dinsdag 29 september 2015

HET MYSTERIE VAN CHACACHACARE

Na drie dagen in Trinidad rondtoeren met een huurauto, waarover in het vorige blogbericht, is het tijd om drie dagen Trinidad te verkennen per boot. Laten we nu net een boot bij ons hebben, dus gooien we zondag 20 september los en varen naar de kleinere eilanden die ten westen van hoofdeiland Trinidad liggen. Op de twee eilanden het dichtst bij het 'vaste land' van Trinidad staan vrij veel weekendhuizen van (redelijk) welvarende Trinidadianen. De eilanden zijn alleen per boot bereikbaar en er zijn geen wegen.

De verlaten aanlegsteiger op Chacachacare. Hier landden vroeger de schepen van het 'vaste land' van Trinidad. Dit was de enige gateway naar de buitenwereld. Voor vele patienten een enkele reis.
Antares (en wat booreilanden...) op de achtergrond.

 Wij ankeren in de ruime Grand Fond Bay op Monos Island. Er is een prachtig palmbomenstrandje. Heel klein, maar met palmbomen die zich vanaf het strand boven zee uitrekken. Vol goede moed varen we met onze bijboot naar het strand, maar dan blijkt dat het vol ligt met afval. En zo is het op meer plekken in Trinidad. Qua milieu bewustzijn valt hier nog een grote sprong te maken. De meeste Trinidadianen gooien hun afval gewoon in de natuur. We zwemmen daarom maar een stukje bij het strand vandaan en spelen in het water met de bal. Al snel hebben we contact met een gezinnetje met een driejarige tweeling, waarmee Quirijn de bal overgooit.

ZONDAGS VERTIER
De baai stroomt langzaam vol met dagjesmensen en het geeft ons een mooie inkijk in hoe veel mensen het weekend doorbrengen. Waar je in Amsterdam aardig goed bezig bent wanneer je op zondagmiddag met een biertje in de hand gezellig keuvelend met een aantal kennissen over de grachten toert in een grachtenbootje, daar doe je hier hetzelfde, maar dan in het water liggend achter je geankerde boot. En met de muziek iets harder. Achter ons liggen vijf powerboats aan elkaar geknoopt en achter de boot drijven circa vijftien mensen, gezellig genietend van de zondagmiddag. Van een boot komt keiharde muziek, maar als ze eind van de middag vertrekken staat op alle boten de muziek keihard -en ondanks dat loepzuiver- aan. Ik denk dat de muziekinstallaties aan boord van deze boten net zoveel kosten als de boten zelf. Eigenlijk vinden we het wel jammer als ze tegen donker vertrekken, het was wel lekkere muziek.

CHACACHACARE
Maandagochtend varen we vroeg naar het zes mijl verder gelegen eiland Chacachacare. Vol verwachting klopt mijn hart, ik kijk er al meer dan een half jaar naar uit om dit eiland te bezoeken. Sinds 1927 was Chacachacare, laten we het voortaan maar Chaca noemen, een Lepra kolonie. In 1984 werd de kolonie verlaten en dat gebeurde van stel op sprong, met achterlating van alles wat er op het eiland was. Zo liggen er nog patientendossiers en staan er nog kasten met medicijnen. Het schijnt zelfs, dat er van vele patienten nooit iets is teruggevonden. Is dat waar? en zo ja, waar bleven zij? Hoe dan ook, de natuur neemt het eiland weer over en veel huizen zijn al verdwenen in het groen. Nog een aantal decennia en er is niets meer terug te vinden van de leprakolonie. Maar nu is een deel nog zichtbaar en (min of meer) begaanbaar.

zodra we de baai van Chacachacare invaren, zien we overal tussen de bomen verlaten huizen.  Bovenop het eiland zien we de vuurtoren. Een hele klim, maar die gaan we ook bezoeken. Er ligt nog 1 andere zeilboot.

Een van de doktershuizen bij binnenkomst van de baai
Zodra we de baai binnenvaren, zien we aan stuurboord een van de doktershuizen. De doktoren woonden een eindje van de kolonie vandaan, aan het begin van de baai. In het midden van de baai lagen twee dorpen, van elkaar gescheiden door een heuvel. Om die heuvel liep langs de zee een weg die, hoewel deels ingestort, nu nog zichtbaar is inclusief de voormalige electriciteitspalen waarvan er eentje nog altijd, wankelend maar dapper, overeind staat waar zijn soortgenoten de strijd hebben opgegeven. Aan het andere uiteinde van de baai woonden de zusters, in drie gebouwen die nog zichtbaar zijn bovenop een heuvel. Die wil ik zeker bezoeken.

SCHATZOEKEN
eerste landing op Chacachacare
We ankeren bij een oude steiger en gaan aan land. Nu wordt er gefluisterd... dat er een schat begraven ligt op Chaca! Niemand heeft daar ooit iets van gevonden, maar misschien dat wij...? Het eerste pand is teleurstellend. Behoorlijk gesloopt en wel door mensen. Het ligt ook (weer) vol met afval. Maar dan zien we iets in de muur... 
brief met schatkaart van de piraten!
Het lijkt wel of het... Ja, het is een brief! 

Snel openen we die en het blijkt een brief van de piraten. Er zit een piratenkaart bij, waarop afbeeldingen van een boom, steiger, weg, bankje, vogel en zo nog wat dingen. We lezen in de brief dat we op zoek moeten naar alle dingen die op de kaart staan. Als we die gevonden hebben, dan moeten we goed om ons heen kijken want dan zijn we in de buurt van de schat! Quiirjn gaat direct op zoek en vindt direct de steiger (niet omdat wij nou zo'n geweldig fantastisch intelligent kind hebben, maar gewoon, omdat we er zojuist onze bijboot aan vastknoopten). 



ONTDEKKINGSTOCHT
verroeste machines in een krakkemikkig gebouw
We vinden achter het pand nog een ander gebouw, een soort fabriekje ofzo met oude verroeste machines. En een gebouw wat keurig is ingestort, met het dak nog vrijwel intact bovenop de rest van het ingestorte huis. 

nog een pand, overwoekert door het oerwoud. Vroeger
stonden de panden omgeven door grasvelden,
zo zien we op oude ansichtkaarten
Ik zoek verder tussen de struiken en ban gedachten over giftige slangen en ander gedierte naar de achtergrond. Tussen de struiken zie ik een onnatuurlijk recht patroon. 

Het blijkt een oude straat te zijn. Als ik die volg kom ik bij een groot statig huis. Luiken liggen voor het huis op de grond, raamkozijnen hangen schuin in de openingen. De straat loopt nog verder en biedt ongetwijfeld nog meer interessants, maar ik laat het er verder maar bij. Jammer, maar ik ben alleen en je weet maar nooit.


 ZUSTERSHUIZEN

pfff. schatzoeken maat hongerig Even snel een boterham
terwijl we door de ankerbaai scheuren naar de volgende
plek. palmboom? CHECK. steiger? CHECK
verlaten huis? CHECK bankje? CHECK...
nu nog op zoek naar een loopvogel en een weg
We stappen weer in de bijboot en varen naar de andere kant van de baai. Daar leggen we de boot aan bij een oude overdekte aanlegsteiger waarvandaan een trap de berg op leidt. Je ziet hier zo voor je hoe het een halve eeuw geleden was. De zusters, voornamelijk nonnen, die na een werkdag met een bootje terug werden gebracht naar hun verblijf. We volgen de trap ophoog en komen bij het eerste pand. Van beton, vermoedelijk ergens rond de jaren '60. De veranda biedt een prachtig uitzicht over de baai. In de verte zien we Antares liggen, tegen een groene achtergrond van oerwoud, op sommige plekken onderbroken door herinneringen aan de Lepra kolonie in de vorm van oude vervallen huizen.

wat denk je hier van? Een Resort op dit eiland met zo ontzettend veel historie? Ik zie het helemaal voor me!
In plaats van alles langzaam te laten instorten, eea weer in oude staat herstellen, met een aantal musea erbij over de geschiedenis van het eiland en de Leprakolonie en over lepra en/of de (ontwikkeling) van de medische wetenschap?? Ik zie het helemaal voor me! En dit wordt dan de entree naar de receptie, die boven aan de trap is. Ik sta onder aan de trap klaar 'Welcome Chacachacare, how was your flight?'
We zoeken nog een investeerder om samen met ons het avontuur aan te gaan. Wie wil?

vanaf de aanlegsteiger voert een trap
naar de zusterhuizen


'Zou dit niet een prachtige locatie zijn voor een Resort?' Ik zie het al voor me. De gasten komen bij de steiger beneden aan en na de trap omhoog worden ze ontvangen met dit geweldige uitzicht. Op de veranda kunnen ze hun ontbijt en lunch gebruiken, boven kunnen ze slapen. Of in een van de twee panden die hier direct achter liggen, waar we zo van kijken. Ik zie het helemaal voor me. Een plek met zo veel geschiedenis. Er valt zoveel over te vertellen en te laten zien. Misschien een museum erbij, in een van de overgebleven gebouwen op het eiland. En langzaamaan de rest renoveren en steeds weer nieuwe ontdekkingen doen. Dat moet toch geweldig interessant zijn... 'Mensen komen naar de Carieb voor het blauwe zeewater. En dat heb je hier niet' helpt Hedda mij uit de droom. Ja, dat is waar... Maar toch. Dit kan, nee mag, toch niet zomaar verdwijnen? Zo veel geschiedenis! Het fascineert me en nog veel meer als we even later de twee achterliggende panden bezoeken.


MONUMENTEN
... hier komt de receptie ...
We lopen verder en vinden eerst een houten pand dat een kruising lijkt tussen een buurthuis en een klein kerkje. En waarschijnlijk werd het zo ook gebruikt door de nonnen. Het is prachtig gedecoreerd met allerlei fraaie details. Aan de voorzijde, weer met het prachtig uitzicht over de baai, vinden we een hele hoge overkapping waarvan een deel dreigend naar beneden hangt omdat twee van de zes ondersteunende pilaren zijn verdwenen. Over een paar jaar zal dit er ook niet meer staan...

Quirijn vraagt zich ook af hoe we hier nu
nog wat van kunnen maken

 


Zo veel mooie details! Misschien kunnen we hier een mooi cafe/restaurant maken?




Het laatste pand van de zusters is groot. Het telt twee verdiepingen. Benden opgedeeld in vrij grote ruimtes afgewisseld met kleinere, boven opgedeeld in veel kleine kamers. Ongetwijfeld voormalige slaapkamers. Binnen loopt een gang van voor naar achteren, met deuren naar de kamers en aan de buitenzijde loopt langs beide verdiepingen een veranda. Ik zie het helemaal voor me. De kleine kamers boven zijn als slaapkamers van het resort in te richten, met de toegangsdeuren aan de lange gang en de veranda opgedeeld in balkonnetjes.




Een smal paadje achter de gebouwen maakt ons nieuwsgierig. We lopen aan de rand van de heuvel met prachtig uitzicht over de baai, waar onze dinghy bij de steiger rustig op onze terugkomst wacht. 



En dan vinden we een paar honderd meter verderop een kleine begraafplaats. Er liggen acht zusters begraven, waarvan het grootste deel geboren in Frankrijk.

He, is dat familie van....?














VRAGEN
Ik ben echt onder de indruk. Hier is zo veel geschiedenis en dat verdwijnt langzaam maar zeker. Hoe is het mogelijk? Hier liggen zo veel parels voor het oprapen en over een paar decennia is er helemaal niets meer van over. Nu al is er zo veel verdwenen. Waarom wordt dit niet geconserveerd? Waarom niet een nieuwe invulling aan gegeven? Behouden? Gekoesterd? Is er zo veel oud leed dat de Trinidianen dit deel van hun geschiedenis liever vergeten? Is het iets anders? Er gaat een gerucht over geesten die er ronddwalen, voor wie daarin gelooft...

Terug in Chaguaramas vind ik op internet dat (vermoed ik) de Chaguaramas Development Authority de beheerder is van het eiland. Maar dat is omdat er een vuurtoren op het eiland staat die van belang is voor de scheepvaart; het havengebied van Chaguaramas is hun corebusiness. Nu ja, ik zal jullie niet verder belasten met al mijn overdenkingen. Maar ik kan mijn gedachten de naliggende dagen maar moeilijk afkrijgen van Chacachacare.
Kijk nou! Zou Jan Peter Balkenende hier ook een bootje hebben?
(het is een boot van de Chaguaramas Development Authority, CDA)


BELACHELIJK
Lekker voetballen op het strand van Scotland Bay
Wij moeten echter weer verder. Na een lange wandeling naar de vuurtoren bovenop het eiland, halen we ons anker op en varen weer terug naar Monos Island waar we ankeren in de Morris Bay, tussen de weekendhuizen. 

De volgende dag gaan we met onze bijboot naar het strand in een andere baai, Scotland bay, en daarna varen we terug naar Chaguaramas. Daar zijn echter alle moorings bezet en omdat de overige ruimte beperkt is en er veel boten liggen, kunnen wij alleen ankeren op circa 29 meter diepte. Dat is te diep en daarom varen we door om een landtong heen naar de TTSA. Dat is de Trinidad and Tobago Sailing Associatie en onze vaarpilot is er positief over.

De TTSA heeft veel moorings, maar je kunt er ook prima ankeren, wat wij doen. De volgende ochtend melden we ons op het havenkantoor en vertellen dat we graag drie nachten willen blijven en gebruik willen maken van hun dinghy steiger, om ons bijbootje achter te laten als we de wal op gaan. Dat kan meestal wel, tegen een kleine vergoeding. Ook hier kan het. We mogen -slechts-  45USD betalen voor zeven nachten, ook al blijven we maar drie nachten. Dat vinden we erg veel geld en we besluiten om dat niet te doen. Eenmaal buiten overdenken we het nog eens. Er zijn (koude) douches, er is internet en er is een klein zwembad. Dat is wel heerlijk voor Quirijn. We zien het al voor ons. Lekker in het zwembadje, ondertussen de mail en ander internetzaken bijwerken en na afloop een douche. Veel geld, maar vooruit. Toch maar doen. Ik vaar terug naar Antares en haal alle scheepspapieren en neem direct onze zwemspullen en laptops mee. Terug in het kantoor vullen we een stapel formulieren in, worden onze scheepspapieren en paspoorten gekopieerd en staan wij op het punt om dan maar de 45USD af te rekenen. Kunnen we daarna lekker zwemmen. 'No, the swimminpool is only for members' zegt het meisje achter de balie. Wat? So we pay 45USD juist for a cold shower??!! Werkelijk belachelijk. We laten de medewerkers enigszins verbouwereerd achter, varen terug naar Antares, halen het anker op en vertrekken.
  


AUTO
Van het geld dat we besparen kunnen we nog een keer een auto huren.
Cruisen is vaak oersaai. Je wacht je soms een
breuk met die ouders. Gelukkig heb je dan een
ronde stoel en een boek bij de hand.
Wat op zich ook een grap is. We willen nog 1 dag een auto huren om grote boodschappen te doen, die zijn hier een stuk goedkoper dan op de eilanden die we de komende tijd bezoeken en we moeten nog antifouling halen voor een bevriende zeilboot die op Grenada ligt (daar is de antifouling stukken duurder dan hier) en voor een andere zeilboot wijn. Maar, om een dag een auto te huren, heb je (gegeven de openings- en sluitingstijd van het verhuurbedrijf) twee werkdagen nodig. Donderdag ochtend ophalen - vrijdag ochtend inleveren, bedenken we. Dan horen we dat donderdag Dag van de Republiek is (na de onafhankelijkheid in 1962 werd Trinidad en Tobago in 1976 een republiek). Donderdag zijn de winkels dicht en daarvoor hadden we nou net die auto nodig. Niet handig.
Dan maar woensdagochtend - donderdagochtend. Donderdag is ook het verhuurbedrijf dicht. Oh ja, logisch. Stom van ons. Dan dinsdagmiddag - woensdagmiddag. Goed idee, gaan we doen. Dan horen we op de radio een boze vakbondsleider: woensdag wordt het nieuwe parlement beëdigd en daarom besloot men gisteren om komende woensdag een aantal belangrijke wegen in Port of Spain af te sluiten. Staat de hele stad muurvast. Niet handig.

Twee dagen auto huren dan maar. Woensdagmiddag - vrijdagmiddag. Kunnen we vrijdagochtend onze boodschappen doen, als we opschieten moet dat wel voor twee uur s middags lukken... Blijkt het verhuurbedrijf, omdat donderdag al een feestdag is, vrijdag ook maar eerder de poort te sluiten. Alleen begin van de ochtend open. Niet handig...
En zo komen we uit op drie dagen autohuur. vrijdagochtend - maandagochtend. Nu ja, dan gaan we nog maar een aantal mooie plaatsen in Trinidad bezoeken. Dat is geen straf en voor de benzine hoeven we het ook niet te laten, dat is hier 0,40 eurocent per liter.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.