maandag 22 augustus 2016

DE ARMOEDE VAN EEN HELIKOPTER

Bescheiden optrekje (1) langs de Long Island Sound.
'En dat is nummer vijf'. Het is half acht in de ochtend. We liggen voor anker in Oyster Bay, een van de vele baaien aan de noordzijde van Long Island, waar een deel van de New Yorkse "rich and famous" woont. Vanochtend om half zeven werden we gewekt door een kabaal dat we maar moeilijk konden thuisbrengen. Een Rescue Helikopter, dat was het enige dat we - met de vernauwde gedachtenstroom van een zeiler- konden bedenken. Bijna goed. 

Quirijn rende naar buiten en gaf ons live verslag. 'Het is een helikopter'. En 'zo heeee - hij stijgt gewoon zo op van uit de tuin daar...dat is toch niet normaal, man!'. Nou, het blijkt hier aardig normaal, zo leren we in het navolgende uur. De ene helikopter na de andere vliegt over ons heen. Woon-werkverkeer op Long Island; zo vanuit je achtertuin naar het dak van een wolkenkrabber in Manhatten.

Zelfde bescheiden optrekje, maar de eigenaar
is geland (zie watervliegtuig op het strand).
'Nummer zes' roept Quirijn. Hij telt geen helikopters, nee die zijn al zooo gewoon... 

Hij telt watervliegtuigen. Want waarom zou je met een helikopter naar je werk gaan, als je ook met een watervliegtuig kunt? Nou, wij weten het wel. Zo'n watervliegtuig parkeer je makkelijk op je privé strand in de Long Island Sound (wel even rekening houden met de 2 1/2 meter tussen hoogwater en laagwater)... Maar waar laat je zo'n ding in de stad? Misschien ligt op iedere wolkenkrabber een (driehonderd)vijftigmeterbad?

TEDDYBEER (koppen in goud deze keer, wij zijn op chique)
Een van de famous bewoners van deze baai was Theodore Roosevelt. Krap tweeëntwintig jaar oud, kocht hij in 1880 een lapje grond aan de baai hier. Een hele heuvel eigenlijk. Hij liet er een landhuis bouwen, inclusief volledige boerderij, watertoren, windmolen, paarden, pony's, schapen en weet ik wat allemaal (erfenisje; papa bezat veel grond in Manhatten, vandaar). Daarna ging hij de Spanjaarden te lijf in Cuba (Spaans-Amerikaanse oorlog) en boekte een grote zege, waarna hij als held werd binnengehaald in zijn thuisland. Met die faam in zijn achterzak werd hij de 26e president van de USA. Ik denk zelf dat we hem al lang vergeten zouden zijn -ja of we zouden hem nog moeten herinneren omdat via hem de term 'teddybeer' is ontstaan-, als zijn familie niet het huis achterliet aan de staat, die er een nationaal historisch museum van maakte.

PRIVÉ BEZIT
Behoorlijk stukje slepen. Waar eerst water was, is nu gras.
Dat gaan we bezoeken. Bas en Agnes van de Tisento liggen ook in Oyster Bay en pikken ons op met hun bijboot (dit verhaal speelt in de tijd van Kapotte Buitenboordmotor deel 1, zie vorig blog). We moeten behoorlijk zoeken naar een plek waar we aan wal kunnen. Alles is hier privéterrein en hartstikke niet toegestaan om te betreden. Op sommige privé steigers staan zelfs camera's en speakers. We vinden een klein strandje direct aan de weg, waar we de boot achterlaten met hoogwater. Als we einde middag terugkeren, is het water zo ver gezakt dat we de boot vijftig meter door het gras naar zee moeten tillen.

De wandeling naar Teddy's is heerlijk. Het is al dagen heet en op de boot zuchten en puffen we van de hitte. Maar nu lopen we door een prachtig frisgroen loofbos, door een glooiend heuvellandschap terwijl de bladeren ons afschermen van de zon en een koel briesje extra verfrissing geeft. Ik vind het heerlijk om weer eens door een loofbos te wandelen, zo lang geleden. In de tropen heb ik dat wel gemist, alhoewel het tropisch regenwoud ongekend mooi en indrukwekkend is, maar de lagere Caraïbische eilanden zijn vrij dor en kaal. We komen op een open veld en zien boven aan de heuvel het voormalig huis van Teddy Roosevelt.



ONGEKROONDE KONING
Het woonhuis is nog in redelijk originele staat en alleen met een rondleiding te bezoeken. Er is ook een museum, in een ander landhuis van de Roosevelts elders op het terrein. Daar leer ik dat Teddy Roosevelt een van de (nee, DE) aller, aller grootste presidenten is geweest van de Verenigde Staten. Waarom dat dan is, dat blijft voor mij een beetje duister. Omdat hij een grondlegger is geweest van het Panamakanaal? Misschien. Of omdat hij de bezem door het corrupte New Yorkse politiekorps heeft gehaald? Kan. Wellicht omdat hij de Russen en Japan ertoe bracht om hun oorlog te beëindigen. Zou kunnen, hij kreeg er de Nobelprijs voor. Of omdat hij zo goed kon hout hakken? Wellicht. Volgens de Amerikanen heeft hij ervoor gezorgd dat de USA een wereldgrootmacht werd. Sorry, DE WereldGrootMacht natuurlijk.

VERBIJSTERDE PARKRANGERS
Terwijl wij onze gedachten laten gaan over deze zaak, wachten Quirijn, Bas, Hedda en ik op Agnes. Die is nog in het museum, waar blijft ze nou? Bas gaat binnen poolshoogte nemen en blijft ook nog even weg. Het blijkt dat ze opgehouden werden door twee parkrangers, die maar niet uitgevraagd en uitgesproken raakten over het feit dat zij (en wij van de Antares) met onze zeilboot de oceaan zijn overgevaren en nu helemaal naar hier. Met een zeilboot! En nog wel zulke kleine. Ja, dat je nu met een zeilboot van veertig meter lang de oceaan over gaat... Maar twaalf meter? Oh My God.


Klik! We worden op de foto gezet.
Als we later, na sluitingstijd, teruglopen naar de bijboot, stopt er midden op de weg een auto. Het raam gaat open en het blijkt een van de parkrangers te zijn. Naast hem zit zijn vrouw, aan wie hij net het hele verhaal over die ongelooflijke zeilers heeft verteld. En hier lopen ze dan, in levende lijve! Of hij een foto mag maken van ons? Dat mag. Ik maak ondertussen een foto van hem:

ONDERTUSSEN OP SAGAMOORE HILL
We verkopen de boot! De rest van ons leven brengen
we door op deze veranda.
Einde van de middag krijgen we een rondleiding door het 23 kamers tellende woonhuis, Sagamoore Hill, gebouwd in Victoriaanse stijl. Een grote centrale leefhal verbindt de kamers op de benedenverdieping, waar het meubilair en veel persoonlijke stukken van de familie nog altijd aanwezig zijn. Het toont de leefwijze van de upperclass rond 1910/1920 en geeft een mooi tijdsbeeld. De keuken met een kolenfornuis, waterleidingen aan het plafond en muur en kranen die ultra modern waren.


'no pictures inside please', dus we doen het met de buitenkant.
... en een foto van internet. Deze kamer van circa 120 m2 (!)
is in 1905 aangebouwd. Op kosten van de Staat.
In de meeste kamers liggen vloerkleden van geschoten beesten, met de kop er nog aan. Verder zijn Olifantenpoten tot asbak verheven en overal zien we slagtanden van olifanten. Het was ook wat dat betreft, zeg maar, een andere tijd. In de kamer van mevrouw Roosevelt ligt een ijsbeer als tapijt op de grond. De bek van het dier opengesperd zodat je de scherpe tanden goed kunt zien. De ogen glinsteren nog in de kop. Een van de eerste (volgens de Amerikanen DE eerste -zou best kunnen- ) poolreizigers voer met zijn schip rechtstreeks van die poolexpeditie naar de Oyster Bay om de ijsberenhuid aan de president te schenken, zo leren we tijdens de rondleiding.

Aj aj aj, ik schaam mij pardoes voor onze entree hier. Wij boffen maar dat Roosevelt 97 jaar geleden overleed, anders hadden wij hier Nederland ten schande gemaakt, aankomen met lege handen. Wij hadden toch minimaal een Nederlandse Vinexwijk kat moeten schieten voor en die als vloermat aan de President moeten aanbieden, had hij nog geleefd...

IN STIJL
De luxe uitstraling bij de Roosevelt's misstaat niet in deze omgeving. Het is onvoorstelbaar hoe veel geld hier, in Long Island, langs de kant van het water staat. 
Niet alleen in Oyster Bay, we zien het ook in de andere baaien die we deze dagen bezoeken. 

De dag na ons bezoek aan Sagamoore Hill schroeven we de buitenboordmotor weer in elkaar en daarna doen we boodschappen en vinden we een wasserette in het dorp waar we (o-zo-upperclass...) de was doen. Nog een half jaartje en wij hoeven niet meer mee naar de wasserette, Quirijn doet alles voor ons. Hartstikke handig.



IJSCO MAN
Kapperij Antares 
Op vrijdag varen we naar de volgende baai, acht mijl verderop. Onderweg is het Kapperij Antares, Hedda knipt de haren van Quirijn, wat een spannende gebeurtenis is, omdat ze de laatste keer in Quirijn's oor knipte (echt waar). Het gaat er, zeg maar, wat anders aan toe dan bij onze favoriet MarNick Kappers in Amsterdam. 


En dus beloven we Quirijn een ijsje als hij goed meewerkt en dat helpt. Alleen, waar halen we een ijsje vandaan? De baaien hier liggen vol moorings, waar lokale boten aan liggen. Wij ankeren liever dan dat we veertig tot negentig dollar (!) voor een nachtje mooring betalen. 

STRAND! weliswaar met kiezelstenen en
bruin water, maar toch.
 Maar de consequentie is wel dat we ver buiten de dorpen liggen. Als we de dinges baai (ik weet even niet meer hoe die baai heet) invaren, zien we recht voor ons, op de enige plek die eigenlijk als ankerplek beschikbaar is, een strand. Dat is leuk voor Quirijn, want we zijn al sinds de maanden niet meer naar een strand geweest. 

De laatste keer was in de Bahama's. Het water was daar zo prachtig helder, dat we onbewust een soort van watervrees hebben ontwikkeld en niet meer kunnen/willen/durven zwemen in troebel water. Maar goed, nu een strand en 'ting, ting' daar is ook een ijscoman. Komt dat even mooi uit! Hedda en Quirijn gaan naar het strand, terwijl ik klussen uitvoer op Antares. Aan het einde van de middag borrelen we samen met de Tisento's op het strand.

 De dag erna varen we twintig mijl verder oostelijk naar Port Jefferson, in weer een fraaie baai. De Amerikanen hebben hun best gedaan om de baai te ontfraaien, maar ondanks dat er een elektriciteitscentrale prominent aan de baai staat, is het toch ook weer mooi hier. 


We nemen voor de derde keer afscheid van de Tisento (na eerder in de Bahama's en in Florida) in de veronderstelling dat we elkaar nu echt niet meer tegen gaan komen. Zij gaan verder oostwaarts, wij gaan vanaf hier terug richting New York. Althans, dat is het plan, maar als we die ochtend uitvaren, zien we een mooi baaitje met duinen en blijven nog een nachtje extra. Daarna naar Stratfotd, waar we even snel boodschappen willen doen maar helaas een nieuw probleem met onze buitenboordmotor hebben (Kapotte Buitenboordmotor deel 2, zie vorige weblog) waardoor we daar weer een aantal dagen vertraging oplopen.

HOE IS HET MOGELIJK, ZO VEEL GELD?
Na Stratford varen we weer terug naar Oyster Bay, onze favoriet. Hoewel er eindelijk weer wat wind is, staat die pal tegen, dus weer motoren in plaats van zeilen. We blijven onze ogen uitkijken naar de landgoederen die uitgestrekt liggen over de beboste heuvels rond de baaien. Het lijkt wel of iedere Amerikaan multimiljonair is. Wij vroegen ons lange tijd af hoe het kan dat er zo veel 'rijken' zijn in Amerika. We denken daarop een antwoord te hebben gevonden, dat tweeledig is.

Het eerste deel is vooral een nuancering; het beeld dat wij krijgen van de USA is natuurlijk geflatteerd; de rijken in de USA vestigen zich vooral in de kuststaten en sowieso langs de waterkant, dus dat is wat wij zien op onze tocht van Florida naar hier. Maar hier langs de Long Island Sound is het allemaal nog een maatje meer. Er staan hier geen huizen, maar kastelen en er zijn geen tuinen, maar landgoederen.

LANTEFANTEREN
Lekker stukje varen door de baai, om de tijd te doden
Hoe dat kan, daar breken wij al een tijdje ons hoofd over. Te meer ook, omdat 's ochtends niet uit iedere tuin aan de Oyster Bay een helikopter opstijgt op weg naar kantoor in New York City. Nee, verre van dat. Bij veel huizen zien we, naast alle tuinpersoneel, in de loop van de ochtend de eigenaar, zijn vrouw / maîtresse(?) en diverse kinderen over het strak gemaaide gazon flaneren. 


en een beetje wedstrijdzeilen rond Antares
Slaat de verveling toe, dan wordt er gewaterskied, een wedstrijdje gezeild met wat vrinden van de Yachtclub-met-lange-en-rijke-historie (anno drieduizend jaar voor Christus) en in de loop van de middag schuiven er vrienden aan op het terras voor borrel en diner. 
De (bescheiden...) Yachtclub van Oyser Bay. Een mooring kost er 90 USD/nacht.
Dat lantefanteren op die landgoederen intrigeert ons. Want wij, uit het land der calvinisten, vragen ons natuurlijk af... moet er niet ook nog gewerrrekkt worrrrden??? Tja... Een logische vraag voor cruisers, toch... ;-)

OPROTPREMIE
Maar we denken dat we er wel uit zijn, ten dele in ieder geval. Het antwoord vonden we in een van de boeken die we hebben over de geschiedenis van New York. Het beschrijft het leven van New Yorkers door de eeuwen heen. En in de jaren '90 en het eerste decennium van deze eeuw, lezen we over de vele New Yokers die gewone banen hadden in de financiële sector en alle aanverwante (dienstverlenende) sectoren. We lezen over de grote overname hausse die in die tijd speelde (waarin ook ABN AMRO verwikkeld was). Alleen de grootsten zouden overleven, dus moest je zorgen dat je als bank groter en groter werd. En dus, werden veel banken overgenomen. En daarbij werden dubbele functies uitgerangeerd. Dat betekende ontslag... Met bij een beetje functie een paar miljoen dollar ontslagvergoeding. En bij een aardige functie tientallen miljoenen dollar. En bij Het Echte Werk honderden miljoenen dollar in je achterzak... 

Tja. Dat verklaart een hoop. Natuurlijk gold dat niet voor iedereen, maar naar wij zo hier in het dorp van de mensen horen, is er de afgelopen twintig jaar op deze wijze heel wat nieuw volk de Long Island opgespoeld.

PAUPERS...
'Ze gaan weer naar huis hoor' roept Quirijn als begin van de avond de eerste watervliegtuigen en helikopters passeren. Maar nu wij het leven hier op Long Island en het mechanisme in de NY banksector wat beter begrijpen dan toen we hier vorige week lagen, kijken we toch wat anders naar dat woon-werk verkeer. Met een gevoel van medelijden eigenlijk. Want als je het echt gemaakt hebt, dan heb je miljoenen opgestreken toen je jaren geleden uit je baan werd geflikkerd. En hoef je -dus- nooit meer te werken.


Chateau 'namaakfrankrijk'

Nee, dat wat hier boven ons hoofd vliegt, dat zijn de Losers van Long Island, begrijpen we nu. Die  m o e t e n  nog  w e r k e n. En als wij, geslaagde Long Island bewoners, ergens een broertje dood aan hebben, dan is het aan werken. Hoofdschuddend kijken we nu dan ook de luchtlawaaimakers na, schenken op landgoed 'Antares' nog een goed glas Chateau Migrane in en fluisteren... "Slaven van de maatschappij... Arbeiders... Paupers...'.
Chateau 'Antares originale'. Sante!

1 opmerking:

  1. Walewijn, nu jij ons vertelt hebt, hoe zwaar en moeilijk het voor de werkende klasse van Long Island is, heb ik vrede met het feit dat ikzelf het dak op moet om een nieuwe tv-antenne te plaatsen. Want wat zullen die jongens die met zo’n lawaaibak naar hun werk moeten zich schamen.

    BeantwoordenVerwijderen

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.