Dus, heel erg bedankt voor alle reacties. Gezien het beperkte internettoegang kunnen we niet de reacties beantwoorden, maar we waarderen het enorm! Dus blijf reageren.
--------

Santiago de Compostella
Een bezoek aan Noord Spanje is niet compleet zonder een bezoek aan de bedevaartsplaats Santiago de Compostella. In Villagarcia (Ria de Arousa) nemen we vrijdag 15 augustus de trein naar
Santiago. Daar slenteren we de hele dag tussen de pelgrims die de ‘Camino di Santiago’ (de voettocht naar Santiago) hebben gelopen; een pelgrimstocht vanuit heel Europa naar Santiago de Compostella. Mooi gezicht op het plein voor de Kathedraal, mensen vallen elkaar huilend in de armen omdat ze de tocht volbracht hebben.


Wij proberen ‘de echte’ bedevaarders te onderscheiden van ‘de neppers’.  Dat is vrij eenvoudig. De eerste
categorie is geweldig uitgerust met diverse soorten schoeisel bungelend aan de tas, bruine koppen van weken zon, wandelstokken die ooit nieuw waren, pleisters op voeten en/of verband om kuiten. De neppers komen frisgewassen, met een flink tempo en de borst vooruit het plein opgesjouwd. Zij doen de dagtocht van twintig kilometer. Hun auto staat in de parkeergarage naast het plein. Nee, wij voelen ons meer verbonden met de echte lopers, die al weken of maanden onderweg zijn.
De reizigers. Zij hebben afgezien. We voelen de pijn in hun voeten als onze pijn, we voelen de last van hun bagage op onze schouders drukken. Tja, logisch, wij hebben dan ook al zeker vijf kilometer geslenterd vandaag… Dus uhm, dan doe je natuurlijk goed mee met de grote jongens he? In tegenstelling tot die dagjesmensen die maar twintig louzy kilometertjes gesloft hebben. Nee, dan onze V-i-j-f  Ki-lo-me-terssssss, die tellen natuurlijk… uhm… oh nee, toch niet… In de trein terug naar Villagarcia bedenk ik mij dat ons gevoel van verbondenheid met de bedevaarders komt omdat wij met onze zeilboot langzaamaan ook het vakantiegevoel kwijt zijn en ons reizigers voelen.

Santiago is absoluut de moeite waard. Zeker wanneer je je even verdiept in de historie van het gebeuren. Terug naar Villagarcia verbazen wij ons hoe veel jongeren er in de trein zitten. Waar gaan die naartoe? Op het station van Villagarcia ziet Hedda dat een aantal van hen waterpistolen en drank bij zich heeft. Aha, nou begrijpen we het. Zij komen voor het Festa de Auga dat hier morgen plaatsvindt. ‘Dat kan niet’, zegt wijsneus Walewijn, ‘want ze hebben helemaal geen slaapspullen bij zich’. Daar heb ik best een punt, zo vind ik zelf. Scherpe analyse. Maar onjuist, zo blijkt die nacht.

San Roque in Villagarcia
Ieder jaar vindt op 16 augustus in Villagarcia een processie plaats, San Roque. Met aansluitend het Festa de Auga. Daarom zijn wij nu hier. Het waterfeest. Dat gaat zo. Vijftien minuten nadat de heilige San Roque door de straten is gedragen, start een massaal watergevecht in de stad. Om de zoveel honderd meter staat een brandweerauto met op het dak twee brandweermannen die de waterslangen vol open gooien en de menigte nat spuiten. Op straat duizenden mensen bewapend met waterpistolen, emmers en waterslangen. Iedereen gooit en spuit elkaar nat.



Samen met de bemanning van de Volonte en White Witch, die beide twee kinderen aan boord hebben, bezoeken we het waterfeest. Het is een geweldig evenement en de sfeer is bijzonder goed, iedereen spuit de ander vol enthousiasme nat maar ontvangt met evenveel plezier een volle laag van een ander. Nou ja, iedereen? Er is één klein mannetje die, gewapend met de plantenspuit van zijn ouders, er grote schik in heeft om iedereen die hij voor zijn vizier krijgt van een volle laag nat te voorzien, maar die het bij ontvangst van ook maar het kleinste druppie op wang, shirt of schoenveter op een ongekend brullen zet. Onze Quirijn. Hij heeft het ‘wie kaatst kan de bal verwachten’ nog niet helemaal begrepen, zeg maar. Of, als ik het tegen de achtergrond van mijn rol als opvoerder voor mijzelf wat gunstiger schets; wij hebben hem geleerd dat het in het leven belangrijker is om te geven dan om te ontvangen.
  

Arme Quirijn heeft het ook niet makkelijk, hij krijgt een volle emmer water frontaal in zijn gezicht. De vijftigduizend festivalbezoekers  blijken stuk voor stuk (als onze steekproef van 5 personen representatief mag zijn voor de 50.000) echter erg sympathiek want steevast komen ze Quirijn troosten als hij in huilen uitbarst. We vinden het opmerkelijk met hoeveel ontspanning en goede sfeer deze happenning verloopt. Nergens kwade gezichten, iedereen doet enthousiast mee. En dat terwijl een groot deel van de aanwezigen al de hele nacht heeft gefeest! Dat zit zo...




Nachtje doorfeesten
Toen wij vrijdagavond terug uit Santiago de Compostella terugliepen naar onze haven, zagen we tot onze schrik dat naast het haventerrein grote geluidsboxen waar opgesteld. En als ik zeg groot, dan bedoel ik ook echt groot. Dus niet zo van, ‘ja, voor die Walewijntje is iets al snel groot, dat kleine mannetje’ nee, groot!  We weten inmiddels dat die Spanjaarden kunnen feesten. In Muros (waar eerder lagen) ging een Heavy Metal groep tot vijf uur in de ochtend door. Ze zullen hier toch ook niet tot vijf uur doorgaan? Gelukkig zien we in het programma dat DJ Jose Vargas tot 03.00 uur draait. Best laat, maar dan slapen we morgenochtend wel uit. Die nacht horen we om 3 uur onze Jose zijn publiek bedanken, afgesloten door een ‘Adios’. Zo. Kunnen we eindelijk slapen. Maar nee, er volgt een andere DJ. De muziek gaat nog een tikkie harder en we dreunen in ons bed. Ook om vijf uur klinkt weer het adios, maar ook daarna gaat het door. Wij liggen nog steeds in ons bed te dreunen en begrijpen niet waarom die DJ’s doorgaan. Iedereen zal toch al van vermoeidheid (of van de drank) zijn omgevallen? Er staat vast niemand meer te luisteren op het grasveld? In onze verbeelding zien we de DJ voor een groot leeg grasveld zijn nummers afdraaien. 

Als het een uurtje later licht wordt, steek ik mijn hoofd boven het schuifluik om het tafereel van het lege grasveld te aanschouwen.  Het veld staat nog bomvol feestende jongeren. Ook de boulevard naast de marina staat vol. Die jongeren in de trein uit Santiago hebben geen slaapspullen meegenomen omdat ze toch de hele nacht doorfeesten! De muziek draait uiteindelijk door tot de start van het waterfeest, 12 uur, en heeft dan vijftien uur achtereen gedreund.









Natuurlijke zwembaden
Na het mooie avontuur in Villagarcia zijn wij ouwe lullen toe aan wat rust en verhuizen we terug naar de eerdere ankerplek en maken een wandeling naar de Picines Naturais. Een wandeling van twee uur bergopwaarts, langs huizen met grote tuinen en uitzichtpunten over de baai. Na anderhalf uur lopen houdt de weg op en begint de echte klim naar de picines over een bergpaadje. Het laatste stuk moeten we over rotsen klimmen en kan de buggy (waar Quirijn tot dat moment steeds in zat) niet meer rijden. Quirijn klautert zelf over alle rotsen en neemt het liefst de meest ingewikkelde subpaadjes met de hoogste rotsen. 


De beloning is prachtig. Vanuit de bergen stroomt een bergbeek tussen de rotsen door naar beneden. Op verschillende plekken stroomt dat water in een klein bekken tussen de rotsen, waardoor de natuurlijke zwembaden ontstaan. We vinden een mooi plekje op de rotsen en zwemmen in het heldere, koude water. Heerlijk om eens in fris zoet water te zwemmen, ter afwisseling van het zoute water dat we normaal rondom onze boot hebben.

En zo voorts…
de vuurtoren van Isla Ons steekt nog
net boven de mist uit
Ria de Arousa ligt nog in de zon. Op
de achtergrond de bergrivier met
de natuurlijke zwembaden
Donderdag 21 augustus verlaten we de Ria de Arousa na tien dagen en varen richting de volgende Ria; Ria de Pontevedra. We willen bij het eiland Ísla Ons ankeren, maar zodra we de Ria uitvaren zien we dat het eiland in de mist ligt. Daarom besluiten we een plaatsje eerder te ankeren, bij Pedra Negras. Ook daar trekt het behoorlijk dicht, maar tussen de vlagen door kunnen we (met behulp van kaartplotter en radar) onze weg nog vinden. Begin van de avond trekt de mist op en maken we een wandeling langs de prachtig gevormde rotsen en over het strand.

Wij hadden hoge verwachtingen van de Spaanse Ria’s, maar die zijn in de afgelopen weken ruim overtroffen! Wat een prachtig gebied is dit om te varen, ankeren en om te genieten van de uitzichten op rotsen, bossen, heuvels en bergen. Veel afwisseling qua cultuur en culinair en uitermate vriendelijke mensen. Je vind hier voornamelijk Spaanse toeristen en natuurlijk op en rond het water de cruisers uit Noord Europa, onderweg naar het zuiden. Ongekend dat hier (nog?) geen bedrijven zijn die op grote schaal zeilboten verhuren, zoals in Kroatië, Griekenland en Turkije.



Vrijdag 22/08 varen we naar het einde van Ria de Pontevedra waar we ons anker uitgooien naast de White Witch. Met hen eten we ’s avonds op een terras in het oude vissersdorpje Combarro. Quirijn mag een nacht logeren aan boord van de White Witch en slaapt samen met Wouter en Myrthe in de punt van de White Witch. Op de foto is te zien hoe hij dat vond.


Galicia Atlantic National Parks
23 en 24 augustus liggen we een aantal dagen voor anker bij Isla Ons. Dit eiland maakt, net als een aantal andere eilanden hier, onderdeel uit van Galicia Atlantic National Parks. Voor de zeilers die (de komende jaren) ook nog eens deze kant op gaan: je moet vooraf een registratie aanvragen via de website (www. iatlanticas.es),vergezeld van kopies van paspoorten, registratie van je schip (zeebrief oid) en vaarbewijs schipper. Je ontvang dan een inlogcode waarmee je je via de website een paar dagen voordat je een van de eilanden bezoekt aanmeldt.  Overdag komen er toeristen met ferries naar de eilanden, maar ’s avonds gaan die allemaal weer weg en genieten wij in stilte van een heldere sterrenhemel, de lichtjes van de dorpjes tegen de heuvels van het vaste land in de verte en het door plankton oplichtende water als er een vis doorheen schiet. We ruiken de bossen en horen de krekels op het eiland. Zo is het mooi!

Vanuit Isla Ons varen we door naar de meest zuidelijker Ria in Spanje; Ria de Vigo. Daar willen we de gelijknamige stad bezoeken en wellicht nog een aantal ankerbaaitjes.  Vervolgens nog Isla Cies (ook een van de nationale parken) en dan is het zo langzamerhand tijd om Spanje te verlaten en richting Portugal te varen. Maar dan zitten we al weer in het volgende blogbericht…
Antares onderweg op de Ria de Pontevedra, met dank aan bemanning White Witch



zondag 17 augustus 2014

Wir Sind die Hollander….

Het zit de hele middag in mijn kop. Ik krijg het er niet uit… ‘Wir sind die Hollander… Wir kommen mit sin allen… tadadam, tadadam, tadadam… Und wir sind so schon… ‘ We varen in het gebied van de Ria’s. Dit is noordwest Spanje, Galicie, waar vanuit zee verschillende kleine en grote inhammen zijn die tot 20 kilometer diep het land ingaan en waar, tussen heuvels en bergen, prachtige dorpjes en ankerbaaien liggen. Werkelijk een paradijs voor zeilers. Klein detail, onze pilot (dat is een soort reisgids voor zeilers, met informatie over aanloop van havens, ankerplekken, ondieptes, marifoonkanalen etc) meldt dat Galicia Spanjes meest natte regio is. Dat kunnen we inmiddels bevestigen.

Bezoek
We lagen een week in A Coruna. Voor zeilers is A Coruna een ronkende naam; de eerste aanloophaven voor wie de Golf van Biskaje is overgestoken. Jaren probeerden wij ons voor te stellen hoe het zou zijn om na drie dagen Golf van Biskaje de haven van A Coruna binnen te lopen. Mooi is het!  In A Coruna hebben we voor het eerst niet meer een vakantiegevoel, maar echt het gevoel dat we op reis zijn. En passant pikten we het Spaanse ritme ook op. Om 22.00 uur aanschuiven op een zwoel terras tussen de Spanjaarden en genieten van Rioja en tapas. Calamaris, Tortilla, …., …. Allemaal even lekker. Ook Quirijn geniet zo laat van alle eten. We nemen het Spaanse ritme wel erg serieus als we om 00.05 uur nog een laatste ronde gebakken inktvisjes bestellen en de kok, die eigenlijk de keuken al afgesloten had, onder een ‘no problemo’ het fornuis weer opstookt en speciaal voor ons nog een laatste tapasgerecht bereidt. De Spanjaarden in Galicië zijn uitermate vriendelijk en behulpzaam. Zeker voor buitenlandse toeristen want die vind je hier, in tegenstelling tot de Spaanse oostkust, weinig.

Dag een na onze aankomst in Coruna komen we niet verder dan het toiletgebouw, de wasmachine en ons bed. We slapen flink bij. Na twee dagen arriveren maandagavond Hedda’s ouders. Deze trouwe volgers van ons weblog en via Marine Traffic, hoeven we niets te vertellen over onze belevenissen onderweg, ze zijn via alle digitale volgmogelijkheden op de hoogte van onze verrichtingen. En kunnen ons bovendien bijpraten over waar andere Nederlandse vertrekkers zijn. Het lijkt wel een commandocentrum daar bij mijn schoonouders in Frankrijk! Al mijn vragen over hoe het bij hen thuis is, hoe ligt de tuin er bij, valt de drukte met het toerisme in het dorp dit jaar mee, de gezondheid van de buurman… alles wordt steevast beantwoord met een ‘geen idee, wij zitten achter de computer en volgen hoe het jullie en de andere vertrekkers gaat’. Geweldig, zo veel betrokkenheid!  Opa en oma brengen een tas vol cadeaus voor Quirijn mee, voor onderweg tijdens Sinterklaas, Kerst en natuurlijk Quirijns verjaardag. We genieten van drie gezellige dagen met Jan en Anita en op bezoekdag twee nemen zij ons mee uit eten in een prima restaurant. Na afloop lopen we rond middernacht op het oude stadsplein tegen een openlucht concert van een Spaanse operazanger aan, geflankeerd door een professioneel orkest. Met het klassieke decor van het oude stadsplein en de zwoele avond vol met Spanjaarden een prachtige belevenis. 

De volgende dag rijden Jan en Anita met Hedda naar een grote supermarkt zodat we nog weer zware boodschappen kunnen doen en na een avondje eten bij ons aan boord nemen we weer afscheid en kijken terug op hele fijne dagen met onze familie. Quirijn heeft ook erg genoten van alle aandacht van zijn opa en oma.

Ria’s
Vrijdag 8 augustus verlaten we Coruna en varen onder een grijze lucht en elkaar rap opvolgende regenbuien tegen de wind in westwaarts. Een gezegde in de zeilvaart luidt ‘een zeiler met tijd heeft altijd goede wind’. Nu hebben wij de tijd… Maar waarom stampen we dan op de motor tegen een westenwind 3-4 in, met windgolven uit het westen en een deining uit het noorden geeft dat een onrustige zee. Waarom wachten we niet gewoon in Coruna op betere omstandigheden? Welnu, ik laat u niet met vragen zitten… hier volgt het antwoord. Het is een combinatie van twee elementen. Ten eerste hebben we nog steeds niet de rust gevonden om het rustig aan te doen. Dat komt een week later, maar daarover straks meer. Bovendien hebben we een bezoek aan Puff The Magic Dragon gepland. Deze boot van Leon en Frieda ligt een aantal Ria’s verderop en we kijken er naar uit hen weer te ontmoeten nadat we in de afgelopen jaren elkaar regelmatig zijn tegengekomen tijdens alle voorbereidingen voor onze en hun zeilreis.

Als ik door onze Pilot ‘Atlantic Spain and Portugal’ (Imray) blader, dan duizelt het mij een beetje. Over een kustlengte van een kleine honderd mijl bevinden zich voor ons ongeveer acht Ria’s. Omgeven door heuvels en hoge bergen, met een grillige kustlijn die veel mooie ankerbaaien oplevert en waarlangs kleine en grotere dorpen liggen biedt dat een geweldig vaargebied. Als je de definitie van Ria wat oprekt liggen er niet acht, maar zelfs een stuk of vijftien voor ons. Omdat we wat tempo willen maken slaan we de eerste Ria(‘s?) over en varen in een lange en hobbelige stuitertocht naar Camarinas (58 mijl). De Ria ligt beschut tegen de oceaandeining en golven. Eenmaal binnen vlakt de zee af en varen we tussen heuvels en bossen naar de haven. Hedda vindt het hier erg lijken op een aantal binnenmeren in Frankrijk, die zij vroeger met haar ouders in de vakantie bezochten. En inderdaad, het heeft meer weg van een meer dan van een zee.  Bij Camarinas gaan we voor anker en groeten een Engelsman die iets verderop voor anker ligt met een Trintella 45. Vergelijkbaar met ons schip, maar dan een maatje groter. 

Cabo Finisterre
Ook zo’n begrip natuurlijk. Kaap Finisterre. Die gaan we vandaag, zaterdag 9 aug, ronden! De bekende, beruchte kaap. Het meest westelijke punt van het vasteland van Europa. Althans, zo hebben we het altijd geleerd op school. Een mijltje of acht noordelijker ligt echter Cabo Torinana en die ligt toch echt net een tikkie westelijker. Die mag trouwens ook best berucht heten wat mij betreft. Ondanks dat er nauwelijks wind is, zien we de zee flink breken op ruim een mijl (ca 1,6 kilometer) buiten de kaap. De kaart leert ons dat daar onder water rotspartijen liggen en met een grote boog varen we daar maar omheen. ‘Wat is zee breken?’ vraagt Quirijn. Hij vindt het maar raar dat water kan breken. Na onze uitgebreide uitleg zegt hij ‘Ik noem het gewoon dat de zee gaat spatten’. En dat mag natuurlijk ook.

Hoe dan ook, dat ‘meest westelijke punt van het Europese vaste land’ is nog wel een puntje. Heel lang geleden, dat was in… pfff… 1986. Het gezin De Vaal, waarvan ik de jongste was, ging vier weken met de auto op vakantie naar Portugal. Dat was toen nog een hele onderneming. Net 50 kilometer in Spanje hielden de snelwegen op – Europese subsidies hadden de Spaanse en Portugese wegenbouwers nog niet bereikt - en in Portugal moest je ’s avonds stapvoets rijden omdat je zomaar midden op een doorgaande weg een onverlichte ezel-met-kar kon tegenkomen. Andere tijden dus. Lang geleden. Toch herinner ik mij als de dag van gisteren hoe mijn vader Rudolf ons in die vakantie enthousiast meenam naar ‘de echte westelijke punt van het Europese vasteland’. Cabo da Roca in Portugal. Een kleine vijftig kilometer ten westen van Lissabon stond daar een witte vuurtoren met rode top bovenop die kaap. Ik weet het nog zo goed. 
Zo jammer dat hij er niet meer is. Ja, die kaap en vuurtoren zijn er nog wel. Ik bedoel Rudolf. De fascinatie voor geografie heb ik van hem meegekregen. Als wij straks, over circa anderhalve maand, Cabo da Roca ronden, zal ik nog eens extra mijn gedachten laten gaan naar mijn lieve vader waar ik zo trots op was en die zo triest veel te vroeg gestorven is.  Misschien zit Quirijn dan wel op mijn schoot om samen met mij Antares om de kaap te sturen. Dan zal ik hem vertellen dat dit de meest westelijke punt is van het Europese vasteland, zoals zijn opa Rudolf mij heeft geleerd.

Uhm… ik ben afgedwaald he? Finisterre. Daar waren we. Nou, daar hebben wij dus niets van gezien. Potdichte mist. ‘Nou, zullen we dan hier zo maar een foto maken … hebben we in ieder geval een foto’ grapt Hedda wijzend in het potdichte grijs. ‘Daar moet die kaap ergens liggen’. Gek om die beroemde kaap zo dichtbij te passeren zonder er iets van te zien. Even later kraakt onze marifoon. ‘Antares, Antares, hier de White Witch over’. Het is de White Witch, maar dat had u al begrepen.  De WW is ook een Nederlandse vertrekkersboot en zij liggen even verderop achter Kaap Finisterre voor anker. Op de AIS hebben ze ons voorbij zien schuiven en ze vragen wat onze plannen zijn. ‘Wij varen direct door naar Muros’ is onze reactie en met die boodschap aan de WW bent u, beste lezer, gelijk ook op de hoogte van onze eindbestemming van vandaag.

Ria de Muros
Hedda bladert nog maar eens door onze pilot en citeert ‘The whole feeling of Galicia changes as one rounds the Lauro peninsula past Pta Queixal and enters the warmer, softer ria [de Muros, red.] with its immediate sense of increased shelter and temperature, tourism and prosperity’ en voegt daar  knikkend naar de grijze, sombere leegte om ons heen een ‘als dat toch eens waar zou kunnen zijn’ aan toe. We kunnen het ons niet voorstellen, maar inderdaad, zodra we de ria naderen verbetert het zicht naar een paar mijl en komt er zelfs een aarzelend zonnetje door. We varen tussen prachtige bergen waarvan de toppen verhult liggen in het grijs. Op het voorzeil varen we met 6,5 knoop de Ria binnen en gaan een uurtje later voor anker voor het pittoreske Muros. Later op de avond vaart ook de WW binnen, ankert naast ons en schuift aan voor een late borrel in de kuip van Antares.



Zal ik maar een beetje versnellen met dit verhaal? komt ie: zondag 10 augustus bezoeken we Muros. Eerst natuurlijk de speeltuin, die prominent in zicht ligt vanaf onze ankerplek. Daarna het stadje met haar smalle straatjes en steegjes die tegen de berg omhoog kronkelen. Maandag 11 augustus* vertrekken we naar de volgende ria, ria de Aurosa. Daar liggen we drie dagen voor anker. Vervolgens vertrekken we naar Villagarcia waar we een festival willen bezoeken en een dagje naar Santiago de Compostella. 
Zo, dat schiet tenminste op. Vier dagen in vijf zinnen, gevolgd door een vooruitblik in 1 zin. Zo kan het ook Walewijn! Hoofdlijnen, hoofdlijnen.


*) de dag dat we wel denken aan Lia die zo’n bijzondere leeftijd heeft bereikt maar vergeten om haar te bellen… ik beroep mij bij deze op de vier verjaardagskaarten die ik je een paar jaar geleden heb gestuurd. Deze verjaardag valt in kaart drie.

Die Hollander (met umlaut op de o)?
Maar waar kwam nou dat ‘Wir sind die Hollanders’ uit de intro van dit bericht vandaan? Uhm, ja, daarvoor moet ik toch even terug naar maandag 11 augustus en de korte versie van hierboven weer uitermate uitrekken. Daar gaan we…

We hebben aan boord een SSB. Het voert te ver om in detail uit te leggen wat dat is, maar kortweg is het een marifoon maar dan met veel meer zendvermogen en veel meer frequenties waarmee je over grote afstanden kunt communiceren. Wat een marifoon is? Google dat maar. Met een aantal Nederlandse schepen hebben we een vast tijdstip en frequentie afgesproken (iedere avond 22.00 uur, 8.294 mhz USB). Door alle bergen en andere obstakels in dit gebied is het moeizaam maar toch lukt het al aardig om contact te maken met schepen elders.

Wij van de Antares hebben via de SSB afgesproken om de Puff bemanning te ontmoeten in Pobra do Caraminal en daaruit is de gedachte ontstaan om met meer Nederlandse boten daar te ankeren voor een BBQ op het strand. Met die gedachte verlaten wij maandagochtend Muros en varen in de zon (!) richting de volgende Ria. Hedda scant binnen op de kaartplotter de AIS van schepen die in de buurt varen en roept naar buiten ‘he, drie mijl voor ons vaart de Volonte’.  Een paar minuten later voegt zij daar aan toe ‘en de Ojala, die vaart daar weer voor’. Dan zien we in de verte een karakteristiek zeil en mast met oranje top. Het kan niet anders of dat is de… Windover! ‘Antares, Antares, hier de Windover, over’ schalt het door de marifoon. We schakelen over van VHF 16 naar VHF 77 (ja, Bruynzeelers en andere critici, wij houden keurig VHF 16 open voor noodverkeer)  en wisselen met Marielle ervaringen en plannen voor de komende dagen uit. Daarna weer terug naar VHF 16. ‘Volonte, Volonte, hier de White Witch’ gaat het over de marifoon. Kanaal 77. He leuk, wij schakelen gezellig mee. Het blijkt dat de Volonte voor ons en de WW achter ons net iets te ver uit elkaar zitten om elkaar te kunnen verstaan dus fungeren wij als relay voor hen. Of de Volonte ook naar Pobra do Caraminal vaart voor de BBQ? Dat zijn zij niet van plan, zij stoppen bij de eerstvolgende ankerplaats, maar nemen het nog even in overweging. Even later zien we dat de Volonte doorvaart. Gezellig! Zo hobbelen wij rustig door en horen een uurtje later ‘Ojala, Ojala, hier de Verleiding, over’. Nog een Nederlands schip. De Verleiding ligt een eindje verderop voor anker en maakt even een babbeltje met de Ojala en later met ons wanneer wij de ankerplek passeren. Wat een Hollanders hier! ‘Antares, Antares, hier de Puff’.  Hup, door naar VHF 77. Frieda. Of het een beetje goed gaat onderweg, en oh ja, de Tofino en Arvid liggen ook al in de ankerbaai… ´Nog meer Hollanders. Het lijkt hier wel een Hollandse invasie!’ denk ik hardop. Wat een feest…

Kleine intermezzo… ter toelichting Nu zult u, zittend achter uw computer ergens in een – wellicht Nederlandse- huiskamer vast denken… die Walewijn en Hedda, wat zijn dat voor vreemde types? Je gaat toch niet zo’n zeilreis maken om in polonaise achter andere Hollanders aan te varen? Je wilt toch juist andere landen, andere culturen, andere mensen? Ik kan u daar deels gelijk in geven. Maar ik moet u ook de andere kant even uitleggen. Eerst maar het gelijk: inderdaad geven wij, als we een paar weken kamperen in Frankrijk, de voorkeur aan een camping waar zo weinig mogelijk Nederlanders zijn. Een kudde Nederlanders op vakantie, dat is niet echt een prettige combinatie zeg maar… Maar op zo’n zeilreis is het toch echt anders. Misschien bent u niet echt een zeezeiler en dan is het natuurlijk moeilijk om je in onze positie te verplaatsen. Moet ik het even uitleggen. Laat ik het zo zeggen, zeezeilen, dat is een uitermate eenzaam bestaan. Op zee ben je alleen. Soms zie je de hele dag (of dagenlang, straks op de oceaanoversteek) geen andere boot.  In de verste verte geen teken van leven. Wij denken wel eens, zou de rest van de wereld zijn vergaan? Zijn wij de enige overgeblevenen op deze planeet? ‘Hallo, is daar iemand’ roepen we dan en steevast wordt die vraag niet beantwoord. Zie je wel, denken we dan, er is verder niemand meer. Misschien zien we een keer een stipje aan de horizon, wellicht eens een keer een bootje wat dichterbij, maar verder ben je alleen op de wereld.
Kom je dan eindelijk in een haven, dan zijn dat – in tegenstelling tot de eerder genoemde camping- vaak verlaten oorden waar je meestal tussen boten ligt van locals die natuurlijk niet aanwezig  zijn, want dan waren ze wel gaan varen.  In ons geval regent het ook nog wel eens en dan is zo’n stadje ook uitgestorven. De enige die je dan spreekt is de kassajuffrouw bij de supermarkt. En dat is natuurlijk ook niet bepaald voor een goed gesprek. Kortom, je zit continu met je eigen gezinnetje opgescheept en dat is best gezellig maar het is (understatement) ook wel aardig om eens andere mensen te spreken.  Einde intermezzo.


Hedda en ik tellen zeven Nederlandse zeilboten in en rond deze Ria, waarvan er zeker vijf zich straks melden voor de BBQ op het strand… ´Tadadie Hollanders…’ neurie ik terwijl ik onderwijl met mijn voet de maat meetik op de kuipvloer. Hoe ging ie ook al weer? ‘Wir sind die Hollender… wir kommen mit sin allen… wir kommen ein bisschen ballen… und dat ist zo scheun….’ Ofzo. De exacte tekst weet ik niet, maar de melodie lukt aardig en ik heb het reuze naar mijn zin. Met een inmiddels NW 5 crossen we aan de wind met 8,3 knopen grondsnelheid over een volledig vlakke zee (voordeel van zo’n ria, de zee bouwt met de juiste windrichting nauwelijks op) door de ria de Arousa, omgeven door baaien, rotsen, heuvels en bergen. Op naar onze ankerbaai Pobra de Hollandia. Op naar onze vrienden van de Puff, op naar de Tofino met aan boord zoontje Dylano van min of meer de leeftijd van Quirijn, op naar gezellig keuvelen met de Volonte en de White Witch. Op naar de Hollandse Avond op het strand. ´Wir sind die Hollander… wir kommen mit sin allen…’

Relaxed

Het wordt een gezellig avond die langer duurt dan we allen voor ogen hadden. Als we vlees en vis achter de kiezen hebben, is het extreem laagwater (het is springtij) en we moeten uiteindelijk tot 01.30 uur wachten voordat het water weer zo ver gestegen is dat wij onze bijbootjes veilig over de rotsbodem bij het strand kunnen trekken om terug te keren naar onze boten. Q is al die tijd wakker en vermaakt zich de eerste uren heerlijk met de kinderen van de andere NLse boten en als die helemaal uitgeteld zijn, wacht Q braaf met zijn doek en vingers in de mond met grote ogen in de bolderkar totdat we eindelijk weer terug kunnen naar de boot. ‘Ik wil best nu al naar de boot’ verkondigt hij vanaf 00.30 uur met enige regelmaat, maar de brave rakker blijft verder uitermate relaxed in zijn bolderkar loungen totdat het door hem zo gewenste moment van terugkeer daar is. Uiteindelijk ligt hij pas om 2 uur op bed maar in volledige ontspanning en zonder piepen. Gelukkig kunnen we het de volgende dagen rustig aan doen. Deze ria is namelijk de grootste hier aan de Spaanse kust en we zijn van plan hier minimaal een week te blijven. Misschien nog wel langer. Gewoon even vakantie nemen en we hopen daarmee het gehaaste gevoel dat we nog steeds hebben van ons af te gooien. Hoewel we ons dat nog niet kunnen voorstellen omdat we al anderhalve maand met zo’n gevoel onderweg zijn, horen we van de Puffers en de Tofino bemanning die hier nu twee weken liggen dat dit relaxte gevoel hier wel komt. Quirijn heeft het in ieder geval al te pakken, nu wij nog.


We zijn inmiddels vijf weken onderweg. Kleine 1200 mijl gevaren.

donderdag 7 augustus 2014

Dolfijnen

Hier een filmpje van de dolfijnen die ons tijdens de oversteek van de Golf van Biskaje vergezelden.

zaterdag 2 augustus 2014

Golf van Biskaje

In het kort... Ik zal gelijk maar met de deur in huis vallen: het is mij weer niet gelukt een kort bericht te schrijven... Maar het onderwerp van deze keer leent zich daar dan ook niet voor. We hebben namelijk een eerste mijlpaal in onze reis achter de rug. De oversteek van de Golf van Biskaje. Dinsdag 29 juli zijn we om 8 uur vertrokken uit Camaret sur Mer, dichtbij Brest, kwamen we donderdagavond 23 uur aan in A Coruna, in het noordwesten van Spanje. Ongeveer 400 mijl. 

Dat betekent... na het accent op Quirijn in ons vorige weblog bericht, nu het accent op zeilen.

De lange versie... In Camaret hebben we een aantal dagen gewacht op goed weer voor de oversteek van circa drie dagen. De Golf van Biskaje kan verraderlijk zijn. Als de wind naar het zuidwesten draait dan gaat het vaak erg hard waaien en ontstaat een zeer verraderlijke en gevaarlijke situatie. Reden waarom de Golf van Biskaje berucht is. Je wacht dan ook op een weather window, dat is een periode waarin de weervoorspelling goed is en bovendien stabiel, in de zin dat al dagenlang hetzelfde weer voor een bepaalde periode wordt voorspelt en dat de verschillende (Franse, Engelse, Spaans) meteorologen het ook redelijk met elkaar eens zijn over de verwachting. Zo hebben wij ons in Camaret en ook al de dagen ervoor toen we nog in Treguier en L´Aber Wrach lagen intensief beziggehouden met de weersverwachtingen. 

Analyse
De voorspelling was zodanig dat zich deze week naar verwachting een stabiel hoge drukgebied rond de Azoren ophield dat behoorlijk stabiel bleef, een rustig lage drukgebied boven het Spaanse vaste land en een redelijk actief lage drukgebied op voldoende grote afstand, ten noorden van Ierland. Goed op afstand gehouden door het Azoren hoog. Op de Golf van Biskaje noordelijke winden, precies wat wij nodig hebben. Maandag nog forse wind, ter hoogte van Brest 5 a 6 Bf. Dat was ons te veel van het goede. Er staan dan flinke golven die nog eens extra rommelig worden door de forse deining die uit een andere richting kan komen en door flinke stroming rond de westpunt van Noord Bretagne. (deining is een soort lange wat tragere golfslag, veroorzaakt door weersomstandigheden langer geleden en/of duizenden kilometers verder op de oceaan). Verder was de verwachting dat vanaf vrijdagmiddag, later bijgesteld naar zaterdagochtend, de wind naar het zuidwesten zou draaien. In het begin nog niet zo hard, maar later naar 6 Bf en misschien wel meer. Tot slot was er flinke wind ten zuidwesten van Kaap Finisterre tot en met woensdag, met zelfs NO 8 Bf. A Coruna ligt daar niet zo heel ver vandaan waardoor we niet te vroeg bij A Coruna wilden zijn. 
Onze ervaring leert dat de verwachtingen niet te nauw geïnterpreteerd kunnen worden, je moet altijd een zekere marge nemen. Wind kan toch harder waaien dan voorspelt, omstandigheden kunnen eerder omslaan dan wat verwacht werd. Dat soort dingen. 

Dus...
... leek ons een vertrek dinsdagochtend mooi, met een verwachtte aankomst in de nacht van donderdag op vrijdag. Ruim na de te forse wind bij Finisterre en met een marge om de de zuidwestenwind vanaf zaterdag niet te krijgen. 

Spanning
Toch is zo´n oversteek van drie dagen en twee a drie nachten spannend. Tijdens alle voorbereidingen voor onze zeilreis richt je vooral je aandacht op alles wat er mis kan gaan, om vervolgens maatregelen te bedenken en voor te bereiden die je kunt nemen om te voorkomen dat er zaken misgaan en, mocht het toch gebeuren, de gevolgen van een incident zo klein mogelijk te houden. Zo´n focus is belangrijk en hoort bij een goede reisvoorbereiding, maar ik kan je zeggen, alles wat er ook maar mis kan gaan zit dan wel behoorlijk in je mentale systeem. En dus voelt het – althans bij ons – niet helemaal lekker als je dan in de dagen voorafgaand aan deze driedaagse tocht in Camaret ligt. Dan vinden we het best spannend.

Ik vraag mij dan altijd af waar we aan begonnen zijn. Waarom toch zo’n reis? Waarom met een boot en niet met een camper? Dan heb je geen last van al die ingewikkelde zee- en weersomstandigheden. Zo loop ik piekerend door Camaret. Ik zie auto’s met Engelse kentekens, Duits, Nederlands. Allemaal lekker op vakantie in deze regio. Waarom doen wij dat niet gewoon? Lekker onbezorgd met een tent achter in de auto naar Frankrijk? O, was ik maar gewoon met een tentje aan het rondtoeren hier door de regio! Gaat de auto kapot, dan stop je gewoon naast de weg. Word je weggesleept naar een garage, je auto gerepareerd en dan rijd je weer door. Of je krijgt een vervangende auto. Maar wij… als er bij ons iets mis gaat dan moeten we onszelf zien te redden met de middelen die we voorhanden hebben. En er kan zo veel fout gaan, en … Nou ja, zo sjok ik dan al mijmerend door Camaret. 

We bezoeken in Camaret nog een Moules & Frites avond, georganiseerd door de lokale voetbalvereniging en vergezeld van een Bretons Shanty koor (ja, ik sta echt verschrikkelijk op die foto, maar ja, het is de enige foto die de sfeer van mosselen, frites, lange tafels en muziektent mooi weergeeft en dan moet je als samensteller van dit blogbericht je eigenwaarde maar even opzij zetten ten gunste van het totaalplaatje dat aangereikt moet worden aan jullie lezers, nietwaar?). Quirijn smult wederom van de mosselen. Papa, ga jij zo nog weer nieuwe mosselen halen?   


Maandag maken we een lange wandeling over de kliffen rond Camaret. Het ruige wandelpad voert langs prachtige uitzichten over de zee, de baai en het landschap. We komen op de smalle rotsige paadjes wandelaars tegen uitgerust met bergschoenen, trekkingstassen en profi wandelstokken. En wij wandelen daar tussen in onze gewone dagelijkse outfit en sleuren nota bene een buggy met slapend kind achter ons aan. Het is een grappig contrast met de echte wandelaars.

Maar de spanning blijft. Wat niet helpt tegen de onrust, is dat het maandag zo hard waait in de haven. Echt, de boten schommelen en rukken aan de landvasten, de wind giert door de verstaging van alle boten, vallen klapperen tegen masten. Dat soort omstandigheden maken ons altijd extra onrustig in de wetenschap dat wij de volgende dag aan een lastige of lange tocht gaan beginnen. We slapen die nacht dan ook niet zo goed.

Onderweg 
Dinsdagochtend vertrekken we om 8 uur uit Camaret. De zon schijnt, de wind is afgenomen. Dat helpt. Het helpt ook altijd om maar onderweg te zijn, dan zit je in de situatie en word je langzaamaan senang met je omgeving. Er staan flinke golven en deining en de boot wiebelt alle kanten op. Quirijn wordt stiller en stiller, hangerig en slaperig. De tekenen van… We zijn twee uur onderweg als we gezelschap krijgen van dolfijnen. Ze spelen rond de boot, surfen mee op golfen
en duiken voor de boeg van Antares langs. Een geweldig gezicht. Quirijn is ook weer enthousiast en vindt het prachtig. Zodra ze weg zijn overvalt hem weer de misselijkheid en even later moet hij spugen. Gelukkig kunnen we niet veel later wat ruimer (is, meer van de wind af) gaan varen, waardoor het stuiteren overgaat in schommelen. Quirijn knapt gelukkig snel op. We varen halve wind, windkracht vier en de windvaanstuurinrichting doet het stuurwerk. De zon schijnt vrolijk, de zee is blauw. Nog 360 mijl te gaan tot A Coruna. Ideale zeilomstandigheden en we genieten volop. Als het zo toch eens… De wind neemt verder toe en we leggen een rif in het grootzeil. Varen nog steeds ruim 7 knopen.  Zo varen we de hele dag door en de nacht in. Ik slaap van 21.00 tot 01.00 uur, althans dat probeer ik maar ik ben nog te onrustig en luister naar alle geluiden van de boot. Slapen lukt nog niet zo. Hedda krijgt weer bezoek van dolfijnen die haar een tijdje vergezellen. Ze piepen er op los als ze boven water komen naast de boot, het hoge gepiep hoor ik zelfs vanuit de kooi. Dat is zo gaaf.

Om 01.00 uur neem ik de wacht over van Hedda. Helaas is het erg bewolkt en zien we nauwelijks sterren. Het is een donkere nacht. De wind neemt af en om 3 uur moet de motor aan. Onze electrische stuurautomaat doet het niet, die heeft het trouwens nog nooit gedaan zo lang we de boot hebben, dus ik moet zelf sturen. Dat is erg vermoeiend in een bewolkte nacht, omdat je dan geen enkel referentiepunt hebt waar je op kunt sturen. Je moet continu bijsturen en tuurt uren lang alleen maar op de kleine cijfertjes van de gps die je vertellen dat je tien graden te veel naar bakboord vaart en dus moet tegensturen en het volgende moment dat je weer 20 graden naar stuurboord moet. Door vermoeidheid en door het turen kun je na verloop van tijd de cijfers niet meer goed lezen en dus slingeren we door de nacht… Voor onze reis hebben we onze stuurautomaat nog voor reparatie weggebracht en dat leek in eerste instantie een oplossing te hebben gebracht, maar ik probeer de automaat een aantal keren maar dan vaart de boot steevast een andere kant op of gaat rondjes draaien.

Woensdag
Na een lange nacht neemt Hedda het stuur weer van mij over en slaap ik nog een paar uur op de kajuitbank. Het is woensdag en dat zou volgens de voorspelling een grijze en natte dag worden. Na een korte bui in de vroege ochtend klaart het enorm op en varen we de hele dag, weliswaar op de motor en met de hand, onder een blauwe lucht en in azuurblauw water. Heerlijk. De zon schijnt volop, het ziet er geweldig uit. De deining en oude golven zorgen nog wel voor veel gewiebel, waardoor lang binnenblijven niet zo goed is voor onze maag. Toch lukt het Hedda om einde van de dag een mooie maaltijd inclusief voorgerecht te bereiden en kan ik alle vaat van dinsdag en woensdag weer wegwerken, waarbij er door het geschommel regelmatig wat vaatwerk door de kajuit vliegt.


Stuurautomaat
Er is nog steeds te weinig wind om te zeilen en ik zie erg op tegen weer een nacht, en daarna misschien ook donderdag en de nacht naar vrijdag handmatig sturen in het donker. Hoe houden we dat vol? We doen nog een ultieme poging met onze nare oude rot Neco, de elektrische stuurautomaat. Na een aantal standen waarbij hij over de zee zwalkt of juist alleen maar rondjes blijft cirkelen, krijgen we hem op een koers die hij vast blijft houden. Mooi, mooi, mooi! Alleen jammer dat die koers 130 graden afwijkt van de koers die wij moeten varen. We zijn nu met 5 knopen per uur onderweg naar... New York. ETA (Estimated Time of Arrival) ... drie maanden. 
Zo stoeien we een half uur door waarbij we rondjes cirkelen op de Golf van Biskaje en alle richtingen opvaren behalve de goede. Het is maar goed dat er hier zo ver van land geen bereik is voor de walstations van de AIS, zodat het thuisfront onze rare bewegingen niet kan volgen via Marine Traffic en andere Apps… anders zou er donderdag zeker uitgebreid over onze belachelijke manoeuvres gesproken zijn aan de koffietafel van onze thuishaven de Bruynzeelhaven in Zaandam…  

Totdat… mirakel! Onze lieve, ouwe trouwe, onvolprezen, geweldige, fantastische rots in de branding van een stuurautomaat… stuurt naar Coruna. Nu ja, min of meer. Maar ons goed genoeg! Nergens meer aankomen nu, heel stil blijven zitten, heel veel lieve woordjes spreken tegen onze lieve, lieve Neco en hard duimen. Een minuut later... vriendje Neco stuurt nog steeds richting onze bestemming. Een kwartier later … een half uur later… nog! Wowhhhhhh! Hedda gaat een uurtje slapen en neemt dan de wacht van mij over. Onze vriend stuurt nog steeds. Na vier uur neem ik de wacht weer over. Onze grootste trots aan boord, Misterrrrr Ultimate King Master President Neco… stuurt nog steeds!!!! Het enige dat ik hoef te doen, is uitkijk houden naar andere schepen en genieten van de 1 miljoen sterren boven mijn hoofd. Ik geniet van een prachtige nacht met op mijn Ipod – met dank aan Roeland - van 160GB muziek en luister de hele dubbel cd van Frank Boeijen af. Is het jullie ooit opgevallen in hoeveel liedjes van Frank Boeijen ´sterren´ voorkomen? Het was mij nooit zo opgevallen, maar nu, onder deze prachtige sterrenhemel lijkt het wel of al zijn liedjes over sterren gaan. Anyway, zo is het lekker varen en ik vind het gewoon jammer als mijn wacht er op zit. In vijf uur tijd heb ik 1 vissersboot en 1 tanker gezien, beide op ruime afstand. Wat een verschil met onze Noordzee, waar het ´s nacht krioelt van de scheepvaart en je continu moet peilen of schepen wel voor of achter je langs gaan.


We zeilen weer
Donderdagochtend kan er weer gezeild worden, eerst matig met en N-NO 2 Bf waardoor de zeilen enorm klappen als gevolg van de forse deining in combinatie met net iets te weinig winddruk in de zeilen, maar later neemt de wind toe naar 4 Bf en ´s avonds voor de Spaanse kust naar een kleine 5 Bf. We varen iets te ruim om het voorzeil goed met wind te vullen (het grootzeil zit dan het voorzeil in de weg) en varen alleen op grootzeil verder. Dat gaat prima, we behouden nog een mooie vaarsnelheid. Onze mechanische windaanstuurinrichting (niet te verwarren met de held van dit verhaal, onze Neco elektrische stuurautomaat) verzorgt weer het stuurwerk. By the way, had ik jullie al verteld dat Quirijn het onderdeel van onze boot met de langste naam kan zeggen? Plotseling, uit zichzelf, kwam hij op de proppen met ´wi, windbaanin, windwaanuurinring, ... windvaanstuurinrichting´. Toch een niet al te kort en makkelijk woord, dat hij ons kennelijk vaak heeft horen zeggen. Hij wil nu ´later als ik groot ben, ook zo´n kleine boot (een Optimist, Red.) met een windvaanstuurinrichting´.

Zestig mijl voor onze bestemming A Coruna, zien we in de verte al land opdoemen. Het is een ruim 600 meter hoge rots aan de noordkust van Spanje. We volgen gedurende de rest van de dag de kustlijn van Noord Spanje, naar A Coruna. Het geeft ons een enorme kick om het Spaanse vaste land te zien en ons te beseffen dat we de golf hebben overgestoken. Maar ho, pas op, hebben overgestoken? Het is nog altijd ruim 60 mijl varen naar A Coruna en we zijn dus nog uren en uren onderweg. We zijn er nog lang niet, maar omdat je land ziet heb je het gevoel dat je er al bijna bent. Eerst aankomen, pas dan mogen we blij zijn en ontspannen. De golven bouwen zich wat meer op als we dertig mijl voor onze bestemming het continentaal plat opvaren, waar de diepte over korte afstand terugloopt van kilometers diep naar een paar honderd meter diepte.  Het wordt weer behoorlijk hobbelig het laatste stuk en de snelheid loopt flink terug. Als we nog vijftien mijl moeten varen zetten we de motor weer aan om de snelheid op te voeren. We willen er zijn, we willen er zijn!!!

Quirijn languit op de zeekaart van de Golf van Biskaje; zo groot is die Golf dus.
De zon zakt tussen alle wolken prachtig mooi in zee en dan wordt het donker. Dat maakt de aanloop lastig, tegen de achtergrond van een stad zie je altijd erg moeilijk de verlichting van alle betonning die juist zo cruciaal is voor je oriëntatie. Ook zijn er veel vissersboten rond ons heen en er hijgt een zeeschip in onze nek, die ook bestemming A Coruna heeft.  Met wat puzzelen vinden we de haven en leggen om 23.00 uur aan. Yes, yes, yes, we made it! De Golf Van Biskaje!!! Even later staat de bemanning van mede-vertekkersboot Volonte naast ons op de steiger en verwelkomen zij ons in A Coruna. Dat is zo leuk aankomen! We drinken met hen een borrel in de kuip en gaan om 02.00 uur doodop naar bed.

Campingevoel
Het is heel cool hier, echt een haven waar veel lange afstandszeilers liggen. Veel Scandinaviërs, wat Engelsen, Fransen en een aantal medevertrekkers uit Nederland. Naast de Volonte ook de Windover (een Beneteau First 30, hetzelfde type boot als onze vorige zeilboot), de Ojala en sinds vanmiddag ook de White Witch in Blue (zij lagen dit voorjaar ook twee maanden in onze thuishaven in Zaandam). Morgen gaan we de stad bekijken, daarna hebben we een borrel bij een van de boten en misschien wordt er nog wel geBBQd, net een camping hier. Kortom, het is hier gezellig. In A Coruna blijven we ongeveer een week. Komende maandag komen Hedda´s ouders hierheen om ons te ontmoeten… uhm… om hun kleinzoon te zien natuurlijk :-). Daarna daghoppend volgen hopelijk de Spaanse Ria´s (Ria is in dit geval een rivier of diepe inham in zee) waar we erg naar uitkijken. Ook hopen we daar ergens de Puff en haar bemanning te ontmoeten (www.puffopreis.blogspot.nl), tijdens de voorbereiding voor onze zeilreis de afgelopen jaren hebben we veel contact met hen gehad. Leon en Frieda, we komen er aan! Wel op ons gemakkie, dat wel.

Voor nu, zijn we erg tevreden met onze oversteek van de Golf van Biskaje en gaan we morgen maar eens tapas eten. Whoehoe!