Time flies. Dat geldt voor Nederland, waaruit ons de eerste berichten over kerstbomen en vuurwerkpakketten bereiken. En dat geldt voor de Carieb, waar het vandaag alweer vrijdag is en wij elkaar aankijken... 'Gisteren was het toch ook vrijdag?' Als we onze hersenen kraken blijkt de vorige vrijdag gewoon een week geleden te zijn geweest.. Time flies...
En dus moet ik even goed nadenken waar we de vorige vrijdag waren en wat we in de tussentijd allemaal deden. Geef me even...
SCHILDPADDEN
Ah ja, natuurlijk ja. Dank voor de tip. Inderdaad, de schildpadden. We lagen met Antares op Bequia en wilden de schildpaddenboerderij bezoeken. Klein probleem; de kwekerij bevindt zich aan het andere eind van het eiland. Nu crossen wij de Caraïbische eilanden regelmatig over met het lokale openbaar vervoer (waarover trouwens verderop in deze mail nog een nieuwtje) maar op Bequia rijdt geen openbaar vervoer naar de boerderij. Welke local wil nou schildpadden kijken? Dat willen alleen toeristen en dus rijden er taxibusjes naar de boerderij, wat ons tot vervelens aan toe vertelt wordt door alle taxichauffeurs in het dorp. Kost dat dan?
Ankerbaai in Bequia |
Nou, de taxi-chauffeurs zijn zeer servicegericht en zullen ons ophalen waar we maar willen, brengen ons in de geaircoode bus naar de boerderij, blijven netjes op ons wachten -neem vooral de tijd- en brengen ons dan rustig weer terug naar de ankerbaai. En dat voor slechts 30 USD per uur. De chauffeur zal op de terugweg extra langzaam rijden zodat wij goed het landschap kunnen bekijken... en zodat we bij aankomst op de ankerplaats net het derde uur in gaan... Negentig US Dollar graag. Als ik hem vertel dat ons dagbudget 20 USD is en wij dus na zijn taxirit drie en halve dag niets meer kunnen eten, begrijpt hij het. 'Ah, you're not a rich tourist?' Inderdaad. Er is nog een 'goedkoop alternatief'. Pick up auto's waarbij in de laadbak, speciaal voor de toeristen, zitbanken zijn getimmerd. Daarmee heen en weer betekent voor ons slechts anderhalve dag op water en brood.
Maar goed, die schildpadden dus. Die moeten toch bezocht worden. Bovendien worden wij lekker recalcitrant van dit toeristen-uitbuit-spel. We bestuderen de kaart van het eiland. Dat kunnen we best lopen.
NEE. Lopen kan ab-so-luut NIET. Uit-den-boze. Kan niet. Echt niet. Volgens de taxichauffeurs dan. En volgens de tourist information. En de lokale winkeliers. En een Bequiaanse mevrouw die we op het strand tegenkomen, wanneer Quirijn met haar twee kinderen speelt.
We wandelen naar een verlaten strand aan de zuidkant van het eiland. Als dat lukt... dan moet die schildpaddenboerderij toch ook wel te lopen zijn? |
'Ja, ha ha' lachen wij, 'ze spelen hier allemaal onder een hoedje natuurlijk. Zullen we het gewoon proberen?' Maar als we een andere cruiser hier in de baai vertellen van ons plan -zij varen al jaren in dit gebied rond dus kennen het hier dus wel zo'n beetje- reageren ze verschrikt en schudden hard hun hoofd. 'Non, pas possible'. Onmogelijk dus. 'Pas avec lui, pas sans lui'. Niet met en niet zonder dat kleintje hoofdknikken ze (voor de duidelijkheid, ze knikken niet naar mij, maar naar Quirijn).
WANDELEN
En zo komen de schildpadden niet in beeld onder de alinea 'schildpadden', maar pas na anderhalf
Mooie wandeling, over een rustige weg. |
uur wandelen. Met Quirijn op zijn loopfiets lopen we een stijle weg omhoog waarbij het uitzicht op de baai prachtig is. Na een half uur klimmen begint een lange afdaling door een bos, over het terrein van een voormalige suikerplantage, tussen koeien en geiten door, van een rijk begroeide baai naar een kale rotsachtige baai en langs de vuilnisbelt. Onderweg komen we bijna niemand tegen, op dit eiland overheerst de rust. Op het toegangspad naar de schildpaddenboederij worden we ingehaald door twee pick ups met in de laadbak... veertien Amerikanen. Daar gaat ons rustig bezoekje aan de boerderij.
Prachtige bloemen langs de weg, alsof we de avondvierdaagse lopen en de toeschouwers verborgen gaan achter de bossen bloemen die ze -natuurlijk- voor ons hebben meegenomen |
<Omdat Blogspot zo ellendig is met foto's invoegen en uitlijnen... hieronder maar even de schildpaddenfoto's als losse flodders op het scherm>
Boer Harmsen (rechts) en Quirijn bekijken de bakken met schildpadden |
De allerkleinsten. Zes weken oud |
weer terug naar de boot. Quirijn raced op zijn loopfiets voor ons uit |
OVERZICHTKAARTEN EN VEROUDERDE PILOTS
We kregen onlangs wat vragen hoe we nou onze weg weten onderweg. De zee is tenslotte de zee en water is water, maar er liggen ook rotsen enzo. Hoe gaat dat dan? Als voorbeeld pak ik een kort tochtje dat we onlangs voeren, van Bequia naar Sint Vincent.
Onderweg van Bequia naar Sint Vincent. |
Doe je dat een keer niet, dan word je onmiddellijk gestraft met rotsen en koraal en die zijn hard en geven niet mee, zoals we een tijdje geleden bij Grenada ondervonden. Wat gebeurde daar dan... denkt u nu ongetwijfeld. Nou, dat ga ik dus lekker effe helemaal niet opschrijven hier... Mocht ik ooit een boek schrijven over onze zeilreis, dan -en dat beloof ik bij deze plechtig- zal ik het voorval in alle details opnemen, ter vermaak van u allen. Dus mocht het zo ver komen, koop dan maar lekker dat boek als u zo nodig lekker wilt genieten van onze sores. HA!
Onderweg naar Sint Vincent navigeren we op onze overzichtskaart waar zowel Bequia als Sint Vincent op staat (voor de diehards... schaal 1:90.000) inclusief een aparte detailkaart van de ankerbaai in Bequia. Deze kaart is, samen met de GPS, ons belangrijkste navigatiemiddel tussen de eilanden. Op onze GPS zetten we vooraf een aantal waypoints zodat we weten waar we op af moeten sturen en kunnen checken of we wel 'hoog genoeg' (aankoersen op ons doel of zelf iets hoger; ietsje meer naar waar de wind vandaan komt) varen. Dat is vooral belangrijk als er een flinke (zij)stroom staat maar het voert wat te ver om dat nu helemaal uit te leggen.
Binnen, bij de navigatietafel, loopt altijd onze kaartplotter mee die onze actuele positie op een digitale kaart weergeeft, zodat wij altijd kunnen checken of de positie waar wij denken te zijn (op basis van onze waarnemingen in relatie tot de kaart, gps en pilot die in de kuip liggen) correspondeert met onze werkelijke positie. We gebruiken bewust de kaartplotter als back up en niet als belangrijkste navigatie, omdat we onze eigen waarnemingen scherp willen houden en die dus altijd -altijd- trainen.
Verder ligt in de kuip de pilot van het gebied. Hier is dat 'The Cruising guide to the Windward Islands' van Chris Doyle. Een pilot is een soort reisgids voor zeilers met voor hen relevante informatie zoals detailkaarten van aanlopen naar een baai, de dieptes en bodemsoorten in die baai zodat je kunt afwegen waar je wel en niet kunt ankeren, moeilijke passages en aanbevolen vaarroutes op lastige trajecten. Verder achtergrond informatie, zoals waar je kunt inklaren (Customs and immigration), boodschappen kunt doen (lijkt niet zo relevant maar de reikwijdte van een zeiler is -zonder auto- natuurlijk beperkt) wat en waar er qua bootonderdelen en andere klusdingen te verkrijgen is en vaak een uitgebreide rubriek met restaurants en bars. Onze pilot van dit gebied is... Uhm... uit 2004/2005 dus al ruim tien jaar oud. Voor de navigatie maakt dat niet veel uit; de rotsen verplaatsen zich niet en de enkele navigatieboei die volgens onze pilot (en overigens ook de meeste recente pilot) ergens zou moeten liggen is in werkelijkheid toch verdwenen...
BAAI DER VERDWENEN RESTAURANTS
Wat overigens heel aardig is van onze verouderde pilot (versie 2004/2005); het geeft een kijkje in de oude doos. We doen regelmatig een zoek-de-verschillen spelletje. Neem nou de ankerbaai bij Young Island, aan de zuidkant van Sint Vincent, waar wij ons anker laten vallen.
Antares voor anker bij Young Island |
Dan de praktijk. We zijn de enige zeilboot in de baai. De 'boardwalk' is grotendeels ingestort en zit vol grote gaten, dus is het verstandig om je aandacht bij het lopen te houden en niet te veel op de menu's van de restaurants te letten. Maar, en dat scheelt, je kunt je aandacht prima bij de boardwalk houden, want negen van de tien in 2004 nog weergaloze restaurants zijn gesloten. Voor eeuwig. De luifel ingestort, tuin overwoekert met planten, meubilair ingezakt, namen van het dak gevallen, beschilderingen onzichtbaar geworden en ramen kapot. We veranderen prompt ons zoek-de-verschillen in een zoek-de-overeenkomsten en zoek-wat-er-nog-wel-is.
We voelen ons zo bekeken door de paar locals die er rondhangen, dat we niet de vergane glorie durven te fotograferen (vandaar deze lap tekst zonder foto's. Even doorbijten nog, straks komen er wel weer foto's). Het is een triest gezicht en zal voor een deel een gevolg zijn van een aantal incidenten die hier in 2009 plaatsvonden. Toen zijn in deze baai zeilboten overvallen. We hebben dat effect ook gezien op andere eilanden. Toeristen blijven weg en restaurants kunnen sluiten.
Nu kwamen wij niet voor de restaurants naar deze baai, maar voor Fort Duvernette (daar komen de foto's al weer aan).
Een smalle hoge rots in zee. Halverwege en op de top staan kanonnen uit de 18e eeuw toen de Engelsen de Fransen en ieder ander hier weg wilden houden van Sint Vincent en kanonnen gericht op Sint Vincent zelf, om de Black Caribs (de oorspronkelijke bewoners van St Vincent) om zeep te helpen.
En dan is er dankzij onze verouderde pilot een prettige verassing. Waar Chris Doyle in zijn pilot nog aangaf dat 'the 250 steps to the top has been closed for a long time' wilden wij toch eens kijken of we nog naar boven kunnen komen en is tot onze verassing de oude trap in 2009 in ere hersteld. Na 255 traptreden kijken we prachtig uit over zee en over Sint Vincent.
De rots met bovenop Fort Duvernette |
en vele -hoge- treden |
'en dan voeren daar die Fransen en dan... BOEM! ging ie zooo de lucht in' |
Bovenop. Oud officiersverblijf (met nieuw dak). Bijboot helemaal beneden aan het steigertje. |
Uitzicht vanaf het fort op Sint Vincent. Wat een grijs weer he? - jullie hebben toch wel medelijden? |
VLEERMUIZEN
Na twee nachten varen we door naar de westzijde van Sint Vincent. We ankeren in Buccament Bay en snorkelen bij en in een grot. Het water is er prachtig blauw en helder, de kleuren van de rosten zijn ook mooi. Je kunt door de grot heen snorkelen en via een smalle spleet aan de andere kant, circa twintig meter verderop de grot weer verlaten.
Maar de grot hangt vol met vleermuizen die continu om je heen fladderen. De stank van de vleermuisuitwerpselen is verschrikkelijk. Hoewel we best door de grot zouden willen zwemmen naar de andere uitgang, durven we het niet. Met al die fladderende en vooral poepende en plassende vleermuizen. De foto's van de grot zijn niet zo goed gelukt, daarom een filmpje.
https://youtu.be/NXDLEPHtm_o
BOATBOYS
Eind van de middag gaan we weer ankerop en varen zes mijl verder naar Walilabou. Al drie mijl voor de baai komt een bootje naar ons toe. Hij zal ons begeleiden naar de baai en daar onze lijn door de mooring halen en een achterlijn naar de wal brengen. Alles tegen betaling uiteraard. We danken hem vriendelijk voor zijn aanbod maar nee, liever niet. Hij blijft ons volgen tot aan de baai en pas als hij een ander slachtoffer ziet, vertrekt hij. We zullen de komende maanden nog regelmatig met dit vervelende fenomeen te maken krijgen: boatboys. Ze proberen wat bij te verdienen door te helpen met aanleggen van de boot (waar we dat al die jaren zelf doen, zijn we nu kennelijk opeens hulpbehoevend) en door fruit, groente en brood te verkopen.
Hedda onderhandelt over een broodfruit |
Heel sympathiek natuurlijk, we steunen er de locals mee, dus waarom niet? Maar de boatboys zijn in de loop van de jaren erg verpest door alle passanten, zeker door de vakantiegangers die met dollars smijten. De prijzen die de boatboys vragen zijn buiten proportie en hun handelswijze kan opdringerig en vervelend zijn.
Nu is Hedda een goede en sympathieke onderhandelaar en kennen we bovendien de normale prijzen op de markt, zodat we niet de absurde prijzen betalen. Maar toch vinden wij het erg vervelend. Je kunt 's ochtends de kuip niet instappen, of er stuiven direct drie roeibootjes en twee surfplanken op je af omdat je spullen 'moet' kopen.
Ook de lokale middenstand heeft last van de boatboys. Verschillende middenstanders en andere mensen die we in Walilabou spreken, vertellen ons dat veel zeilboten aan hun dorp voorbij varen vanwege de boatboys. Dat kunnen wij bevestigen, we zijn al verschillende zeilers tegengekomen die de plekken waar het te gortig is met de boatboys, mijden.
Boatboy in een grote en dure hypalon dinghy... Die boot heeft hij een keer 'gekregen'. Waarom hebben wij nou moeite dat te geloven? |
PIRATES OF THE CARIBBEAN
Maar Walilabou kunnen wij niet mijden want hier is een groot deel van de Pirates of the Caribbean opgenomen (2003 en 2005). Hoewel grote delen van de set zijn verdwenen, zijn er nog delen zichtbaar en voelen we ons even Jack Sparrow op de Black Pearl. Bij ons vertrek uit Nederland kreeg Quirijn van Ilona en Rutger een boekje over piraten en dat is al
maanden een succes op Antares. Daardoor weet Quirijn al veel van piraten en kan hij zijn lol niet op.
Briljant toeval, terwijl we midden in de filmset voor anker liggen, krijgen we een mailtje van (juf) Marije met een lespakket thema 'Piraten'. Komt dat even prachtig uit! We zingen liedjes als 'Woeste Willem' en 'wij zijn piraten', schilderen een piraat, leren de letter P, allerlei piratennamen en Quirijn heeft een ooglapje.
(vanwege de foto invoegperikelen maar weer de fotos schots en scheef door elkaar... weet iemand of er al een nieuwe versie van blogspot is / komt waarbij foto;s invoegen een feestje wordt?)
Captain Jack Sparrow... |
... en zijn jongste hulp. Klaar om het kanon af te vuren. |
Geankerd op de filmset. Hier lagen de schepen van onze helden afgemeerd |
Twee Hollandse piraten te water. |
NIEUW PERSOONLIJK RECORD!
De dag voor vertrek naar het volgende eiland nemen we de bus naar Kingstown, de hoofdstad van Sint Vincent. Kingstown heeft een bedrijvige industrie- en vissershaven en veel mensen van dit eiland en de andere eilanden van de Grenadines (Bequia, Canouan, Union Island, Mayreau) komen hierheen voor hun grote inkopen. Het is druk in de stad. We klaren uit bij Customs en immigration en lunchen in een lokaal eettentje, tussen stratenmakers en kantoorpersoneel. Voor in totaal omgerekend vier euro krijgen we zo veel dat we het nauwelijks op kunnen.
In een eerder blogbericht schreven we al eens over de minibusjes waarmee het lokale openbaar vervoer plaatsvindt. Die busjes waar in Nederland tien, elf personen in vervoerd kunnen worden maar hier afhankelijk van de indeling wel vijftien, zestien of zeventien. Terug uit Kingstown halen we een nieuw persoonlijk record. We zitten met drie-en-twintig personen in de bus. Drieëntwintig! Daaronder zijn drie kinderen, o.k., maar dat wordt makkelijk gecompenseerd omdat een van de passagiers ook nog vier grote dozen mee heeft, die verspreid over de bus allemaal een plekje vinden. Alleen boven onze hoofden is nog plek. Als ze daar wat latten in zouden lassen, zouden er nog drie extra passagiers mee kunnen, liggend onder het dak.
Dat herinnert me trouwens nog een ander record dat wij tijdens ons verblijf op Sint Vincent vestigden... gevoelstemperatuur in de kajuit van Antares: 51,6.
Op donderdag 29 oktober verlaten we Sint Vincent en varen naar het volgende eiland, Sint Lucia. Als we daarna nog wat Sint eilanden tegenkomen... liggen we op 5 december met een beetje geluk op Sint Nicolaas.
Weer een mooi verhaal hoor, zo weten we weer wat we volgende weken tegenkomen..
BeantwoordenVerwijderenSint weet gelijk een goed kado! De ontbrekende films! Xxxx zeil ze!
BeantwoordenVerwijderen