Deze keer maar weer eens een wat korter
bericht. Lastig hoor. Er valt zo ontzettend veel achtergrond te schrijven bij
iedere plek die we bezoeken of waar we langsrijden, dat ik steeds die neiging
heb. Bij de Vaco (boekwinkel rin Paramaribo – boeken zijn hier trouwens flink
duur) kochten we ‘Geschiedenis van Suriname’ en ja, zoals dat altijd gaat, hoe meer
je je in een onderwerp verdiept, des te interessanter wordt dat onderwerp en
des te meer wil je weten.
Nu ja, ik ga dus geen uitgebreide
achtergrondinfo geven. Slechts af en toe een snufje. Eens kijken of mij dat
lukt…
NEXT
We waren nog
niet koud terug uit de Boven-Surinamerivier of de volgende tocht stond voor de
deur. Afgelopen woensdag trokken we naar de noordoostkant van Suriname, het
district Marrowijne. Helemaal aan de noordoostpunt van Suriname zijn stranden
waar elk jaar zeeschildpadden hun eieren komen leggen. Dit is een van de
weinige broedgebieden in de wereld. Het legseizoen is van midden februari tot augustus.
TOERISTENTOER
De toeristenbus |
Deze keer
gaan we, geheel tegen onze gewoonte in, met een georganiseerde toer. Dat doen
we omdat een deel van de reis per korjaal gaat en de bootsmannen 1400
Surinaamse dollar (ca 400euro) voor de tocht vragen. Absurd veel, zeker in
vergelijking met een georganiseerde reis die 130 euro p.p. kost inclusief alles.
Samen met Ron en Joce van De Verleiding, een ander Nederlandse zeilboot die bij
Domburg ligt, maken we deze toer. De eerste honderdvijftig kilometer gaan in
een bus over land, naar het dorpje Albina. De route voert door het district
Marowijne, waar in de jaren ’80 de binnenlandse oorlog plaatsvond. Veel
bewoners vluchtten destijds naar buurland Frans-Guyana… <hier had ik alweer een hele lap achtergrondinfo geschreven, maar toen
bedacht ik mijn belofte bovenaan dit blogbericht… hoppatee, de delete knop
ingedrukt>.
De Korjalen bij Albina |
Aankomst Galibi, uitladen van de korjaal |
Het reisgezelschap |
ZEESCHILDPADDEN
Albina
grenst aan de Marowijne rivier en aan de overkant van de rivier ligt Frans Guyana.
Mooi Galibi |
Vanaf Albina
varen we in twee uur met een korjaal naar een inheems dorpje aan de rivier;
Christiaankondre en Langamankondre. Einde van de middag bezichtigd onze groep,
die naast ons vijven nog uit vier ander Nederlanders bestaat, onder begeleiding
van een lokale gids het dorp. Quirijn valt ’s avonds direct na het eten in
slaap. En dat is lastig… want juist in de avond/nacht komen de schildpadden aan
land. Om 21 uur stappen we daarom weer in de korjaal en varen een half uurtje
verder naar stranden aan de Atlantische Oceaan, waar de zeeschildpadden het
strand op komen.
Traditionele pinahut |
Het is even
zoeken naar sporen in het donker, maar de twee bootsmannen en de gids spotten
in het zand diepe sporen wat een teken is dat daar de ca 250 kilo zware
schildpadden het strand op zijn gegaan. Als je 1 spoor ziet dan is dat voor
ons, schildpadspotters, een goed teken; de schildpad is nog aan land. Twee sporen
naast elkaar is niet goed, dan is de schildpad alweer terug in zee.
Uiteindelijk
zien we verschillende sporen, zien een schildpad vanuit zee via het strand het
bos in gaan en zien hoe een schildpad eieren legt en daarna het nest afdekt met
zand. Het zijn enorme beesten, rond anderhalve meter lang. Erg indrukwekkend.
Mooi plaatje voor de opa en oma's (en ooms en tantes) |
Quirijn in euforie, mag een echte schildpad aaien! |
Het leggen van de eieren |
De groene schildpad, ook wel soepschildpad genoemd |
Het begraven van de eieren |
Mieren!!! Heul veul... |
De mierenoptocht. Helaas stond het bed van Walewijn in de weg. |
Een gestrand vrachtschip bij Frans Guyana |
FRANKRIJK
De volgende
ochtend gaan we retour Albina maar eerst maken we een stop aan de overkant van
de rivier, in Sint Laurent in Frans Guyana. Gek hoor, het lijkt net alsof we in
Frankrijk zijn. Frans auto’s, Franse kentekens. We spotten zelfs een kenteken
met Departement nummer 85, waar Hedda’s ouders ook wonen. Formeel moet je in St Laurent een nieuwe
toeristenkaart aanvragen, maar in de praktijk steekt iedereen gewoon illegaal
de grens over. We lezen in een boekje de tip… ‘mocht de douane moeilijk doen
bij terugkeer aan Surinaamse kant, dan zeg je dat je dan wel terug gaat naar
Frans-Guyana en dan steek je later opnieuw over…’. Wij ondervinden geen
problemen.
Frans Guyana; nette trottoirs en asfalt met wegmarkering! |
Frans Guyana; landingsplek van de veerbootjes, de korjalen. |
Hotel de Ville |
Voor de gevangenispoort |
We bezoeken
een gevangenencolonie, bekend geworden door Papillon die hier opgesloten zat.
Na sluiting werd de gevangenencolonie gekraakt door bosnegercreolen, maar toen
Papillon verfilmd werd en dus de aandacht groeide, moesten zij eruit en werd
het een museum.
TIJDREIZEN
In de middag
varen we met de korjaal terug naar Albina waar onze bus ons weer terugbrengt
naar Paramaribo.
Hedda
filosofeert over Suriname. In Suriname maak je tijdreizen, zo vindt zij. Jekunt
er inheemse bevolkingen bezoeken die nog leven zoals men eeuwen geleden ook
leefde. Even later sta je weer midden in de moderne stad. Daartussen in vind je
allerlei perioden; dorpen waar de groei in een bepaalde periode tot stilstand
is gekomen en die gebieden zijn in die tijd blijven stilstaan. Dorpen
bijvoorbeeld waar de bauxietvelden opraakten en het merendeel van de bevolking
wegtrok, of dorpen langs de (door Ir Lely geïnitieerde) spoorlijn en al vrij
snel na de bouw begin 19e eeuw onrendabel bleek.
Terug aan de Surinaamse kant; Hollandse vrachtwagens staan ons op te wachten... |
ZIEZO
Best een (voor mijn doen) kort blogbericht
toch? Dus dat!
Hoi lieve Antares-crew, wat een geweldige avonturen!! Heel leuk zijn de foto's bij elk verhaal. Maar.. de leukste foto's zijn toch die... met onze Quirijn erop. Nog heel veel plezier in Suriname. Veel liefs van ons
BeantwoordenVerwijderen