maandag 9 november 2015

'TROPISCH' SINT LUCIA

Tropische golf. Dat klinkt lekker toch? Dan zie je blauw, helder water voor je. De zon brandt in je nek. Een wit palmbomenstrand, cocktail met parasolletje en rietje en dan met je enkels in het warme Caraïbische zeewater terwijl die tropische golf aan komt rollen en langs je kuiten omhoog tot aan je knieën verkoeling geeft. Een meter of twee achter je staakt de tropische golf zijn vriendelijke aanval en trekt zich gemoedelijk terug in de oceaan, onderwijl zand meezuigend waardoor je enkels wegzakken.




Wij hebben er nu al drie dagen last van. L A S T, ja. Want in werkelijkheid is zo'n tropische golf, of Tropical Wave zoals het hier heet, niets anders dan een depressie. En dat klinkt even anders, niet? 



HOZEN
Al twee dagen zitten we binnen. Opgesloten in Antares. Alle luiken dicht want de regen komt met sloten tegelijk uit de hemel. Lampen aan, want het is de hele dag donker.  We liggen in Rodney Bay aan de noordwestkant van Sint Lucia. Ja, natuurlijk, we kunnen met de bijboot naar de kant in plaats van de hele dag aan boord blijven zitten. Maar onder deze omstandigheden houden we liever onze boot in de gaten, afgelopen nacht hadden we flinke windstoten en nu is de windrichting gedraaid naar het westen, waardoor we 'lagerwal' liggen; de wind duwt ons nu naar het onveilige strand. Het is, kortom, prachtig weer om het weblog bij te werken. 

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------

------------ kleine onderbreking van het schrijfwerk, momentje geduld A.U.B. --------------------






-------------------------------------------------------------------------------

Zo, we kunnen weer verder, dank voor het wachten. Het onweer kwam zo dichtbij, dat we zekerheidshalve allerlei apparatuur in onze oven hebben gestopt. GPS, handmarifoon, nog wat apparaten, een laptop en de IPad. Onze oven fungeert hopelijk als 'kooi van Faraday', net zoals een auto doet; het metaal geleidt een eventuele blikseminslag waardoor de inzittenden van de auto ongedeerd blijven. Wij proberen zo onze apparatuur te beschermen tegen een eventuele blikseminslag. We hebben gelukkig nog niet hoeven ervaren of het werkt. Ook deze keer liep het goed af, alhoewel de flitsende klappen flink waren.


Met de Ipad en laptop in de over, kon ik even niet verder schrijven aan het weblog. Ik had er trouwens geen tijd voor ook, want onze bijboot dreigde te zinken onder alle water. Met een emmer moesten we onze bijboot blijven hozen om zinken te voorkomen. 
Een geankerd speedbootje waarmee toeristen door de baai worden gesleept (op zo'n banaan) had minder geluk en zonk wel zojuist. Is inmiddels het strand op gesleept en nee, wij hebben deze keer geen rol gespeeld bij dat reddingsproces. Wij waren druk met onze eigen sores.
Genoeg tijd om schoolwerk te doen met dit weer


Eind van de middag knapt het weer een beetje op en varen Quirijn en ik naar het winkelcentrum om boodschappen te doen... Alle winkels zijn echter vanwege het noodweer gesloten. Een deel van de winkels liep onder water, elektra is uitgevallen en straten zijn nauwelijks begaanbaar door het vele water.







De tropische golf groeit een aantal dagen later uit tot Tropische Storm 'Kate'. Zie website NOAA (die site is sowieso een bezoek waard).












DE GROTE KLEINE PITON
Sint Lucia kent twee beroemdheden; 'De Pitons'. Twee rotsen die aan de zuidwestkust van het eiland uittorenen boven de rest van het landschap. De vlag van Sint Lucia is er zelfs op geïnspireerd, zo belangrijk zijn deze reuzen. Op onze navigatiekaart zoek ik een anderhalve week eerder, terwijl we nog op Sint Vincent liggen, de hoogtes op. De 'Gros Piton' is 620 voet hoog en de 'Petit Piton' 714 voet. Hmmm... Daar moet ik even over nadenken... De grote Piton is kleiner dan de kleine en de kleine Piton groter dan de grote... Ingewikkeld. 

Als we donderdag 28 oktober Sint Lucia naderden blijft het mysterie in nevelen gehuld. Letterlijk, want grote regenbuien ontnemen het zicht op de Pitons. Pas op kleine afstand trekt de lucht enigszins open en zien we dat de naam van de Pitons betrekking heeft op hun opvang, of -om in termen te spreken van de naar wij begrijpen weer verhitte Nederlandse huizenmarkt- hun bruto vloeroppervlakte. De lagere Gros Piton is een stuk dikker dan zijn slanke maar hogere wederhelft. Begrijpt u?



De Pitons, nauwelijks zichtbaar door de regen

De Pitons, twee minuten later
We maken foto's van de Pitons, gooien zelfs even de bijboot in het water voor wat shots.

Antares bij de Pitons in Sint Lucia... check!

dubbelcheck

ANKERBAAI OP DE KEUKENTAFEL
Rond de twee beroemde Pitons willen wij niet met onze boot liggen, hoewel je er prachtig kunt snorkelend en achtergelegen warmwater bronnen kunt bezoeken. Maar het is een principe dingetje voor ons. Je mag er niet ankeren maar moet aan een belachelijk prijzige mooring, verder zijn er weer boatboys die geld willen voor het lijntje dat ze door de mooring halen en dan moet je ook nog een permit kopen omdat je in een natuurgebied ligt. 

Wij hebben daar geen trek in en varen door. Ook omdat we naar Marigot Bay willen, een mijl of acht noordelijker. Vier jaar geleden kochten we de pilot 'Atlantic Crossing Guide'. Hij lag een tijd lang op onze keukentafel en we bladerden er regelmatig in. Lazen over de Canarische Eilanden, Kaap Verden en Azoren. En over een aantal Caraïbische eilanden, de gebruikelijke eerste aanlopen in de Carieb (veel zeilers steken over naar Barbados, Martinique of Sint Lucia). Op de kaft van die pilot staat een foto van een prachtige Caraïbische ankerbaai met een laag strandje met palmbomen... Marigot Bay. Vandaag varen we eindelijk naar de plek die we al sinds 2011 kennen van onze keukentafel.


Meestal valt zo'n plek dan tegen, maar deze niet. We varen een smalle baai in, tussen twee hoge en groene heuvels. Halverwege de baai steekt een strand met palmbomen haaks de baai over, er blijft slechts een smalle doorgang over naar de kom die er achter ligt. We weten dat we in die kom niet kunnen ankeren (het ligt er vol moorings, zucht) maar varen toch door want we willen onszelf en Antares op de foto zetten op de 'keukentafelplek'. Tien minuten later gooien we ons anker uit aan het begin van de baai. Hedda wordt spontaan verliefd op deze baai en zal in de naliggende week nog regelmatig suggereren dat we 'dan net zo goed terug naar Marigot Bay kunnen om daar nog een paar dagen te ankeren'.


Marigot Bay van de keukentafel

Marigot Bay gezien vanaf zee met Antares in het midden voor anker.



Gastenvlag Sint Lucia. Het blauw staat voor de zeekleur en ... de blauwe lucht (daar merken wij weinig van).
Het geel/zwart symboliseert de Pitons.


Het zeewater is soms zo mooi helder en blauw. Als je over
het water kijkt zie je dat niet, dan is het net de Noordzee.
Maar kijk je recht naar beneden, dan zie je het mooie blauw.

SLAPEND WERKEN
Hoewel alle landen die we hier bezoeken voorschrijven dat je bij aankomst direct moet inklaren, weten we inmiddels dat we ons daar niet zo veel van hoeven aantrekken. Buiten kantoortijden aanmelden leidt alleen maar tot chagrijnige ambtenaren en extra kosten. Vrijdag 29 oktober melden we ons pas laat in de ochtend bij de instanties. 

Aan het bureau Customs zit een mevrouw die ons goedemorgen groet en de nodige papieren overhandigt die we braaf invullen. Op het bureau van Imigration ligt een mevrouw met haar hoofd op de papieren. Daar komt geen geluid uit. Na de afhandeling bij Customs schuif ik een bureau door naar Immigration. Benieuwd wat er gaat gebeuren. Niets. Ik leg onze scheepspapieren met een klap op tafel, voor de neus van mevrouw. Er gebeurt niets. Schuif met mijn stoel. Geen reactie. Ik kijk Hedda aan, daarna de mevrouw van Customs. Zij roept haar collega twee keer en dan gaat de rechterarm van Immigration omhoog. Ze legt een blaadje voor mij neer. Invullen natuurlijk, dat hoeft ze er niet bij te vertellen en dat doet ze dan ook niet. 

Als ik klaar ben komt ze moeizaam overeind, pakt zwijgend het papiertje, kijkt erna, schudt afkeurend haar hoofd en pakt nog twee witte papiertjes. Ieder bemanningslid moet zo'n briefje invullen. Juist ja. Een half uurtje later staan we buiten, voorzien van de juiste papieren en paspoortstempels. Alleen moeten we nog betalen, bij een kantoor verder. Die deur is op slot. Ook een uur later, een dag later en twee dagen later.

Met de bijboot varen we een rondje door de baai. Achterin bevindt zich een chique resort en als je onder het bruggetje doorvaart, kom je midden in dat resort terecht. En dat doen wij dus, in onze oude vale zwemkleding en onze afgetrapte bijboot. Er liggen ook flinke motorschepen.






ONTDEKKINGSTOCHT
Op de ankerplaats ontmoeten we Nederlanders die al jaren onderweg zijn en waar een snel kopje koffie uitloopt tot een gezellige ochtend. Ze weten een riviertje dat net ten zuiden van Marigot Bay in zee stroomt. Er ligt een drempel, maar daar kun je soms wel overheen. Leuk, leuk, wij zijn reuze benieuwd. 




Another sunday morning. Onderweg naar de Roseau River.
Uitdost als ontdekkingsreizigers stappen we zondagmorgen in ons expeditieschip, die gisteren nog gewoon bijboot heette. Extra brandstof, een groot hoosblik, anker, lange lijn, paraplu's, eten en drinken, koek en thermoskan koffie... We blijven tenslotte Hollanders... Niets zo lekker als zondagmorgen met kopje koffie en koekje drijvend in je expeditieschip op een riviertje ver van huis. De koffie sneuvelt echter al voordat die de bijboot bereikt (ik had de dop niet goed dichtgedaan), waardoor de koffie een uur later op rantsoen verstrekt moet worden.


FRUITBOMEN
We varen met onze 3,5 pk buitenboordmotor de zee op en volgen de rotsen langs de kust totdat we in een strandstrook de monding van de Roseau River zien. Het rivierwater stroomt hard naar buiten, wat in de monding een korte hoge golfslag geeft waar we niet doorheen durven. We landen daarom iets verder op het strand en trekken de bijboot over een lage strandduin naar de rivier. Door de sterke stroming worden we daar bijna zo, huppakee, weer de zee op gespoeld maar we krijgen de buitenboordmotor net op tijd aan de praat en varen de rivier op. 

Veilig op de rivier, achter de zandduin.





koffie en koek. Wat heb je nog meer nodig? niets toch?
Het is een leuke tocht, deels tussen fruitbomen door, we zien mango's, bananen, broodfruit, sinaasappelen en kokosnoten. 

Na een kwartiertje wordt het te ondiep voor onze motor en peddelen we verder. Je merkt dan pas hoeveel kabaal zo'n buitenboordmotor maakt, het is opeens zo heerlijk stil om ons heen. 

We verdelen de schaarse koffie in gelijke partjes en laten ons rustig terugdrijven naar zee. 


Kokos, bananen en broodfruit



(c) Copyright: Quirijn de Vaal


WE ZETTEN EEN NIEUWE TREND
Hedda voelt wat wind en steekt een uitgeklapte paraplu in de lucht. Quirijn volgt met zijn kleine paraplu en zo zeilen we de rivier af. 'Parapluzeilen' dopen we deze nieuwe watersport die na windsurfen van de jaren '80, de waterscooter in de jaren '90 en het Suppen in het eerste decennium van deze eeuw ongetwijfeld de hit gaat worden in het volgend decennium. Hedda bedient de grootparaplu en Quirijn de fokparaplu. Ik ben de stuurman maar bak er niets van. De enige reden dat we niet op de kant botsen is dat de rivier naar zee toe steeds breder wordt. 




Hedda vindt uit dat zij de dinghy kan sturen door haar paraplu voor de bijboot ver naar links of rechts te houden. Zo bereiken we trendsettend de riviermonding, waar golven dreigend het strand op donderen. 

Hedda en ik stappen uit de bijboot en waden tot onze middel door de stroomversnelling en geleiden de boot met een ongeruste Quirijn erin naar zee. Dat gaat boven verwachting goed, de truc is om de bijboot met de neus naar zee toe parallel aan het strand met de stroming mee te laten stromen totdat hij uit de gevarenzone is waar de golven het hardst strijden met het rivierwater. 


Wachten op het juiste moment om de zee weer op te gaan, terwijl de stroming ons hard de rivier af duwt.


CONTRASTVOL CASTRIES
Maandag verlaten we tot verdriet van Hedda Marigot Bay en varen vijf mijl verder naar Castries, de hoofdstad van Sint Lucia. Castries ligt rond een natuurlijke inham. We varen langs een klein vliegveld waar een vliegtuig tot grote pret van Quirijn rakelings (zo lijkt dat altijd als je omhoog kijkt) over onze mast vliegt. 



Vliegtuig, vliegtuig! Waar? Daar!




We passeren een kleine industriehaven en ankeren helemaal achterin de haven, voor vier kantoorgebouwen, wat havencafeetjes, de lokale markt en de avondspits. We zijn de enige zeilboot in de baai, überhaupt de enig boot voor anker. Niet geheel tot geruststelling van Hedda overigens. Ik vind het wel leuk om voor de verandering weer eens in een stedelijke omgeving te liggen zonder andere cruisers of toeristen om ons heen.


ja, hier zie je natuurlijk niet echt veel op. Nog maar een foto dan:
kantoren, overdekte markt, havencafe's en kijk die avondspits eens! De hele kade staat vol met auto's in de file

De volgende ochtend ziet Castries er compleet anders uit. Op de kade lopen mensen met oranje hesjes, er worden dranghekken geplaatst, er staan rijen taxibusjes en er varen taxiboten door de haven. Naast ons ligt, op minder dan vijftig meter afstand, een cruiseschip dat ver boven ons uittorent. Die moet vanochtend zijn aangekomen, we hebben niets gehoord. 

Het is de Celebrity Summit. Grappig, die vaart in de zomer regelmatig vlak langs onze thuishaven in Zaandam, onderweg naar de cruiseterminal in Amsterdam. Even later vaart cruiseschip Britannia (googelen we even... herbergt 3647 passagiers) de baai binnen. 




Boten varen af en aan om de toeristen een plezierige dag te bezorgen. Misschien kunnen wij ook wel een tour aanbieden?

Tijdens ons ontbijt genieten we in de kuip van het georganiseerde theater rond ons. De opvarenden komen in groepjes van de cruiseschepen. Groepje taxibus, groepje catamaranzeilen, groepje vissen, groepje buggy tour, groepje snorkelboot, groepje markt (met gids) en daar tussendoor taxiboten die groepjes vervoeren naar weer andere groepjes. 


Je raakt niet uitgekeken bij zo'n cruiseschip



Als de rust is teruggekeerd roeien wij naar de wal en bezoeken de markt. Volgens een reisgids 'recent door National Geography genoemd in de top drie van markten wereldwijd vanwege de vele kruiden, fruit en groenten'. 


Wij kijken beduusd naar de overload toeristenwinkeltjes en vinden aan de buitenrand van het overdekte complex en daarachter, buiten op een parkeerterrein, een paar  groente- en fruitstalletjes. That's it. 
tshirts en andere souvernirs


Een schoolklas leert alle fruit en groentenamen op de markt
 Fruit en groenten kopen we er ook niet, te duur. Als buitenlander betaal je natuurlijk altijd te veel, maar daar hebben we al lang geleden een trucje op bedacht. Gewoon met de lokale bevolking mee bewegen en goed luisteren als zij vragen wat iets kost. Als die deal dan rond is, dan weten wij wat een local betaalt en willen hetzelfde. Maar op deze markt is alles duur en dus kopen we later in een supermarkt fruit en groente voor veel lagere prijzen.  


Bij ons vertrek zwaaien we even naar de 1001 balkonnetjes
En op naar de volgende ankerbaai


RODNEY BAY
In de middag varen we door naar Rodney Bay. Hier komt ieder jaar de ARC aan, de Atlantic Rally for Cruisers; een georganiseerde zeiltocht waarbij rond de driehonderd zeilboten eind november gelijktijdig uit Las Palmas op Gran Canaria vertrekken om de oceaan over te steken. Voor de schijnveiligheid van zo veel boten om je heen mag je vele duizenden euro's betalen. Maar dan heb je ook wat. Staat iedereen te applaudisseren als je de marina in Rodney Bay in vaart en krijg je 'spontaan' een schaal met fruit en glazen champagne overhandigt als je in de box ligt. Niet ons ding. Maar wel leuk om nu eens de haven te zien die door de ARC zo bekend is geworden. 


Na dagen met stortregen klaart het een middagje op en dan ziet de wereld er meteen een stuk fraaier uit. We hadden al wat lasers en optimisten (voor de niet-kenner, dat zijn zeilbootjes voor kinderen vanaf een jaar of zes) langs Antares varen en nieuwsgierig bezoeken we even later de Sint Lucia Yacht Club.

Optimisten en Lasers varen om ons heen. 



We liggen al bijna een week in de baai voor anker. Zouden graag morgen, maandag, verder varen naar Martinique waar we eind van de week Hedda's verjaardag hopen te vieren. Maar maandag en dinsdag krijgen we weer een flinke Tropical Wave over en, zoals u sinds de intro bij dit blogbericht inmiddels weet, belooft dat weinig goeds. Dus blijven we nog maar een paar dagen langer liggen.

woensdag 4 november 2015

PIRATEN EN BOATBOYS



Time flies. Dat geldt voor Nederland, waaruit ons de eerste berichten over kerstbomen en vuurwerkpakketten bereiken. En dat geldt voor de Carieb, waar het vandaag alweer vrijdag is en wij elkaar aankijken... 'Gisteren was het toch ook vrijdag?' Als we onze hersenen kraken blijkt de vorige vrijdag gewoon een week geleden te zijn geweest.. Time flies...

En dus moet ik even goed nadenken waar we de vorige vrijdag waren en wat we in de tussentijd allemaal deden. Geef me even...

Om de wachttijd te doden terwijl ik nadenk... hierbij een foto van Salt Whisle Bay op Mayreau. Dat was weken geleden, maar ik vond deze foto in een verborgen mapje in de camera. En ik vind het zo'n mooi plaatje! Onze bijboot rechts voor anker, Hedda en Quirijn links in het water en Antares ergens op de achtergrond.
Ik sta niet op de foto, want tja, iemand moet het zware werk doen en voor u, beste lezer, helemaal dat strand op klauteren om dat beeld vast te leggen <zucht>.
SCHILDPADDEN
Ah ja, natuurlijk ja. Dank voor de tip. Inderdaad, de schildpadden. We lagen met Antares op Bequia en wilden de schildpaddenboerderij bezoeken. Klein probleem; de kwekerij bevindt zich aan het andere eind van het eiland. Nu crossen wij de Caraïbische eilanden regelmatig over met het lokale openbaar vervoer (waarover trouwens verderop in deze mail nog een nieuwtje) maar op Bequia rijdt geen openbaar vervoer naar de boerderij. Welke local wil nou schildpadden kijken? Dat willen alleen toeristen en dus rijden er taxibusjes naar de boerderij, wat ons tot vervelens aan toe vertelt wordt door alle taxichauffeurs in het dorp. Kost dat dan? 
Ankerbaai in Bequia

Nou, de taxi-chauffeurs zijn zeer servicegericht en zullen ons ophalen waar we maar willen, brengen ons in de geaircoode bus naar de boerderij, blijven netjes op ons wachten -neem vooral de tijd- en brengen ons dan rustig weer terug naar de ankerbaai. En dat voor slechts 30 USD per uur. De chauffeur zal op de terugweg extra langzaam rijden zodat wij goed het landschap kunnen bekijken... en zodat we bij aankomst op de ankerplaats net het derde uur in gaan... Negentig US Dollar graag. Als ik hem vertel dat ons dagbudget 20 USD is en wij dus na zijn taxirit drie en halve dag niets meer kunnen eten, begrijpt hij het. 'Ah, you're not a rich tourist?' Inderdaad. Er is nog een 'goedkoop alternatief'. Pick up auto's waarbij in de laadbak, speciaal voor de toeristen, zitbanken zijn getimmerd. Daarmee heen en weer betekent voor ons slechts anderhalve dag op water en brood.

Maar goed, die schildpadden dus. Die moeten toch bezocht worden. Bovendien worden wij lekker recalcitrant van dit toeristen-uitbuit-spel. We bestuderen de kaart van het eiland. Dat kunnen we best lopen. 

NEE. Lopen kan ab-so-luut NIET. Uit-den-boze. Kan niet. Echt niet. Volgens de taxichauffeurs dan. En volgens de tourist information. En de lokale winkeliers. En een Bequiaanse mevrouw die we op het strand tegenkomen, wanneer Quirijn met haar twee kinderen speelt. 

We wandelen naar een verlaten strand aan de zuidkant van het eiland. Als dat lukt... dan moet die schildpaddenboerderij toch ook wel te lopen zijn?

'Ja, ha ha' lachen wij, 'ze spelen hier allemaal onder een hoedje natuurlijk. Zullen we het gewoon proberen?' Maar als we een andere cruiser hier in de baai vertellen van ons plan -zij varen al jaren in dit gebied rond dus kennen het hier dus wel zo'n beetje- reageren ze verschrikt en schudden hard hun hoofd. 'Non, pas possible'. Onmogelijk dus. 'Pas avec lui, pas sans lui'. Niet met en niet zonder dat kleintje hoofdknikken ze (voor de duidelijkheid, ze knikken niet naar mij, maar naar Quirijn).

WANDELEN
En zo komen de schildpadden niet in beeld onder de alinea 'schildpadden', maar pas na anderhalf 
Mooie wandeling, over een rustige weg.

uur wandelen. Met Quirijn op zijn loopfiets lopen we een stijle weg omhoog waarbij het uitzicht op de baai prachtig is. Na een half uur klimmen begint een lange afdaling door een bos, over het terrein van een voormalige suikerplantage, tussen koeien en geiten door, van een rijk begroeide baai naar een kale rotsachtige baai en langs de vuilnisbelt. Onderweg komen we bijna niemand tegen, op dit eiland overheerst de rust. Op het toegangspad naar de schildpaddenboederij worden we ingehaald door twee pick ups met in de laadbak... veertien Amerikanen. Daar gaat ons rustig bezoekje aan de boerderij.



Prachtige bloemen langs de weg, alsof we de
avondvierdaagse lopen en de toeschouwers verborgen gaan
achter de bossen bloemen die ze -natuurlijk- 
voor ons hebben meegenomen
De schildpadden boerderij is een feest voor Quirijn. Hij kan -bij wijze van spreken- uren in de bak met schildpadden turen. Vooral de kleintjes vindt hij geweldig. Zes weken oud krioelen ze door en over elkaar heen in hun zwembad. Er zijn honderden schildpadden, in diverse grootte en leeftijd, variërend van enkele dagen tot twee jaar. De schildpadden groeien hier op totdat ze zo groot zijn dat ze minder kwetsbaar zijn voor vissen, vogels en andere dieren die dol zijn op minischildpadjes. Daarna worden ze uitgezet op diverse plekken, in de hoop dat de populatie groeit.

<Omdat Blogspot zo ellendig is met foto's invoegen en uitlijnen... hieronder maar even de schildpaddenfoto's als losse flodders op het scherm>
Boer Harmsen (rechts) en Quirijn bekijken de bakken met schildpadden
De allerkleinsten. Zes weken oud

weer terug naar de boot. Quirijn raced op zijn loopfiets voor ons uit



OVERZICHTKAARTEN EN VEROUDERDE PILOTS
We kregen onlangs wat vragen hoe we nou onze weg weten onderweg. De zee is tenslotte de zee en water is water, maar er liggen ook rotsen enzo. Hoe gaat dat dan? Als voorbeeld pak ik een kort tochtje dat we onlangs voeren, van Bequia naar Sint Vincent. 

Een of andere dag op een of andere datum (je raakt de dagen een beetje kwijt als je zo lang uit het dagelijkse Nederlandse ritme bent) voeren we vanuit Bequia naar Sint Vincent. Een eenvoudige tocht van slechts negen mijl, ongeveer twee uur zeilen. Desondanks navigeren we ook zo'n eenvoudige tocht serieus en oplettend en met alle middelen die we 
Onderweg van Bequia naar Sint Vincent.
voorhanden hebben. 

Doe je dat een keer niet, dan word je onmiddellijk gestraft met rotsen en koraal en die zijn hard en geven niet mee, zoals we een tijdje geleden bij Grenada ondervonden. Wat gebeurde daar dan... denkt u nu ongetwijfeld. Nou, dat ga ik dus lekker effe helemaal niet opschrijven hier... Mocht ik ooit een boek schrijven over onze zeilreis, dan -en dat beloof ik bij deze plechtig-  zal ik het voorval in alle details opnemen, ter vermaak van u allen. Dus mocht het zo ver komen, koop dan maar lekker dat boek als u zo nodig lekker wilt genieten van onze sores. HA!

Onderweg naar Sint Vincent navigeren we op onze overzichtskaart waar zowel Bequia als Sint Vincent op staat (voor de diehards... schaal 1:90.000) inclusief een aparte detailkaart van de ankerbaai in Bequia. Deze kaart is, samen met de GPS, ons belangrijkste navigatiemiddel tussen de eilanden. Op onze GPS zetten we vooraf een aantal waypoints zodat we weten waar we op af moeten sturen en kunnen checken of we wel 'hoog genoeg' (aankoersen op ons doel of zelf iets hoger; ietsje meer naar waar de wind vandaan komt) varen. Dat is vooral belangrijk als er een flinke (zij)stroom staat maar het voert wat te ver om dat nu helemaal uit te leggen. 

Binnen, bij de navigatietafel, loopt altijd onze kaartplotter mee die onze actuele positie op een digitale kaart weergeeft, zodat wij altijd kunnen checken of de positie waar wij denken te zijn (op basis van onze waarnemingen in relatie tot de kaart, gps en pilot die in de kuip liggen) correspondeert met onze werkelijke positie. We gebruiken bewust de kaartplotter als back up en niet als belangrijkste navigatie, omdat we onze eigen waarnemingen scherp willen houden en die dus altijd -altijd- trainen.

Verder ligt in de kuip de pilot van het gebied. Hier is dat 'The Cruising guide to the Windward Islands' van Chris Doyle. Een pilot is een soort reisgids voor zeilers met voor hen relevante informatie zoals detailkaarten van aanlopen naar een baai, de dieptes en bodemsoorten in die baai zodat je kunt afwegen waar je wel en niet kunt ankeren, moeilijke passages en aanbevolen vaarroutes op lastige trajecten. Verder achtergrond informatie, zoals waar je kunt inklaren (Customs and immigration), boodschappen kunt doen (lijkt niet zo relevant maar de reikwijdte van een zeiler is -zonder auto- natuurlijk beperkt) wat en waar er qua bootonderdelen en andere klusdingen te verkrijgen is en vaak een uitgebreide rubriek met restaurants en bars. Onze pilot van dit gebied is... Uhm... uit 2004/2005 dus al ruim tien jaar oud. Voor de navigatie maakt dat niet veel uit; de rotsen verplaatsen zich niet en de enkele navigatieboei die volgens onze pilot (en overigens ook de meeste recente pilot) ergens zou moeten liggen is in werkelijkheid toch verdwenen... 

Hedda leest in de pilot. Bovenaan de rechterpagina staat een detailkaart van de baai bij Young Island aan de zuidkant van Sint Vincent. Onder haar been ligt de -hier dubbelgevouwen- overzichtskaart, die zit altijd in een plastic hoes om te voorkomen dat hij nat wordt.
De pilot gebruiken we altijd bij de aanloop van een ankerbaai, om de detailsituatie goed in ons hoofd te prenten (vooral ondieptes en andere moeilijkheden voor de navigatie) zodat we tijdens het invaren niet voor verassingen komen te staan. We kijken bij de aanloop ook regelmatig op de kaartplotter om te zien wat die van de baai vindt; de twee geven op detailniveau nog wel eens afwijkende informatie en door de twee met elkaar te vergelijken krijgen we een completer beeld waar we onze eigen waarnemingen en inschattingen dan weer mee kunnen voeden. 

BAAI DER VERDWENEN RESTAURANTS
Wat overigens heel aardig is van onze verouderde pilot (versie 2004/2005); het geeft een kijkje in de oude doos. We doen regelmatig een zoek-de-verschillen spelletje. Neem nou de ankerbaai bij Young Island, aan de zuidkant van Sint Vincent, waar wij ons anker laten vallen.
Antares voor anker bij Young Island
 Onze pilot zegt hierover 'Young Island Cut is a favorite with yachtspeople... Young Island Cut is lined with restaurants and is a good place to bar hop and eat out. Take your time, wander along over te the boardwalk and peruse the menus till you find the one that suits you'. Dan volgt een lyrische omschrijving van alle restaurants, (eet)cafés en eethuizen die zich hier schouder aan schouder aan de waterkant verdringen. De pilot omvat kleurrijke advertenties van al die tentjes, waarin we foto's zien van mensen die het gezellig hebben en gerechten die smakelijk zijn. 

Dan de praktijk. We zijn de enige zeilboot in de baai. De 'boardwalk' is grotendeels ingestort en zit vol grote gaten, dus is het verstandig om je aandacht bij het lopen te houden en niet te veel op de menu's van de restaurants te letten. Maar, en dat scheelt, je kunt je aandacht prima bij de boardwalk houden, want negen van de tien in 2004 nog weergaloze restaurants zijn gesloten. Voor eeuwig. De luifel ingestort, tuin overwoekert met planten, meubilair ingezakt, namen van het dak gevallen, beschilderingen onzichtbaar geworden en ramen kapot. We veranderen prompt ons zoek-de-verschillen in een zoek-de-overeenkomsten en zoek-wat-er-nog-wel-is. 
We voelen ons zo bekeken door de paar locals die er rondhangen, dat we niet de vergane glorie durven te fotograferen (vandaar deze lap tekst zonder foto's. Even doorbijten nog, straks komen er wel weer foto's). Het is een triest gezicht en zal voor een deel een gevolg zijn van een aantal incidenten die hier in 2009 plaatsvonden. Toen zijn in deze baai zeilboten overvallen. We hebben dat effect ook gezien op andere eilanden. Toeristen blijven weg en restaurants kunnen sluiten.

Nu kwamen wij niet voor de restaurants naar deze baai, maar voor Fort Duvernette (daar komen de foto's al weer aan). 

Een smalle hoge rots in zee. Halverwege en op de top staan kanonnen uit de 18e eeuw toen de Engelsen de Fransen en ieder ander hier weg wilden houden van Sint Vincent en kanonnen gericht op Sint Vincent zelf, om de Black Caribs (de oorspronkelijke bewoners van St Vincent) om zeep te helpen. 
En dan is er dankzij onze verouderde pilot een prettige verassing. Waar Chris Doyle in zijn pilot nog aangaf dat 'the 250 steps to the top has been closed for a long time' wilden wij toch eens kijken of we nog naar boven kunnen komen en is tot onze verassing de oude trap in 2009 in ere hersteld. Na 255 traptreden kijken we prachtig uit over zee en over Sint Vincent.
De rots met bovenop Fort Duvernette

en vele -hoge- treden

'en dan voeren daar die Fransen en dan... BOEM! ging ie zooo de lucht in'

Bovenop. Oud officiersverblijf (met nieuw dak). Bijboot helemaal beneden aan het steigertje.

Uitzicht vanaf het fort op Sint Vincent. Wat een grijs weer he? - jullie hebben toch wel medelijden? 




VLEERMUIZEN
Na twee nachten varen we door naar de westzijde van Sint Vincent. We ankeren in Buccament Bay en snorkelen bij en in een grot. Het water is er prachtig blauw en helder, de kleuren van de rosten zijn ook mooi. Je kunt door de grot heen snorkelen en via een smalle spleet aan de andere kant, circa twintig meter verderop de grot weer verlaten. 

Maar de grot hangt vol met vleermuizen die continu om je heen fladderen. De stank van de vleermuisuitwerpselen is verschrikkelijk. Hoewel we best door de grot zouden willen zwemmen naar de andere uitgang, durven we het niet. Met al die fladderende en vooral poepende en plassende vleermuizen. De foto's van de grot zijn niet zo goed gelukt, daarom een filmpje.

https://youtu.be/NXDLEPHtm_o




BOATBOYS
Eind van de middag gaan we weer ankerop en varen zes mijl verder naar Walilabou. Al drie mijl voor de baai komt een bootje naar ons toe. Hij zal ons begeleiden naar de baai en daar onze lijn door de mooring halen en een achterlijn naar de wal brengen. Alles tegen betaling uiteraard. We danken hem vriendelijk voor zijn aanbod maar nee, liever niet. Hij blijft ons volgen tot aan de baai en pas als hij een ander slachtoffer ziet, vertrekt hij. We zullen de komende maanden nog regelmatig met dit vervelende fenomeen te maken krijgen: boatboys. Ze proberen wat bij te verdienen door te helpen met aanleggen van de boot (waar we dat al die jaren zelf doen, zijn we nu kennelijk opeens hulpbehoevend) en door fruit, groente en brood te verkopen. 

Hedda onderhandelt over een broodfruit


Heel sympathiek natuurlijk, we steunen er de locals mee, dus waarom niet? Maar de boatboys zijn in de loop van de jaren erg verpest door alle passanten, zeker door de vakantiegangers die met dollars smijten. De prijzen die de boatboys vragen zijn buiten proportie en hun handelswijze kan opdringerig en vervelend zijn. 

Nu is Hedda een goede en sympathieke onderhandelaar en kennen we bovendien de normale prijzen op de markt, zodat we niet de absurde prijzen betalen. Maar toch vinden wij het erg vervelend. Je kunt 's ochtends de kuip niet instappen, of er stuiven direct drie roeibootjes en twee surfplanken op je af omdat je spullen 'moet' kopen. 

Ook de lokale middenstand heeft last van de boatboys. Verschillende middenstanders en andere mensen die we in Walilabou spreken, vertellen ons dat veel zeilboten aan hun dorp voorbij varen vanwege de boatboys. Dat kunnen wij bevestigen, we zijn al verschillende zeilers tegengekomen die de plekken waar het te gortig is met de boatboys, mijden. 


Boatboy in een grote en dure hypalon dinghy... Die boot heeft hij
een keer 'gekregen'. Waarom hebben wij nou moeite dat te geloven?

PIRATES OF THE CARIBBEAN 
Maar Walilabou kunnen wij niet mijden want hier is een groot deel van de Pirates of the Caribbean opgenomen (2003 en 2005). Hoewel grote delen van de set zijn verdwenen, zijn er nog delen zichtbaar en voelen we ons even Jack Sparrow op de Black Pearl. Bij ons vertrek uit Nederland kreeg Quirijn van Ilona en Rutger een boekje over piraten en dat is al 
maanden een succes op Antares. Daardoor weet Quirijn al veel van piraten en kan hij  zijn lol niet op. 

Briljant toeval, terwijl we midden in de filmset voor anker liggen, krijgen we een mailtje van (juf) Marije met een lespakket thema 'Piraten'. Komt dat even prachtig uit! We zingen liedjes als 'Woeste Willem' en 'wij zijn piraten', schilderen een piraat, leren de letter P, allerlei piratennamen en Quirijn heeft een ooglapje. 

(vanwege de foto invoegperikelen maar weer de fotos schots en scheef door elkaar... weet iemand of er al een nieuwe versie van blogspot is / komt waarbij foto;s invoegen een feestje wordt?)
Captain Jack Sparrow...

... en zijn jongste hulp. Klaar om het kanon af te vuren.

Geankerd op de filmset. Hier lagen de schepen van onze helden afgemeerd


Twee Hollandse piraten te water.
Kent u nog die scene dat Jack Sparrow  in het kraaiennest van een gezonken schip door de baai vaart? 
Achter Quirijn dat originele kraaiennest. Zitten we gewoooon onder te eten... Wat een bofferts zijn wij he? 
Wij kennen overigens die scene niet... we hebben die hele film niet aan boord... En, hoe verzin je het, de film is in heel Sint Vincent niet te koop. Uitverkocht zegt men... zelfs niet op straat in hoofdstad Kingstown, waar je illegale copieen van vrijwel alle films ter wereld koopt.

NIEUW PERSOONLIJK RECORD!
De dag voor vertrek naar het volgende eiland nemen we de bus naar Kingstown, de hoofdstad van Sint Vincent. Kingstown heeft een bedrijvige industrie- en vissershaven en veel mensen van dit eiland en de andere eilanden van de Grenadines (Bequia, Canouan, Union Island, Mayreau)  komen hierheen voor hun grote inkopen. Het is druk in de stad. We klaren uit bij Customs en immigration en lunchen in een lokaal eettentje, tussen stratenmakers en kantoorpersoneel. Voor in totaal omgerekend vier euro krijgen we zo veel dat we het nauwelijks op kunnen. 

In een eerder blogbericht schreven we al eens over de minibusjes waarmee het lokale openbaar vervoer plaatsvindt. Die busjes waar in Nederland tien, elf personen in vervoerd kunnen worden maar hier afhankelijk van de indeling wel vijftien, zestien of zeventien. Terug uit Kingstown halen we een nieuw persoonlijk record. We zitten met drie-en-twintig personen in de bus. Drieëntwintig! Daaronder zijn drie kinderen, o.k., maar dat wordt makkelijk gecompenseerd omdat een van de passagiers ook nog vier grote dozen mee heeft, die verspreid over de bus allemaal een plekje vinden. Alleen boven onze hoofden is nog plek. Als ze daar wat latten in zouden lassen, zouden er nog drie extra passagiers mee kunnen, liggend onder het dak.

Dat herinnert me trouwens nog een ander record dat wij tijdens ons verblijf op Sint Vincent vestigden... gevoelstemperatuur in de kajuit van Antares: 51,6.


Op donderdag 29 oktober verlaten we Sint Vincent en varen naar het volgende eiland, Sint Lucia. Als we daarna nog wat Sint eilanden tegenkomen... liggen we op 5 december met een beetje geluk op Sint Nicolaas.